Blog adviesreis Nepal – 2016

Kennismaking met Nepal

Zodra het vliegtuig begint te landen gaan de luikjes voor de ramen open en zien we (nog steeds vliegend boven de wolken) de toppen van de Himalaya. Machtig mooi, net als het vliegveld, vol met houtsnijwerk en bloemperken.  Op naar Kathmandu city, met zijn vele auto’s, brommers, geloven die naast elkaar bestaan, voetgangers, stof, kleuren, geuren en mensen. Bertken de Leede, bedrijfsadviseur van Agriterra, die samen met mij de opdracht gaat uitvoeren) is al een week in Kathmandu, We gaan s ’avonds naar een klein sfeervol restaurantje, met life muziek: een heerlijke start, en ik voel me al helemaal thuis.

Ik ben met Agriterra in Nepal om bij de Central Tea Cooperatives Federation (CTCF) een workshop te faciliteren hoe zij hun dienstverlening naar de leden op een financieel duurzamere manier kunnen gaan inrichten: oftewel bottom-up en minder gericht op subsidies en fondsen en vanuit een ondernemersperspectief naar deze dienstverlening gaan kijken: hoe kunnen we meer voor en door leden werken, kosten besparen en inkomen genereren uit deze diensten? Financiële duurzaamheid is een belangrijk uitgangspunt in de hele workshop.

De volgende dag vliegen we met Trijan Singh, onze vertaler/ medefacilitator naar Bhadrapur in het meest oostwaarts gelegen puntje van Nepal, een wat claustrofobisch vliegtuig, maar gelukkig zit ik bij het raam en valt er nog wat te zien omdat we redelijk laag vliegen. Helaas is het te heiig om de Mount Everest te zien, waar ik stiekem een beetje op gehoopt had.

In Badrapur worden we opgehaald door Yogesh, de accountant van CTCT met n enorme bling bling Jeep (gehuurd), compleet met altaar op het dashboard. Onderweg zien we vele prachtige theeplantages, logisch want we zijn in de provincie Ilam: dé thee provincie van Nepal. Het oogt vrolijk en vriendelijk met strak bijgewerkte gekleurde huizen met bloemen ervoor. De rit duurt drie uur en we rijden langzaam de (thee) heuvels in. Na anderhalf uur gaan we op bezoek bij de Kanyam thee coöperatie die een eigen fabriek is gestart met behulp financiële steun van de lokale overheid en een lening van de bank. Hierbij heeft de CTCF de nodige ondersteuning gegeven. We vallen met de neus in de boter want het theepluk seizoen is krap 2 weken geleden begonnen en nu wordt de beste thee van het seizoen gemaakt. We krijgen een mooie uitleg van het productieproces, thee wordt eerst gedroogd onder een soort van enorm föhn, vervolgens wordt het vermalen en dan komen de geur en smaakstoffen vrij. Daarna wordt de thee verhit/ gedroogd met een ingenieus apparaat met een leisteen oven erachter en tenslotte wordt dit product meerdere malen gemalen. Er zijn 163 boeren lid en er wordt per jaar 46.000 ton thee geëxporteerd naar India. Er is meer aanbod van verse theebladeren als dat ze kunnen verwerken, dus daarom willen ze graag uitbreiden. Mooi om te zien en te horen en goed als voorbereiding op de workshop.

Jeske de Kort

 

Duurzame dienstverlening aan coöperaties van theeboeren in Nepal

Ik ben met Agriterra in Nepal om bij de Central Tea Cooperatives Federation (CTCF) een workshop te faciliteren hoe zij hun dienstverlening naar de leden op een financieel duurzamere manier kunnen gaan inrichten, dit is een vervolg op blog 1; Kennismaking met Nepal.

Ruim een half uur voor aanvang zit iedereen al klaar voor de training. Het is een mooie mix mensen bestaande uit bestuurders (vertegenwoordigers van de lid coöperaties), personeel van de federatie en een aantal theeboeren (wat ze eigenlijk allemaal zijn). Na de officiële opening proberen we het ijs wat te breken met een kennismakingsopdracht waarin iedereen zijn naam zegt en iets waarop hij trots is binnen zijn coöperatie of bedrijf, dit lijkt aardig te lukken, al weet ik het niet precies, want ik moet nog erg wennen aan de Nepalees-Engelse uitspraak.

Vandaag staat “farmer of member-based” werken centraal, waarin we verkennen wat de leden willen en nodig hebben qua diensten en trainingen. Deze inventarisatie leggen we vervolgens langs een aantal meetpunten om vervolgens een goede analyse te kunnen maken. Na de lunch en een energizer komt de groep een beetje los, op het einde van de dag ontstaat zelfs spontaan een stemronde, waar na het stemmen op de favoriete diensten achter een scherm, iedereen langs de stempelman moet en een snoepje krijgt.

Voor het eten maken we een wandeling door de prachtige theetuinen achter het hotel, de ruimte waar we de workshop doen heeft maar weinig daglicht en onregelmatige elektriciteit, dus wat daglicht, of in dit geval een mooie ondergaande zon is erg welkom!

De volgende dag gaan we aan de slag met de financiële duurzaamheid van de dienstverlening. Opvallend is dat lokale boeren geen bijdrage betalen voor de trainingen die ze volgen, maar dat (als het goed is) wel hun opbrengst omhoog gaat of kwalitatief beter wordt. Tevens betalen de coöperaties maar een schijntje voor alles wat ze krijgen. Het lijkt erop dat de groep dit zelf ook inziet en ze zien in dat dit anders moet als ze niet afhankelijk willen blijven van fondsen en een financieel stabielere toekomst willen creëren. We oefenen met deze denkrichting door een aantal activiteiten concreet uit te werken. Na de lunch ontstond er een polonaise terug de zaal in en nee deze werd niet veroorzaakt door mijn Brabantse roots, maar gewoon door een blije Nepalees! Er werd opmerkelijk hard en geconcentreerd gewerkt, gepresenteerd en bij de check-out werd duidelijk dat we de goede richting op gaan.

De laatste dag al weer, met deze leuke groep jonge en gemotiveerde boeren. Nadat we nogmaals alle inzichten op een rijtje hadden gezet hebben we nog een verdiepende en voornamelijk vernieuwende slag geslagen op de gekozen diensten. De uitkomsten waren veelbelovend en lijken goed aan te sluiten bij de behoeftes. Na het maken van een actieplan hebben we officieel afgesloten met foto’s, cadeautjes, speech en een etentje.

De terugvlucht naar Kathmandu was een wilde en de avond werd nog opgeschrikt door een heuse aardschok van 4,5 op de schaal van richter. Brrr spannend allemaal. Na een fijne vroege ochtendwandeling met Bertken als sublieme gids door Patan City was het tijd om de laatste werk dingen af te ronden en weer op huis aan te gaan.

Wat een mooi avontuur en hopelijk hebben we de CTFT weer een stukje verder geholpen op weg naar een financieel duurzame organisatie.

Jeske de Kort

NAJK-voorzitter met Nederlandse delegatie bij Grune Woche

Afgelopen week was NAJK-voorzitter Eric Pelleboer met de Nederlandse delegatie aanwezig op de eenentachtigste editie van de  Grüne Woche in Berlijn. De Grüne Woche is de grootste beurs voor landbouw, tuinbouw en voedsel ter wereld. Het is daarnaast een belangrijke ontmoetingsplek voor agrarische politiek en het bedrijfsleven. De huidige editie trekt naar verwachting tussen de 400.000 en 500.000 bezoekers, waar 50 landen zijn kwaliteiten op het gebied van levensmiddelen, land- en tuinbouw presenteren. Ook Nederland toont haar kwaliteiten. In het Nederlandse paviljoen worden kenmerkende productgroepen van de agrarische- en voedingssector gepresenteerd zoals groente, zuivel, vlees, vis, bloemen en dranken.

De delegatie, onder leiding van staatssecretaris Van Dam, bestond dit jaar uit afgevaardigden van het ministerie van Economische Zaken, de Tweede Kamer, leden van het Europees Parlement, vertegenwoordigers van de Nederlandse agribusiness en belangenbehartigers. Tijdens het bezoek aan de Grüne Woche werden de exportcijfers van de Nederlandse land- en tuinbouw van 2015 gepresenteerd. Ook dit jaar is de agrarische export weer gestegen en mag Nederland zijn naam als één van de grootste exporteurs behouden. Van Dam gaf daarvoor zijn complimenten aan de aanwezigen en gaf aan dat we er alles aan moeten doen om deze positie te behouden en versterken.

De Grüne Woche biedt veel mogelijkheden om met bestaande en nieuwe contacten te spreken over het belang en de aankomende lobby-activiteiten van NAJK. Pelleboer: “Jonge boeren en tuinders zijn de toekomst van de Nederlandse agrarische sector. Het is daarom belangrijk om namens de boeren en tuinders van de toekomst de Nederlandse agrarische sector zo goed en sterk mogelijk te vertegenwoordigen .”

NAJK tegen Eurocommissaris Hogan: “Maak ruimte voor jonge boeren in Europees beleid”

Op maandag 9 november waren NAJK-voorzitter Eric Pelleboer en dagelijks bestuurder internationaal Iris Bouwers aanwezig op de Brusselse Landbouwborrel. Deze maandelijkse bijeenkomst wordt georganiseerd door Nederlandse Europarlementariërs en is een van de belangrijkste netwerkbijeenkomsten in de agrarische sector.

Tijdens de editie van afgelopen maandag was Eurocommissaris voor Landbouw Phil Hogan te gast. NAJK greep deze gelegenheid aan om bij Hogan de positie van de jonge boer onder de aandacht te brengen. “De top-up voor jonge boeren in het huidige GLB slaat de plank mis voor de Nederlandse jonge boeren”, zegt Pelleboer, voorzitter van NAJK.

Iris Bouwers, dagelijks bestuurder internationaal, vroeg Hogan daarom ruimte te maken in het beleid zodat Nederland de top-up kan inzetten op bedrijfsovername. Dit draagt bij aan de vereenvoudiging van het GLB. Het werk van NAJK bestaat echter niet alleen uit het aandacht vragen bij Hogan en de Landbouwborrel. Iris Bouwers zegt hierover: “NAJK zal blijven hameren op de positie van Nederlandse jonge boeren en tuinders, zowel bij de Commissie als bij het Europees Parlement.”

NAJK vraagt op Wereldvoedseldag aandacht voor de positie van jonge boeren

Afgelopen vrijdag, 16 oktober, toog een bus vol leden van NAJK naar Brussel om op uitnodiging van Europarlementariër Jan Huitema een bezoek te brengen aan het Europees Parlement. Op de dag van het bezoek aan Brussel was het Wereldvoedseldag. NAJK heeft de gelegenheid aangegrepen om in Brussel aandacht te vragen voor de positie van jonge boeren.

Op Wereldvoedseldag wordt stilgestaan bij de vraag ‘wat voedsel nu eigenlijk voor ons betekent’. Na de Tweede Wereldoorlog werd het Europees Gemeenschappelijk Landbouwbeleid ingevoerd onder het credo ‘nooit meer honger’. In Brussel, de plek waar dit ooit allemaal begon, heeft NAJK de gelegenheid aangegrepen om aandacht te vragen voor de rol van jonge boeren binnen het wereldvoedselvraagstuk.

Met een groeiende wereldbevolking en een veranderend consumptiepatroon zal de voedselproductie wereldwijd nog met tientallen procenten moeten groeien om in de toekomst iedereen te kunnen voeden. Voor jonge boeren ligt hier dus een grote opgave. Zij zullen dit voedsel moeten produceren binnen de eisen en wensen die de maatschappij daar aan stelt. Onder het motto ‘Future, food, farmers’ heeft NAJK om steun en sympathie gevraagd voor jonge boeren, de voedselproducenten van de toekomst.

NAJK aanwezig bij conferentie ‘Knowledge for Young Farmers’

Op 15 en 16 oktober namen Iris Bouwers (portefeuillehouder Internationaal) en Sander Thus (portefeuillehouder Bedrijfsovername) namens NAJK deel aan de conferentie ‘Knowledge for Young Farmers’ in Brussel. De conferentie werd georganiseerd door de Europese Commissie.

Tijdens deze bijeenkomst zijn de resultaten van het onderzoek ‘Exchange programmes for young farmers’ gepresenteerd. Dit onderzoek is toegespitst op de vraag aan welke vorm van kennisvoorziening jonge boeren in Europa momenteel behoefte hebben. Daarbij is specifiek ingegaan op de volgende punten:

  • Wat hebben jonge boeren nodig?
  • Welke uitwisselingsprogramma’s gericht op jonge boeren, zijn er nu?
  • Maak een gids om uitwisselingsprogramma’s te verbeteren.

Het onderzoek vond plaats in alle 28 EU-landen en is uitgevoerd door Ecorys in samenwerking met LEI en Aequator Groen & Ruimte. Voor het onderzoek zijn in totaal ruim 2200 jonge boeren uit alle 28 landen geïnterviewd.

De zaken waar jonge boeren in heel Europa tegenaan lopen zijn: beschikbaarheid en verwerving van land in zowel eigendom als huur, beschikbaarheid van kapitaal en de ontwikkeling van kennis. Het bleek verder dat jonge boeren hun nieuwe kennis eerst vooral van collega’s halen en daarna van andere organisaties of adviesbureaus. Jongeren zoeken informatie vooral via internet, excursiedagen en opleidingsdagen. Opvallend was dat online trainingen zoals e-learning heel laag scoorden in populariteit, ook in Nederland.

Aanbevelingen omtrent de kennisbehoefte van jonge boeren zijn:
1) Aangeboden kennis en nieuw ontwikkelde uitwisselingsprogramma’s moeten klantgericht en per land aangepast aan de specifieke wensen van de jonge boer zijn.
2) In acht moet worden genomen dat de kennisbehoefte van de jonge boer afhankelijk is van hun opleidingsniveau.
3) Het zou veel tijd besparen om bij de ontwikkeling van nieuwe uitwisselingsprogramma’s uit te gaan van bestaande, beproefde programma’s.
4) Flexibiliteit is belangrijk voor jonge boeren. Houd bij uitwisselingprogramma’s rekening met de tijd en financiële beperkingen van jonge boeren.
5) Het oplossen van de meest belangrijke behoeften van jonge boeren, zoals het mogelijk zijn van het kopen of huren van meer landbouwgrond, kan een toename van het aantal jonge boeren mogelijk maken.

Er zijn gelukkig al een heel aantal uitwisselingsprogramma’s in heel Europa ontwikkeld. Variërend van korte duur tot lange duur (7-8 maanden). Opvallend is dat de uitwisselingsprogramma’s in de West-Europese landen beter gewaardeerd worden. Deze programma’s passen meer bij de behoefte van jonge boeren en sluiten aan op wat er mogelijk is.

Bij het ontwikkelen van uitwisselingsprogramma’s zijn een aantal zaken van groot belang:
1) Zorg dat het echt werkt, dus ken je doelgroep en pas hier je programma op aan.
2) Zorg ervoor dat je op de juiste manier met je doelgroep communiceert.
3) Zorg ervoor dat de opgedane ervaringen gedeeld blijven worden en dat hier vervolg aan gegeven wordt.
4) Blijf je programma continue aanpassingen aan de veranderende behoeften van je doelgroep.

NAJK ziet grote overeenkomsten tussen de aanbevelingen uit het onderzoek en de wijze waarop binnen NAJK programma’s, zoals Wereldboeren, ontwikkeld worden. In vergelijking met andere Europese landen blijkt dat de Nederlandse jonge boeren en tuinders met dit sort programma’s goud in handen hebben. NAJK zet in om ook in 2016 weer volop activiteiten te organiseren in het kader van Wereldboeren, zoals discussiebijeenkomsten, trainingen en studiereizen.

Lees binnenkort het onderzoek en de resultaten op: ec.europa.eu/agriculture/external-studies/index_en.htm

Nieuw bestuur CEJA verkozen

Op 8 september kwam de General Assembly (Algemene Ledenvergadering) van CEJA bijeen op de World Expo in Milaan om een nieuw bestuur te verkiezen. Vrijwel alle 32 lid-organisaties waren present. Alan Jagoe uit Ierland, tot 8 september vicevoorzitter van CEJA, werd verkozen tot de nieuwe voorzitter. Hij zal worden ondersteund door de nieuwe vicevoorzitters Alice Cerutti (Italië), Juha Tenho (Finland), Radek Nienartowicz (Polen) and Jannes Maes (België).

Alan Jagoe (30 jaar) heeft een bedrijf in Carrigaline in Ierland met melkvee, vleesvee en akkerbouw. Voordat hij vicevoorzitter werd bij CEJA was hij voorzitter van Macra na Feirme, de Ierse organisatie voor jonge boeren. Hij werd verkozen met een overgrote meerderheid, 106 van de in totaal 124 uitgebrachte stemmen. “Ik ben ontzettend trots om gekozen te zijn tot voorzitter van de hardwerkende jonge boeren die zich verenigd hebben in CEJA. Ik ga met volle overgave aan de slag om het goede werk dat verzet is door CEJA in de afgelopen jaren voort te zetten. We zullen ons focussen op de nieuwe hervorming van het GLB, waarvoor de eerste stappen alweer gezet zijn, en op andere ontwikkelingen die van belang zijn voor de Europese jonge boeren.”

Blog adviesreis Indonesie – 2015

Assessment van cacao-coöperatie Amanah, West Sulawesi, Indonesie

Een tijdje geleden werd ik gebeld door Agriterra met de vraag of ik medio februari een week beschikbaar zou zijn voor een bezoek aan een koffie-coöperatie op Bali. We hebben een akkerbouwbedrijf thuis en qua werkplanning paste dat wel. Begin februari veranderde het plan: koffie werd cacao en Bali werd Sulawesi. Een beetje langer reizen, maar geen probleem.

Afgelopen week was het zover: samen met Agnes, voor Agriterra werkend en wonend in Indonesië, heb ik een bezoek gebracht aan Amanah, een koffiecoöperatie in Polewali Mandar (ofwel Polman).

In een week tijd hebben we de coöperatie doorgelicht, waarbij we ons met name op de organisatie van de coöperatie hebben gericht en in mindere mate op productie. Gelukkig hebben we wel de kans gehad een aantal boeren te spreken in het veld, maar daarvoor moesten we wel eerst 2 uur over een hobbelige weg rijden. Met de boeren hebben we gesproken over hun relatie met de coöperatie, of ze inspraak hebben, hoe de prijzen zijn en handel verloopt etc. etc. Tussendoor kwam de een na de andere brommer met een zak of kist durians langs gereden: dit is een stekelige vrucht die gigantisch stinkt, maar (best) prima smaakt.

Coöperatie Amanah heeft 1400 leden in de regio met een gemiddelde bedrijfsgrootte van 1,2 hectare. Cacao wordt het hele jaar door geoogst, maar de piek ligt tussen maart en september. Na het drogen bij de boer (2 dagen) worden de cacaobonen per dorp verzameld binnen zogenaamde ‘farmer groups’ en in grote zakken per gehuurde pick-up naar de stad gebracht. In het depot van Amanah worden de bonen ontvangen, de kwaliteit beoordeeld, en als er een volle vracht is wordt het aan Mars (inderdaad, van de chocoladerepen) geleverd. Dit noemen ze hier ‘collective marketing’. Er komt steeds meer vraag naar duurzaam gecertificeerde cacao. Zelfs zoveel dat bedrijven als Mars alle cacao hard nodig hebben, dus ook van de kleinere boeren en tegen een meerprijs. Dit biedt dus perspectief!

De coöperatie zelf is pas in 2006 opgericht en dus relatief jong. Afgelopen jaar waren er de nodige veranderingen binnen de coöperatie en we hebben deze week kunnen zien dat nog niet alles op en top in orde is. Daarom zou de ondersteuning van Agriterra juist nu goed van pas kunnen komen, bijv. op het gebied van financieel management.

Morgenochtend zullen we onze bevindingen met het bestuur en management van de coöperatie bespreken. En wellicht zal Amanah komend jaar dan meer bezoek van Agriterra-experts ontvangen.

Ik kijk in ieder geval terug op een bijzondere week! Over 6 uur rijden en 3 vluchten verder sta ik weer klaar om thuis aardappelen te laden. Met een kleine jetlag misschien…

Pieter Korst

NAJK bij CEJA in gesprek met Eurocommissaris Hogan

Vorige week woensdag, donderdag en vrijdag was NAJK aanwezig bij CEJA, de Europese koepelorganisatie voor jonge boeren en tuinders. CEJA organiseerde in Luxemburg een ledenbijeenkomst (working group) en een seminar. Namens NAJK waren Iris Bouwers, dagelijks bestuurder met de portefeuille internationaal, en Jan Enthoven, dagelijks bestuurder met de portefeuille tuinbouw, aanwezig.

De driedaagse bijeenkomst van CEJA startte met een bezoek aan veehouderij, gelegen midden in een Luxemburgs stadje. Bij dit bedrijf konden de CEJA-leden zien hoe de ondernemers invulling gaven aan hun relatie met de consument, mede vanwege de bijzondere ligging van het bedrijf. Op het bedrijf was bijvoorbeeld ook een klaslokaal aanwezig waardoor bezoekers meer informatie konden krijgen over het boerenbedrijf. De CEJA-deelnemers, afgevaardigden van jonge boerenorganisaties uit heel Europa, hebben op deze locatie gediscussieerd over een manifest dat door CEJA was opgesteld over de toekomst van jonge boeren in Europa. NAJK had een uitgebreide inbreng op dit manifest voorbereid. Deze inbreng is positief ontvangen door alle aanwezigen. Aan het eind van deze dag werd er samen met een afvaardiging van het Europees Parlement gegeten.

Op de tweede dag vond een seminar en paneldiscussie plaats met onder andere de Luxemburgse minister van Landbouw, bestuurders van CEJA en afgevaardigden van de jonge boerenorganisaties. Een inspirerend onderdeel van deze dag waren de presentaties van verschillende agrarische jongerenorganisaties over hun communicatie-initiatieven. Na afloop van de seminar schoof de Luxemburgse minister van Landbouw aan bij het diner.

Op vrijdag bracht een kleinere delegatie, waaronder ook NAJK, een bezoek aan de opening van een Luxemburgse landbouwbeurs. Deze beurs werd geopend door Phil Hogan, de Eurocommissaris van Landbouw van de Europese Commissie. NAJK heeft in gesprek met Hogan benadrukt dat de top-up voor jonge boeren in het huidige GLB voor de Nederlandse situatie niet goed werkbaar was. De Duitse organisatie voor jonge boeren heeft dat pleidooi van NAJK ondersteund. Hogan heeft NAJK verzocht hem gedetailleerd over dit probleem te informeren. NAJK zal op korte termijn aan dit verzoek voldoen.

Iris Bouwers nieuwe portefeuillehouder internationaal bij NAJK

Het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK) heeft tijdens de algemene ledenvergadering op 25 juni 2015 Iris Bouwers unaniem gekozen als nieuwe dagelijks bestuurder bij NAJK. Bouwers zal binnen het bestuur zorg dragen voor de portefeuille Internationaal. Deze portefeuille neemt zij over van Inge van Schie, die namens NAJK vanaf 2011 de belangen van jonge boeren en tuinders internationaal behartigde. 

Bouwers volgt in Dronten de opleiding ‘Bedrijfskunde & Agribusiness’ aan de CAH Dronten. Ze is afkomstig van een agrarisch bedrijf in Zuidwolde, Drenthe, met vleesvarkens en akkerbouw. Afgelopen jaar werd Bouwers verkozen in de gemeenteraad van Dronten. “Ik heb de kans gekregen om mijn passies voor landbouw en politiek te combineren, als woordvoerder op de dossiers over land- en tuinbouw, water en milieu- en duurzaamheidsbeleid”, zegt Bouwers hierover. “Binnen NAJK zal ik onze jonge boeren en tuinders internationaal mogen vertegenwoordigen. De positie van de jonge boeren in het GLB nu en vanaf 2020 vormen hierbij speerpunten.”

NAJK heeft tijdens de ALV afscheid genomen van Inge van Schie-Rameijer, die vier jaar lang de portefeuille internationaal onder haar hoede had. Het vicevoorzitterschap van NAJK, dat ook door van Schie bekleedt werd, is overgedragen aan Sander Thus, dagelijks bestuurder met de portefeuille bedrijfsovername. Van Schie kijkt terug op een bevlogen bestuursperiode: “De onderhandelingen over het nieuwe GLB, en de positie van jonge boeren daarin, was een enerverende periode. Een hoogtepunt was voor mij echter ook het symposium ‘Van Traditie naar Ambitie’, met koninigin Maxima en staatssecretaris Dijksma. Ik kijk met veel plezier terug op mijn periode bij NAJK.”

Blog adviesreis Oeganda – 2014

Analyseren van behaalde resultaten bij KIDFA

Ilse Verhoijsen (LAJK) en Ria Wilzing (NAJK) gaan samen met Marly Boonman van Agriterra op missie naar Oeganda. De missie loopt van 14 juli tot en met 24 juli 2014. Tijdens deze missie worden de behaalde resultaten van de boerenorganistie KIDFA geanalyseerd. De bevindingen kun je volgen op deze pagina.

How to convince that I am a farmer…

Misschien een aparte titel voor een blog, maar het wordt allemaal duidelijk. Samen met Marly Boonman en Ria Wilzing ben ik op een adviesmissie naar een boerenorganistie in Oeganda. De boerenorganisatie, Kitgum District Farmers Association (KIDFA) ontvangt ondersteuning vanuit Agriterra. Tijdens de missie hebben we ons gericht op het onderdeel gegevensverzameling van boerengroepen met zonnebloemen. Daar hoort natuurlijk een bezoek aan een paar boerengroepen bij.

En zo geschiede… Bij de eerste groep werden we zingend en dansend ontvangen door een groep vrouwen. Na een indrukwekkende bijeenkomst vlug verder naar de tweede groep. Waar we ook een leuke bijeenkomst hebben gehad.

En toen kwam de derde groep… Tijdens de introductie geloofde de groep niet dat ik een boer ben; daar was mijn huid te “gaaf” voor. Op het einde van de bijeenkomst kreeg ik de kans om te bewijzen dat ik echt een boer ben. Er werd een hak (om de grond om te spaaien) gehaald en er werd kort voorgedaan wat ik moest doen. Pff het viel nog niet mee om die kei harde grond om te spaaien en na een paar minuten “mocht” ik stoppen: I failed the test. Maar Marly en Ria zeiden dat ik dit werk normaal niet doe, omdat wij thuis varkens en kippen hebben. Toen bedacht ik dat ik wel wat foto’s van ons bedrijf op mijn telefoon had staan, dus die heb ik aan de groep laten zien. Ze waren diep onder de indruk. Ze vonden het onvoorstelbaar dat 1 zeug wel 14 biggen kan krijgen. Ondanks dat de boeren geen Engels spraken, begrepen ze de foto’s goed. Of ik ze nu daadwerkelijk heb overtuigd dat ik een boer ben, weet ik niet zeker. Het was in ieder geval geweldig om mee te maken.

Ilse Verhoijsen

Vooruitgang

De reis naar Kitgum vanuit Kampala was weer een hele lange, niet alleen letterlijk, maar ook figuurlijk: 450 kilometer in 11 uur. Een hele dag in de auto met af en toe een stop. De weg voelde ook lang omdat er veel kuilen, gaten en ongelukken waren.  Vermoeid op de bestemming aangekomen is het bed een heerlijke plaats. Nee hoor, toch nog gaan dineren terwijl niemand honger heeft. Weigeren is niet netjes.

De eerste dag in Kitgum is er een bijeenkomst met het bestuur en de medewerkers van KIDFA (de boerenorganistie in de provincie Kitgum). Het bestuur bestaat uit veel oude bestuurders met twee jongere bestuurders.  De werkwijze is nog ouderwets. De belangrijkste persoon van de organisatie is de directeur, die de gang van zaken leidt. Hij bepaald in de organisatie wat er gebeurt en wat de organisatie doet. Het bestuur stemt in en is niet goed op de hoogte wat er allemaal gaande is.

De volgende dag stond in het teken van de boeren. We brachten die dag een bezoek aan drie groepen, allemaal participeerden ze in het spaarprogramma. De groepen waren zeer verschillend. De ene nog armer dan de andere. De groep die het dichts bij de grens van Zuid-Soedan zit had alles goed voor elkaar. De andere groepen ook maar die waren veel armer. Het sparen hielp hen om geld opzij te leggen voor momenten dat ze geen oogst kunnen verkopen en geld nodig hebben voor eten. Daarnaast zijn er investeringen gedaan van spaargeld, zoals een brommer, een geit, een os of een ploeg. De boeren willen graag vooruitgaan, maar daarvoor houden ze nog regelmatig hun hand op. Ze hebben genoeg wensen om van ons te krijgen.

Wat is vooruitgang en wat betekent het eigenlijk? We willen het allemaal beter hebben dan nu het geval is. Misschien moeten we toch maar eens tevreden zijn met wat we hebben. Toch is het handig als de weg voor je geplaveid is, maar soms kom je toch hobbels tegen. Deze hobbels zelf overwinnen is misschien wel de beste vooruitgang. Dus geven we de boeren kennis en laten we ze verder op hun eigen manier geld verdienen voor een betere toekomst.

Ria Wilzing

Foto’s Missie Oeganda