Een beloning voor prestaties en steun voor jonge boeren en tuinders. Dit zou volgens de leden van het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK) de kern moeten zijn van een nieuw te vormen Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) na 2020.
Het huidige GLB loopt tot en met 2020. Met 2020 in het vooruitzicht start de gedachtevorming over de herstructurering. De afgelopen maanden discussieerden de leden van NAJK over de invulling van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid na 2020. De jonge boeren en tuinders willen graag een beleid waarin ambitie wordt beloond en waarbij geld, bedoeld voor het platteland, daar ook daadwerkelijk blijft.
Prestatievergoeding
Jonge boeren en tuinders omarmen het idee om de directe betalingen op termijn te vervangen door een prestatievergoeding. Voorwaarde hierbij is dat de prestatievergoeding gericht moet zijn op de productie van duurzaam geteelde, gezonde en veilige producten. “De Nederlandse jonge boer en tuinder is ambitieus en wil het geld van de overheid dat op hun erf terechtkomt kunnen verantwoorden”, aldus Iris Bouwers, dagelijks bestuurder bij NAJK met de portefeuille internationaal. “In de praktijk blijkt dat maar weinig jonge boeren enthousiast worden van het huidige systeem met de directe betalingen en vergroening. Daarom pleit NAJK voor een stelsel waarbij extra inspanningen voor bijvoorbeeld biodiversiteit worden gestimuleerd en geen verplichting is. Extra inzet voor bijvoorbeeld milieu, leefomgeving of duurzame productie verdient dan ook een passende beloning. Het is wel belangrijk dat dit gebeurt in een werkbaar systeem.” Bouwers geeft aan dat duurzaamheid in dit kader niet alleen betrekking heeft op biodiversiteit of milieu: “Ook bodemgezondheid is een belangrijk aspect van duurzaamheid. Wij, jonge boeren en tuinders, zijn tenslotte degene die ook over 20 of 30 jaar nog willen kunnen telen op onze bodem.”
Marktschommelingen opvangen
Verder spraken de NAJK-leden zich uit over het opvangen van marktschommelingen en de gevolgen van weersinvloeden. De jonge agrariërs vinden dat het zelf opvangen van de schommelingen in de markt horen bij het vak. Grote invloeden vanuit de geopolitieke hoek vormen hierop een uitzondering, zo vinden de jonge boeren. “Boeren kiezen heel bewust voor een vak met bijkomende ondernemersrisico’s. Ze zijn bijvoorbeeld afhankelijk van weeromstandigheden. Geopolitieke invloeden, zoals de Rusland-boycot, zijn echter situaties waar je als boer niets aan kunt doen. Daarom moet de overheid voor deze specifieke gevallen een passende oplossing bieden”, legt Bouwers uit. Wanneer er geen vangnet is, is het volgens NAJK essentieel dat er wel een passend aanbod in betaalbare verzekeringen en een goede uitvoering van taken van de waterschappen nodig is.
Landbouw- en voedselbeleid
Een gecombineerd landbouw- en voedselbeleid in plaats van een landbouwbeleid zien de jonge boeren en tuinders niet zitten. Bouwers: “Ook jonge boeren en tuinders zien dat landbouw en voedsel onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Dit betekent niet dat een deel van het Europese landbouwbudget naar andere ketenpartijen moet gaan. Er ligt een verantwoordelijkheid bij ons als boeren en tuinders om op een eerlijke en open manier te communiceren over wat we doen, maar geld dat bestemd is voor landbouw en platteland moet daar wel blijven.” Volgens NAJK liggen in voorlichting en communicatie over voedsel dan ook taken voor het onderwijs en bij het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
Ondersteuning jonge agrariërs
Jonge boeren en tuinders moeten ondersteund worden vanuit het GLB, ook als dit ten koste gaat van het budget van boeren en tuinders boven de 40 jaar, luidt het oordeel van de NAJK-leden. Bouwers: “Dit klinkt logisch, maar het is niet alleen belangrijk voor de jonge boeren en tuinders zelf. Verjonging en continuïteit van de landbouwsector zijn van groot belang voor de gehele samenleving. Als we ons platteland leefbaar willen houden en in Nederland gezond, veilig en duurzaam voedsel willen blijven produceren, is ondersteuning van jonge boeren en tuinders broodnodig!”