Update Melkveehouderij – Informatie over de invulling van de Melkveewet

Staatssecretaris Dijksma heeft gisteravond de Eerste en de Tweede Kamer geïnformeerd over de precieze invulling van de wet Verantwoorde Groei Melkveehouderij (‘de Melkveewet’). De invulling is omschreven in een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB). Op basis van de AMvB worden beperkingen gesteld aan melkveebedrijven die grondloos willen groeien. Uitbreiding in de melkveehouderij zal minimaal gedeeltelijk grondgebonden moeten plaatsvinden. Staatssecretaris Dijksma geeft hiermee gehoor aan de wens van de regering en de zuivelketen. Dijksma maakt een onderscheid tussen bedrijven in de mate waarin fosfaat gekoppeld moet zijn aan grond bij het bedrijf. De meest intensieve bedrijven zullen bij uitbreiding over de meeste extra grond moeten beschikken. 

In de AMvB wordt onderscheid gemaakt tussen de mate van groei door melkveebedrijven:

– Melkveebedrijven met een fosfaatoverschot van minder dan 20 kilo per hectare: hoeven niet over extra grond te beschikken als zij meer fosfaat produceren (mits de extra fosfaatproductie onder de 20 kilo blijft). Deze bedrijven kunnen gebruik maken van de 100% verwerkingsoptie. Bedrijven die meer grond hebben dan zij nodig hebben om alle geproduceerde fosfaat te plaatsen vallen ook in deze categorie.
– Melkveebedrijven met een fosfaatoverschot van 20 tot en met 50 kilogram per hectare: 25% van de extra fosfaat moet geplaatst worden op extra eigen grond. De overige 75% van de extra fosfaat mag verwerkt worden.
– Melkveebedrijven met een fosfaatoverschot groter dan 50 kilo per hectare: 50% van de extra fosfaat moet geplaatst worden op extra eigen grond. De overige 50% van de extra fosfaat mag verwerkt worden.

Referentiedatum
De referentiedatum om te bepalen in welke categorie het melkveebedrijf valt is niet 2013, zoals eerder werd voorgesteld, maar 2014. Melkveehouders die echter kunnen aantonen dat zij voor die datum financiële verplichtingen zijn aangegaan voor het verwerken van hun gehele mestoverschot, mogen dat overschot voor de duur van de overeenkomst laten verwerken.

NAJK over de AMvB

NAJK heeft in samenwerking met LTO Nederland, NZO en NMV bijgedragen aan de discussie omtrent de invulling van de Melkveewet en de AMvB. Voor de melkveehouderij is het belangrijk dat er nu eindelijk duidelijkheid is over de voorwaarden voor groei en ontwikkeling. De politieke discussie over dit onderwerp heeft lang geduurd en heeft daardoor een grote groep agrarische ondernemers in te veel onzekerheid gelaten.

Grondgebonden
De melkveehouderij is een sector die grondgebonden is en dat moet blijven. Ook NAJK onderschrijft dat. De mate waarin de sector grondgebonden moet blijven is voor de politiek een lastige keuze gebleken. De staatssecretaris stelt nu, na overleg met politieke partijen en de sectorpartijen een andere systematiek voor dan waar de sector voor heeft gepleit. Doordat deze nieuwe systematiek in hoofdlijn grotendeels dezelfde uitwerking als het eigen sectorvoorstel kan ook NAJK als één van de sectorpartijen zich vinden in het breed gedragen voorstel.

Grondgebonden zonder grond in eigendom
NAJK en de sectorpartners hebben er daarbij echter altijd sterk op aangedrongen dat grond ook aan een bedrijf gebonden kan worden zonder dat de boer deze grond zelf in eigendom of pacht heeft. Door het sluiten van kringlopen op regionaal niveau blijft groei mogelijk en wordt duurzame ontwikkeling bevorderd. In het huidige voorstel van Dijksma voor de AMvB worden te weinig mogelijkheden geboden. NAJK blijft zich inzetten, samen met de andere ketenpartners, om hier een oplossing voor te vinden. Staatssecretaris Dijksma verwijst in haar brief aan de Eerste en Tweede Kamer naar de mogelijkheden die de Meststoffenwet en het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid zouden bieden voor het aangaan van samenwerkingen tussen bijvoorbeeld akkerbouwers en melkveehouders. NAJK stelt dat deze mogelijkheden niet voldoende zijn en dat er aanvullende perspectieven geboden moeten worden. NAJK zal hierover met staatssecretaris Dijksma op korte termijn afspraken willen maken.

Zuivelsector positief over keuze voor verantwoorde groei

De samenwerkende partijen LTO Nederland, NZO, NMV en NAJK hebben een gezamenlijke reactie opgesteld in een persbericht. Lees deze hier.

Weidegang

Staatssecretaris Dijksma gaat in haar brief over de AMvB ook in op weidegang. Zij stelt dat het ambitieniveau voor weidegang moet worden verhoogd (van 70% in 2013 naar 80% in 2020). Over de wijze waarop dit moet plaatsvinden wil staatssecretaris Dijksma in gesprek met de partners van het Convenant Weidegang. NAJK is ook ondertekenaar van het Convenant Weidegang en is kritisch over het voornemen om het Convenant eenzijdig open te breken. NAJK hecht waarde aan de gezamenlijke en gedragen inspanning van alle ondertekenaars van het Convenant. In het gesprek met staatssecretaris Dijksma over het verhogen van het ambitieniveau zal dit uitgangspunt zijn voor NAJK.

De brief van staatssecretaris Dijksma aan de Eerste en Tweede Kamer over de AMvB grondgebonden groei melkveehouderij lees je hier.

Pacht, hoe nu verder?!

Vorige week sprak de Tweede Kamer met partijen en organisaties die belang hebben bij het pachtbeleid. Onderwerp van gesprek was de herziening van het pachtsysteem. Namens NAJK was Eric Pelleboer, voorzitter, bij dit rondetafelgesprek aanwezig.

Hoe gaat het nu verder met pacht? De Tweede Kamer heeft besloten om eerst een schriftelijk overleg te houden. Hierbij kan de Tweede Kamer schriftelijke vragen over dit onderwerp indienen bij staatssecretaris Dijksma. Dit schriftelijk overleg staat gepland op 31 maart. Na de beantwoording van de staatssecretaris zal de Tweede Kamer het debat aangaan met Dijksma over dit onderwerp. De datum voor dit debat staat is op dit moment nog niet bekend.

Eric Pelleboer zal in deze periode het gesprek aangaan met Tweede Kamerleden, medewerkers van het ministerie van Economische Zaken en betrokkenen bij het deelakkoord van Spelderholt. Doel van deze gesprekken is om gemeenschappelijke punten te vinden die bijdragen aan de ontwikkeling van een nieuw pachtsysteem. Voor NAJK is hierbij het visiedocument Pacht het uitgangspunt.

Wat deed NAJK voor jou in februari?

Iedereen bij NAJK zet zich dag in dag uit voor 100% in voor jou als lid. We zorgen bijvoorbeeld voor het materiaal, achtergrondinformatie of gespreksleiders voor interessante bijeenkomsten of discussieavonden, ontwikkelen trainingen en cursussen, geven vrijkaarten weg of behartigen jouw belangen in Den Haag of Brussel. Wat deed NAJK voor jou in februari? Hier een kleine greep uit alle activiteiten:

  • NAJK ledenvoordeel: NAJK-leden krijgen € 5,- korting op een entreekaart van de debatreeks ‘It’s the food, my friend!’ Dat kan door een ticket te kopen via de website van NAJK.
  • NAJK roept jonge boeren en tuinders op om met jouw idee in de prijzen te vallen. De meeste boeren hebben wel een trucje om looplijnen zo kort mogelijk te maken en gebruiksgemak te optimaliseren. Verras de onafhankelijke vakjury van het Innovatiefonds voor Telers hiermee  en maak kans op 10.000 euro om jouw innovatieve concept, product of dienst verder uit te voeren. Meld jouw innovatie voor 15 april 2015 aan op de website en maak kans op € 10.000,- om jouw innovatie werkelijkheid te maken.
  • NAJK is een nieuw initiatief gestart met JMA (Jongeren Milieu Actief). Samen zullen we gastlessen verzorgen op agrarische mbo-scholen over verduurzaming van de zuivel- en eierketen, zoals regionaal geteeld veevoer. Lees meer over dit nieuwe initiatief via deze link.
  • NAJK heeft suggesties aangedragen voor vereenvoudiging van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid bij het ministerie van Economische Zaken. Deze suggesties zijn door het ministerie overgenomen en ingebracht bij de Eurocommissaris van Landbouw Phil Hogan.
  • NAJK organiseerde in samenwerking met UNIFORM-Agri het afgelopen jaar RendementRanking. Doel van deze competitie was het verborgen rendement van melkveehouders te verlagen. Tijdens de finale in februari kregen de deelnemers inzicht in het bedrag dat zij afgelopen maand wisten te verdienen.
  • NAJK is een belangenorganisatie en vecht in Brussel en Den Haag om de positie van jonge boeren en tuinders te verbeteren. NAJK vraagt in de media en bij bijeenkomsten steeds aandacht voor de uitdagingen waar jullie voor staan. Afgelopen maand verschenen berichten van NAJK in onder andere Boerderij Vandaag en Nieuwe Oogst.

Wat zal NAJK voor jou doen in maart?

Natuurlijk zal er in maart ook veel door NAJK worden georganiseerd. Lees het laatste nieuws via de NAJK-website, dus houd die goed in de gaten. Hierbij alvast een voorproefje:

  • NAJK is nauw betrokken bij de discussies over het nieuwe pachtbeleid. Via de website van NAJK kan je onze inzet op dit dossier volgen. NAJK-voorzitter Eric Pelleboer sprak bijvoorbeeld onlangs in de Tweede Kamer over de visie van jonge boeren op dit dossier. Lees alles via deze link.
  • De stellingen van het discussiestuk ‘Gewasbescherming’ worden nu bij lokale en provinciale AJK’s bediscussieerd. Jonge boeren en tuinders, vertegenwoordigd in de 124 lokale en 10 provinciale afdelingen van NAJK, gaan tot en met eind maart de discussie aan met maatschappelijke organisaties en met elkaar over de ontwikkelingen in plantgezondheid. Jullie standpunten worden door NAJK uitgedragen. Jouw stem telt dus!

‘En de bodem, hij produceert voort?’

Een goede bodem is essentieel voor het behoud van het toekomstperspectief van de landbouw. Dit was uitgangspunt voor het symposium ‘De dubbele bodem van de Nederlandse landbouwgrond’, gehouden op 11 maart 2015 op Kasteel Groeneveld in Baarn. Het symposium werd georganiseerd door het ministerie van Economische Zaken (EZ) en het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK) en had 75 deelnemers.

“Wat moeten we en kunnen we doen voor het behoud en versterking van een goede bodemconditie?”. Deze vraag heeft extra betekenis nu de FAO 2015 heeft uitgeroepen tot het Jaar van de Bodem. Voor het symposium waren vertegenwoordigers van belangenorganisaties en financiële instellingen, projectontwikkelaars, (jonge) boeren, ministeries en provincies uitgenodigd. Kees Oomen, voorheen directeur Landbouw bij het ministerie van EZ, leidde de bijeenkomst.

Albert Vermuë, directeur van de Unie van Waterschappen, benadrukte de relatie tussen een goede bodem en goed waterbeheer. Een goede, vruchtbare (landbouw)bodem kan water vasthouden (droogte, bergingsfunctie) en leidt tot minder uitspoeling van nutriënten naar het oppervlaktewater. Waterschappen doen hier gezamenlijk onderzoek naar. Het Deltaprogramma Zoet Water en het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer bieden concrete uitvoeringsmogelijkheden.

Peter Sloot, directeur Aequator Groen & Ruimte, bepleitte verdere bewustwording door middel van een bodemconditiescore. De bodem staat onder toenemende druk door veranderingen in klimaat, teeltsystemen en veranderende pacht. Er is groeiend bewustzijn bij agrariërs dat er iets gedaan moet worden. Goede bodems zijn belangrijk voor een duurzame voedselproductie en kunnen opbrengstverbeteringen tot 30% mogelijk maken. Overheden zouden een grotere rol kunnen spelen in het belang van een blijvend goede bodem.

Arjan Ausma van Rabobank Nederland en Bert Hoeve van het Kadaster hebben tijdens het symposium het actieprogramma ‘Grondmobiliteit’ aangeboden aan Koen Bolscher van NAJK. Dit actieprogramma is ontstaan uit een brede consultatie van belanghebbenden op 2 juli 2014. De aanbevelingen uit het actieprogramma zijn voortgekomen uit de constatering dat op veel gronden, met name op de kort verpachte gronden, de bodemvruchtbaarheid drastisch daalt. Ook neemt het aantal gronden waarbij de bodemvruchtbaarheid te wensen over laat toe.

Bert Hoeve, directeur Ruimte & Advies van het Kadaster, liet zien dat een derde van de landbouwgrond in Nederland in eigendom is bij 65-plussers. Voor bedrijfsovername en bedrijfsontwikkeling door jonge boeren is het noodzakelijk om deze groep te stimuleren om sneller de grond over te dragen. De grondprijs gaat ondanks de crises omhoog. De omvang van verhandelde grond is de afgelopen jaren sterk gedaald, maar klimt inmiddels weer.

Arjan Ausma, sectormanager akkerbouw bij Rabobank Nederland, ging in op de internationale aspecten van voedselproductiviteit, landbouwarealen en veranderingen in de vraag naar voedsel. Hij benadrukte dat juist de stijging van de grondprijzen in Nederland niet meer in verhouding staat tot de opbrengsten van grond. Dit brengt risico’s met zich mee voor de bodemkwaliteit. Ook hij bepleit langere termijnen van gebruik.

De breed gedragen conclusies van het symposium zijn:
– Er is nader onderzoek gewenst naar het hele complex van grondeigendom, pacht, grondgebruik en bodemvruchtbaarheid.
– Een toekomstgericht bodembeleid biedt voldoende kwalitatieve goede gronden die toegankelijk zijn voor jonge boeren.
– Goede bodemverzorging leidt in principe tot hogere opbrengsten maar niet de opbrengst moet centraal staan, maar het behoud van de bodem zelf.
– Met een zorgvuldige landbewerking, gewaswisseling, bemesting en waterbeheer valt nog veel te bereiken in het verbeteren van de bodemvruchtbaarheid.
– Goed bodembeheer leidt aantoonbaar tot minder piekafvoeren en tot een betere vochthuishouding ten behoeve van met name drogere perioden.
– Bodembeheer moet inhouden dat ook onze kleinkinderen gezond voedsel kunnen verbouwen.

CDA’er Jaco Geurts over jonge boeren en tuinders

De Tweede Kamer richt zijn pijlen steeds meer op de voedselproducenten van morgen. In debatten strijden politici voor beleid waar jonge boeren en tuinders het land- of tuinbouwbedrijf mee kunnen voortzetten. CDA’er Jaco Geurts, Tweede Kamerlid en woordvoerder Landbouw, is één van de strijders. Hij vertelt in dit interview over het belang van agrarische bedrijfsopvolgers.

Wat is het belang van jonge boeren en tuinders in Nederland?

“Voor de toekomst van de agrarische sector in Nederland zijn jonge ondernemers van essentieel belang. Zonder boeren en tuinders verliest Nederland invloed op zijn voedselvoorziening en op de veiligheid van zijn voedsel.”

Is CDA de partij voor jonge boeren en tuinders?

“Jazeker. Het CDA heeft veel betrokken leden die de land- en tuinbouw een warm hart toedragen. Wij blijven met voorstellen komen, in de gemeenteraad, de provincie of landelijk, om boeren en tuinders te ondersteunen en hun bestaansrecht met hand en tand te verdedigen.”

Kunt u een voorbeeld van zo’n voorstel noemen?

“Het CDA heeft bij het debat over het mestbeleid aangedrongen op een POR-regeling en deze ook toegezegd gekregen. Deze regeling maakt het mogelijk voor pluimveehouders en varkenshouders om te groeien zonder productierechten. Productierechten zijn een belemmering voor jonge ondernemers.”

Op aanraden van NAJK heeft u het amendement ‘verbreding bedrijfsoverdracht’ ingediend in het wetsvoorstel ‘Verantwoorde Groei Melkveehouderij’…

“Dat klopt. Bij het lezen van de wet vond ik gelijk dat het een gemis zou zijn als de fosfaatreferentie bij bedrijfsoverdracht niet goed geregeld zou worden. Jonge agrariërs zouden ineens strengere mestverwerkingsregels krijgen dan diegene die zij opvolgen. Een jonge boer heeft al genoeg drempels om te overwinnen bij een bedrijfsovername. Een extra drempel die door invoering van de wet ‘Verantwoorde Groei Melkveehouderij’ zou ontstaan, wilde ik voorkomen.”

Hoe is de samenwerking tussen NAJK en CDA verder?

“De samenwerking tussen NAJK en CDA levert regelmatig concreet resultaat op. Zo wilde NAJK graag de vergroeningsverplichting in het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) verruimen. Door een motie van het CDA krijgt nu iedere boer de mogelijkheid om ieder jaar een andere keuze te maken voor de invulling van het ecologische aandachtsgebied.”

Wat staat er komend seizoen op het gezamenlijke programma van NAJK en CDA?

“Om de huidige mogelijkheden van bedrijfsovername te behouden en te versterken denkt het CDA samen met NAJK na over het huidige en toekomstige fiscale bestel voor de land- en tuinbouw. De beschikbaarheid van kredieten is daarbij ook van groot belang.”

Wat kunnen jonge agrariërs verbeteren?

“Het imago van de landbouw kan nog steeds beter. Jonge boeren en tuinders hebben daar ook een rol in. Zij doen er goed aan om omwonenden en stadsmensen te laten zien dat zij met oog voor hun omgeving en zorg voor hun dieren een bedrijf runnen. Laten zien wat je doet maakt het makkelijker om goodwill te krijgen voor bijvoorbeeld een nieuwe vergunning.”

Wat doet de politiek om ervoor te zorgen dat de wensen van de maatschappij terugkomen in de prijs van agrarische ondernemers?

“Vorig jaar heb ik namens het CDA de initiatiefnota ‘Een eerlijke boterham’ naar buiten gebracht. We waarschuwen daarin dat lage consumentenprijzen op korte termijn voordelig lijken, maar op lange termijn duur en risicovol is. De voedselproductie wordt Nederland uitgedreven en onze afhankelijkheid van instabiele landen neemt toe.”

NAJK spreekt in Tweede Kamer over herziening van pachtsysteem

NAJK was gister aanwezig bij het rondetafelgesprek Pacht in de Tweede Kamer. Tijdens dit rondetafelgesprek spraken Tweede Kamerleden met partijen en organisaties die belang hebben bij het pachtbeleid. Onderwerp van gesprek was de herziening van het pachtsysteem.

Staatssecretaris Dijksma heeft opdracht gegeven om het huidige pachtbeleid te evalueren. Op basis van de uitkomsten van die evaluatie hebben pachters en verpachters afgelopen zomer het deelakkoord van Spelderholt gesloten. In dit deelakkoord zijn door de sector afspraken gemaakt over hoe zij het pachtsysteem zouden willen veranderen. De Tweede Kamer heeft echter de uiteindelijke en beslissende stem. De discussie over hoe het nieuwe pachtsysteem eruit zou moeten zien wordt daarom nu in die Tweede Kamer gevoerd. In het rondetafelgesprek lieten de Tweede Kamerleden zich informeren over de visies van de belangrijkste belanghebbenden. Namens NAJK was voorzitter Eric Pelleboer hierbij aanwezig.

De organisaties in het rondetafelgesprek gaven aan de afspraken uit het deelakkoord van Spelderholt nog steeds te steunen. In dit deelakkoord worden verschillende nieuwe pachtvormen geïntroduceerd. “Dit geeft meer mogelijkheden, dus meer maatwerk, voor pachter en verpachter”, legt Pelleboer uit. “Ik heb namens NAJK in het gesprek met de Tweede Kamer benadrukt dat een vorm van pachtprijsbeheersing noodzakelijk zal zijn om te voorkomen dat de prijzen buitensporig stijgen. Buitenproportioneel zoals bij de pilots van RVOB. Een pachtprijsbeheersing op basis van de agrarische verdiencapaciteit van de grond werd door verschillende partijen voorgesteld, zo ook door NAJK.”

“Een ander belangrijk punt dat naar voren kwam tijdens het rondetafelgesprek was het belang van pacht voor jonge boeren”, vervolgt Pelleboer. “Juist voor jonge boeren is een gedegen pachtsysteem van groot belang. Ik verwacht dat pacht in de toekomst steeds belangrijker zal worden om voldoende beschikbare gronden te behouden, waardoor bedrijfsovername en bedrijfsontwikkeling mogelijk blijven. Pacht kan een alternatieve vorm van financiering gaan vormen, mits we dat nieuwe systeem goed vormgeven. Ik heb gister bepleit dat de het nieuwe systeem toekomstgericht moet zijn: toegankelijk voor jonge boeren, waarbij bodemgezondheid, voor langdurig duurzaam gebruik, voorop staat.”

De Tweede Kamer heeft besloten dat zij binnenkort een schriftelijk overleg zullen houden, waarbij de Tweede Kamer schriftelijke vragen over dit onderwerp kan indienen bij staatssecretaris Dijksma. Daarna zal de Tweede Kamer een debat voeren met de staatssecretaris. Wil jij op de hoogte blijven van alle ontwikkelingen omtrent pacht? Alle informatie vind je op deze pagina.

Jonge boeren en GLB-subsidies, hoe zit dat nou?

NAJK krijgt veel vragen van leden en accountants/adviseurs over hoe het zit met de subsidiemogelijkheden voor jonge boeren. Wie is de doelgroep en wat kunnen jonge boeren eventueel krijgen? Hoewel nog niet alles bekend is, wil NAJK zo veel mogelijk duidelijkheid verschaffen.

Binnen het Europese Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) zijn er twee pijlers waarbinnen specifiek voor jonge boeren subsidiemogelijkheden liggen: een uitbetaling (top-up) bovenop de waarde van de betalingsrechten per hectare via de eerste pijler en een indirecte investeringssubsidie (Jonge Landbouwersregeling) via de tweede pijler.

Top-up

De doelgroep van de top-up bestaat uit alle jonge boeren onder de 41 jaar die minder dan 5 jaar geleden een bedrijf hebben opgericht (of hebben overgenomen) of minder dan 5 jaar geleden zijn toegetreden tot een maatschap of andere rechtspersoon. Daarnaast dien je beslissingsbevoegd te zijn wanneer je in een maatschap of andere rechtsvorm zit. Voor starters geldt dat je op zijn vroegst in 2013 mag zijn gestart en 5 jaar voor de start geen landbouwbedrijf mag hebben gehad.

NAJK is van mening dat beslissingsbevoegdheid (ook) aannemelijk is voor jongeren die langer in maatschap zitten. Daarom is NAJK op dit moment volop in overleg met het ministerie van Economische Zaken en de Europese Commissie om ervoor te zorgen dat iedere jongere zelf kan bepalen wanneer hij/zij beslissingsbevoegd is. Onbekend is echter nog hoe beslissingsbevoegdheid (Europees) kan worden aangetoond en of het ook mogelijk is om de datum van ingang zelf te bepalen. Hierover hoopt NAJK zo spoedig mogelijk nadere informatie te kunnen verschaffen.

Het subsidiebedrag van de top-up bedraagt +/- € 50,- per hectare vermenigvuldigd met het gemiddeld aantal betalingsrechten van jouw bedrijf tot een maximum van 90 hectare.

Jonge Landbouwersregeling

De doelgroep van de Jonge Landbouwersregeling bestaat uit jonge ondernemers die bijna een bedrijf hebben overgenomen of reeds zelfstandig ondernemer zijn. Je komt alleen in aanmerking voor de regeling als dit jouw eerste bedrijf is en wanneer je in het verleden nog geen Jonge Landbouwerssubsidie toegekend hebt gekregen.

Wanneer je jonge boer in samenwerking bent (bijvoorbeeld in maatschap) kun je een percentage van de subsidie aanvragen dat gelijk is aan jouw percentage van het eigen vermogen binnen de samenwerking. Je zult minimaal 50% van het eigen vermogen op naam moeten hebben staan voor je het minimale bedrag aan Jonge Landbouwerssubsidie aan kunt vragen. Verder geldt: hoe dichter bij de overname, hoe hoger het subsidiebedrag. Het is dus aan te raden de subsidie aan te vragen op het moment wanneer de meeste ondersteuning nodig is: na bedrijfsovername.

De Jonge Landbouwerssubsidie wordt toebedeeld via een tendersysteem op basis van duurzaamheid. Dit betekent dat er een lijst komt van investeringen, verdeeld in een vijf categorieën, waarvoor je in aanmerking kunt komen voor Jonge Landbouwerssubsidie. De meest duurzame investeringen worden het eerste toegekend, net zolang totdat het budget (per provincie) verdeeld is. Welke investeringen op de lijst komen is op dit moment nog niet bekend, NAJK blijft hierbij nauw betrokken.

Het subsidiebedrag wordt naar alle waarschijnlijkheid 30% van een investering tot een investeringsbedrag van € 67.000,- per aanvraag. Het minimale bedrag om de aanvraag in behandeling te laten nemen is € 10.000,- (dit i.v.m. uitvoeringskosten) en het maximale bedrag is € 20.000,- (dit i.v.m. beperkt budget). Dit wordt in het geval van een samenwerking nog gecorrigeerd voor jouw aandeel in het eigen vermogen (let hierbij op de drempel van € 10.000,-).

Het aanvragen van de top-up zal synchroon lopen met de Gecombineerde Opgave. De Jonge Landbouwersregeling zal aan het einde van de aankomende zomer opengesteld worden.

NAJK schetst realistisch beeld van verdeling waterschapslasten

Het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK) reageert op de bewering van de Partij van de Arbeid (PvdA) over de oneerlijke verdeling van de waterschapslasten tussen boeren en burgers. NAJK acht het misleidend om de kosten te herleiden tot een prijs per vierkante meter grond in gebruik, zoals onder meer PvdA’er Marleen Barth afgelopen weekend in een Radio 1 uitzending deed.

“De campagnes voor de provinciale verkiezingen en waterschapsverkiezingen zijn in volle gang”, zegt Eric Pelleboer, voorzitter van NAJK. “Stevige statements horen daarbij. Wat de PvdA nu heeft gedaan doet geen enkel recht aan het werk van boeren en tuinders, waarbij in samenwerking met het waterschap iedereen droge voeten kan houden. ”De PvdA beweert dat de waterschapslasten oneerlijk zijn verdeeld. Volgens de partij betalen burgers 94% van de waterschapslasten, terwijl zij 38% van de grond in gebruik hebben. Boeren dragen volgens de partij 6% van de lasten, maar hebben 62% van de grond in gebruik. De PvdA meent dat die verdeling eerlijker kan.

“De PvdA zet een verkeerd beeld neer van de lasten die boeren dragen in het waterbeheer. Dit is misleidend voor burgers die straks zullen stemmen. Wij willen dat rechtzetten”, zegt Pelleboer. “Waterschappen hebben met reden een systeem waarbij de waterlasten worden verdeeld op basis van verschillende tarieven in categorieën. De vergelijking van de lasten op basis van grond in gebruik, zoals de PvdA nu doet, is niet rechtvaardig en doet geen recht”, aldus de NAJK-voorzitter. “De tarieven in categorieën zorgen voor een verdeling van de lasten op basis van bebouwing, infrastructuur en grondgebruik, die zijn veel belangrijker als het gaat om waterkwaliteit en waterafvoer. Kwaliteit en afvoer zijn essentieel om ons veilig te voelen, water te kunnen drinken, in te zwemmen of ons voedsel van te laten groeien. Bebouwde gronden, zoals steden en dorpen, vragen meer watermanagement door het waterschap. Dat is de reden dat de lasten hoger liggen.”

“Daarnaast”, vervolgt Pelleboer, “is er bij de PvdA geen oog voor alle extra taken en verborgen lasten voor agrarische ondernemers. Daar gaat de PvdA nu wel erg eenvoudig aan voorbij. Wij zagen de noodzaak om een completer beeld te schetsen, namens de agrarische ondernemers.”

‘Doen we graag!’

De campagnes omtrent de verkiezingen voor de waterschappen en provinciale staten zijn in volle gang. Met ‘Doen we graag!’ reageert NAJK op het bericht van PvdA’er Marleen Barth over de verdeling van de waterschapslasten.

Dagelijks bestuurder Doeko van ’t Westeinde aanwezig bij symposium ‘Vergroening als kans’

Namens NAJK is Doeko van ’t Westeinde aanwezig geweest bij het symposium getiteld Vergroening als kans. Het symposium werd georganiseerd door het Louis Bolk Instituut ter afsluiting van een vierjarig akkerrandenproject. Onder de naam ‘Bloeiend Bedrijf’ hebben 600 akkerbouwers in Nederland zogenaamde FAB-randen aangelegd. FAB staat voor functionele agrarische biodiversiteit. Het doel van deze randen was om op een natuurlijke manier gewasschade door plaaginsecten te voorkomen.


Het project is succesvol geweest als gekeken wordt naar het enthousiasme en de betrokkenheid van de deelnemers. Het insecticidegebruik in met name granen is sterk afgenomen. Door actief met akkerranden bezig te zijn, ging er voor veel akkerbouwers een wereld open. Kennisontwikkeling op dit gebied is dan ook een voorwaarde om deze manier van agrarisch natuurbeheer verder tot een succes te maken.

Tijdens het symposium is vooral nagedacht en gesproken over hoe in de toekomst dergelijke randen behouden kunnen blijven en hoe met de beperkte financiële middelen zichtbare biodiversiteit kan worden vergroot. Dat er een financiële vergoeding nodig is, is tijdens het symposium en in diverse workshops duidelijk geworden. Ook al dragen alle aanwezigen agrarisch natuurbeheer een warm hart toe. Betrokkenheid vanuit de hele keten is een voorwaarde om eindproducten met maatschappelijke meerwaarde tegen een hogere prijs te verkopen. Dat dit in lange complexe ketens met uniforme producten niet makkelijk is, is wel duidelijk geworden. In eerste instantie zijn er meer mogelijkheden voor nichemarkten.

Aangezien de huidige vergroeningsmaatregelen meer als last en verplichting gezien worden, zal het haar doel voorbij schieten werd gesteld. Toch zijn er best een groot aantal telers die zich voor akkerranden in willen zetten, maar die door de huidige voorwaarden hiertoe juist worden ontmoedigd. Ook van de jonge generatie boeren wordt gevraagd met oog voor omgeving te produceren. Dit wordt door NAJK onderschreven, maar het mag ondernemers niet in de weg staan.