In het hooi met… Geert Lindenhols

“Je moet nooit op één paard wedden”, zo vertelt Geert Lindenhols (41) over zijn verschillende ondernemingen. In het Drentse Zuidwolde runt Lindenhols een akkerbouwbedrijf gecombineerd met loonwerk, een bouwbedrijf en zo nu en dan verzorgt hij een tuinaanleg. Uitdagingen pakt Geert met twee handen aan. Zo ook bij het verbouwen en verwerken van koolzaad tot brandstof. In eerste instantie voor de auto-industrie, maar inmiddels rijdt zijn eigen trekker, een Claas Arion 520, ook op koolzaadolie. In het hooi met… Geert Lindenhols.

Tekst: Ellen van den Manacker
Beeld: Renske Smids

Je staat bekend als een pionier in koolzaad…

“Onze plaatselijke huisarts rijdt op koolzaadolie. Hij vroeg mij zeven jaar geleden of koolzaad ook in Drenthe geteeld kon worden. Ik wilde dat proberen. De teelt van koolzaad was niet moeilijk. Het vinden van een bedrijf dat mijn koolzaad kon verwerken tot olie, was wel lastig. Toen ben ik gaan klussen. Met aangekocht en bestaand materiaal heb ik een eigen oliepers gemaakt. Die werkt heel goed. Voor het reinigen van de olie heb ik een centrifuge uit Amerika gekocht.”

Inmiddels verwerk je het koolzaad niet alleen tot olie, maar kun je alle restproducten ook kwijt. Vertel!

“Ik vind koolzaad een heel mooi product, waar veel voordelen aan zitten. Zo is de teelt goed voor het organische stofgehalte in de bodem en de biodiversiteit: van een hectare koolzaad kunnen bijen 40 kilo honing produceren. Het koolzaad verwerk ik tot olie. De restproducten pers ik tot korrels, die worden gebruikt als eiwitbrok in de veehouderij. Dan komt er nog stro van het koolzaad. Het stro verkoop ik aan veeboeren. Een voordeel van koolzaadstro is dat het ammoniak bindt. Hierdoor hangt er minder stank in een stal. Het stro maal ik tot een centimeter. Als het stro wordt gemalen, dan komt er stof vrij. Van dit restmateriaal maak ik brokjes voor de palletkachel.”

Wanneer besloot je om jouw trekker op koolzaad te laten rijden?

“Koolzaadolie kan voor verschillende doeleinden ingezet worden. Ik verwerk het niet alleen voor de autobrandstof, maar ook voor smering van de kettingzaag of tegen bloedluis bij legkippen. Ik wou laten zien dat het ook mogelijk was om een trekker te laten rijden op koolzaadolie. Met hulp van de subsidie ‘Klimaatvriendelijke brandstoffen’ van de provincie Drenthe heb ik mijn trekker om laten bouwen. De ombouw heeft € 5.000,- gekost. Ik heb € 3.500,- subsidie gekregen.”

Welke aanpassingen waren nodig om jouw Claas Arion 520 op koolzaadolie te laten rijden?

“Via Google kwam ik terecht bij Tamatgreen, een bedrijf in Colijnsplaat dat samen met mijn plaatselijke dealer mijn trekker kon ombouwen. Ik heb mijn nieuwste trekker, een Claas Arion 520, laten ombouwen. Hier is een tweetanksysteem ingezet. De verbrandingstemperatuur van koolzaad ligt hoger dan bij diesel. Daarom start ik de trekker met diesel. Als na vijf minuten de motor warm is, schakel ik de trekker over naar de tank met koolzaadolie. Aan het eind van de dag laat ik de trekker weer lopen op diesel, zodat de leidingen schoon zijn en de trekker de volgende dag weer kan starten.”

Uit onderzoek is gebleken dat de motor van een trekker die op koolzaad rijdt na meer dan 2.000 draaiuren kapot gaat. Hoe ervaar jij dit?

“Als er verschillende vloeistoffen gemengd worden in de tank, dan ontstaan er problemen. Daarom werk ik met een tweetanksysteem.”

Hoe reageerden collega-boeren?

“Er zijn verschillende boeren wezen kijken bij mijn trekker. De meesten willen eerst de kat uit de boom kijken, maar ondernemen vrij weinig. Dat is denk ik bij veel boeren ook gemakzucht. Ze doen een telefoontje en de tankwagen komt langsgereden. Als veehouders straks een derde gewas moeten telen, dan zie ik goede kansen voor koolzaad. Als melkveehouders hun compost vervangen door koolzaad, komt er een hele andere denkwijze.”

Hoe zit het met de accijns en btw-verplichting op deze natuurlijke brandstof?

“De overheid stimuleert het rijden op koolzaadolie zeker niet. Over een liter koolzaadolie wat als brandstof gebruikt wordt, wordt 46 eurocent accijns geheven. Daar komt nog 21% btw overheen. Het is eigenlijk hetzelfde als wat men voor diesel betaalt. Dat is niet terecht vind ik. Koolzaad is veel milieuvriendelijker dan diesel.”

Kostprijs en marge voor Nederlandse boeren en tuinders

Druk op kostprijs en marge is er altijd geweest en zal er denk ik ook altijd blijven. Onlangs was ik bij een klant, een groenteteler, die met de vraag worstelde hoe zij verder moest. Kostprijs verlagen door opschalen van de productie? Andere afzetkanalen zoeken? Of iets heel anders gaan doen vanuit het bestaande bedrijf? Ze had ontdekt dat ze eigenlijk voor alles openstond.

HAS-opleiding

Aanleiding was de cursus Bedrijfskunde voor de tuinbouw (samenwerking HAS Hogeschool en Flynth)*. Die cursus zette haar aan het denken over de toekomst.

Inkomen op peil

In algemene zin zijn er enkele ingangen voor ondernemers, die ik ook bij onze klant heb voorgelegd, om hun inkomen op peil te houden. De eerste ligt bij de ondernemer zelf: heel scherp zijn en blijven op de eigen bedrijfsvoering. De uitdaging is om het steeds net een beetje beter te doen. De tweede ligt wat verder weg: actief samenwerking zoeken met anderen en zo sterker in de markt te komen. De melkveehouderij is daarin heel succesvol. In de sectoren groente en diverse akkerbouwgewassen is die sectoraanpak minder succesvol, waardoor veel ondernemers niet meer beschikken over georganiseerde afzetkanalen. Een derde ingang: voor een beperkt deel van de ondernemers is er meer toegevoegde waarde te behalen door lokale afzet of door het telen van hele specifieke producten. Randvoorwaarde is dan om het verschil te kunnen maken met anderen. Uiteindelijk is het belangrijk dat je energie krijgt van de keuze en er voor de volle 100% mee aan de slag kunt.

Tering naar de nering zetten

Als het financieel niet meezit reageren veel ondernemers daarop door harder te gaan werken, wat minder werk uit te besteden en de tering naar de nering te zetten. Op korte termijn helpt dat ook zeker, maar dat houd je vaak niet vol, zeker niet als je niet meer in jezelf investeert. Dan kun je snel in de gevarenzone komen. Dat voelde mijn klant wel aan en was dan ook blij met een steuntje in de rug. Het begint met een kritische omgeving zoeken, je gevoel onder woorden brengen en uiteindelijk een besluit nemen. Hoe liep het af met deze groenteteler? Binnenkort hebben we opnieuw een afspraak, dan hakt ze de knoop door.

Jan Breembroek, directeur Flynth Agro advies
jan.breembroek@flynth.nl

* Vanwege positieve reacties in de tuinbouw organiseert HAS Hogeschool in samenwerking met Flynth de cursus Bedrijfskunde nu ook voor melkveehouders en varkenshouders. Meer informatie: www.hashogeschool.nl/bedrijfsopleidingen-en-cursussen.
Flynth-partner

De prijs van de vrije markt

Voor ondernemers in de melkveehouderijsector neemt het belang van de kostprijs van de geproduceerde liter melk binnen hun bedrijfsvoering steeds meer toe. Het melkquotum is afgeschaft en bijna tegelijkertijd is de discussie over de gevolgen van de overschrijding van het fosfaatplafond opgelaaid. De kostprijs, wat kun je daar als melkveehouder mee om in te spelen op de vrije markt? En wat betekent dat voor jouw management?

Tekst: Kirsten Haanraads

NAJK ging hierover in gesprek met Gijs Baas en Ludo Bols van DeLaval. Gijs Baas is verkoopleider en Ludo Bols is Market Development Manager. Samen zijn zij de experts van DeLaval op het gebied van kostprijs binnen de melkveehouderij.

Kostprijsmanagement

“De ontwikkeling van de melkprijs is moeilijk in te schatten. Het managen van de kostprijs kan wel. Daar valt voor melkveehouders rendement te halen”, zegt Gijs Baas. Zowel Bols als Baas zien de noodzaak van het omlaag brengen van de kostprijs. Bols: “Wij verwachten dat de volatiliteit van de melkprijs zal toenemen. Om daarop in te spelen moeten ondernemers zich bewust zijn van de hoogte van hun kostprijs. Die verschilt van bedrijf tot bedrijf.”

“Ken je kostprijs”

“Voor een ondernemer wordt het cruciaal dat hij zijn kritische opbrengstprijs (KOP) kent. De kostprijs kan per bedrijf verschillen van 25 eurocent tot 37 eurocent”, aldus Bols. Grote verschillen, maar daarin liggen voor ondernemers juist ook mogelijkheden. “Melkveehouders worden zich meer en meer bewust van hun kostprijs, maar nog lang niet elke ondernemer heeft die voldoende in beeld.”

Tijdig bijsturen

Het begint met bewustwording van de hoogte van de kostprijs op het eigen bedrijf. Vervolgens kan die kennis benut worden om via management tijdig bij te sturen. De oplossing zit niet in besparen, maar in voorkomen. “Een voorbeeld: de opfokkosten van een vaars kunnen oplopen tot 1600 euro. Het kalf laten opgroeien tot melkgevende koe kost geld, pas in het begin van de tweede of voor andere bedrijven pas op het einde van de tweede lactatie gaat dat dier geld opleveren. Het verlengen van de levensduur van de koe is daarom belangrijk voor het optimaliseren van het rendement. Het voordeel is snel zichtbaar”, stelt Bols.

Ontzorgen bij de ondernemer

“Een ondernemer kan veel bereiken als hij zich tijdig laat informeren. Niet reageren als het al te laat is, maar ontwikkelingen volgen en dingen zien aankomen”, vertelt Baas. Daar ligt ook de rol van DeLaval: ontzorgen bij de ondernemer. “In meer en meer gevallen gaat het om automatisering, maar lang niet altijd. Het doel is ‘peace of mind’. Met accurate en tijdige informatie kan elk dier uit de kudde optimaal ingezet worden, bijvoorbeeld door de conditiescore van elke koe dagelijks te monitoren met de Body Conditie Score camera”, legt Baas uit. Met deze camera van DeLaval kan met beelden van een 3D-camera boven een terugloopgang, selectiestraat of robot de conditiescore van een koe bepaald worden. “Een melkveehouder kan op basis van die informatie passende maatregelen per koe nemen en zijn bedrijfsmanagement tijdig bijsturen. Dit vraagt geen extra werk, maar zorgt er juist voor dat de ondernemer beter en efficiënter met zijn werk om kan gaan. Dat levert significante besparingen van de kostprijs op. Wij zorgen voor de begeleiding en de bedrijfsspecifieke oplossing. Gebruiksvriendelijkheid voor de boer, dat staat centraal.”

De omgekeerde wereld | Wim Bos

Kostprijs, kostprijs, kostprijs… Zucht. Altijd maar die kostprijs. Natuurlijk moeten we daaraan werken en moeten we die goed in de gaten houden. Sterker nog, als we dat nooit gedaan hadden, waren we nu geen boer meer geweest. Het grappige van het hele ´kostprijs-in-de-gaten-houden-en-verlagen-verhaal’ is dat dit het hardst wordt geroepen door bankiers en accountants. Laten dat nou net de sectoren zijn die hun kostprijs altijd met zeer ruime marges doorberekenen. Banken verhogen als het enigszins kan de opslagen en liquiditeitstoeslagen en een financieringsaanvraag is geen service meer, maar wordt met een dikke factuur aan de aanvrager beloond. Accountants zijn een ster in alle gegevens die ze van de klanten verzamelen (lees: krijgen, met geld toe) in mooie tabelletjes te gieten, om ze vervolgens te publiceren met een ongezouten mening. Grote accountantskantoren hanteren vaak een 97% declarabele urenbeleid. Dit houdt in dat je als klant zelfs de minuten die de accountant op de wc doorbrengt met 100 euro per uur beloont. Dit zijn dus de mensen die ons adviseren om onze kostprijs in de gaten te houden en aan te scherpen. Grappig eigenlijk, zo’n omgekeerde wereld. En we praten ze allemaal na. Ik wil het eens van de andere kant bekijken. Hoezo kostprijs verlagen? Kunnen we niet beter onze opbrengstprijs verhogen? Kunnen we als sector niet eens prijszetter zijn in plaats van prijsnemer? Moeten we het altijd maar als zoete koek slikken als de prijzen van onze producten weer naar beneden gaan om wat voor vage reden dan ook? Velen van ons zien zichzelf als ondernemer, maar in hoeverre ben je ondernemer als je je eigen verkoopprijs niet eens bepaalt?

Geitenopfok- en geitenmelkbedrijf

Toen de prijzen in de varkenshouderij rond 1998 slecht waren en het wetsvoorstel ‘herstructurering varkenshouderij’ werd aangenomen, besloten de ouders van Leeke Bouwens (28) te stoppen met het varkensbedrijf in Gendt. De toekomst ‘boer worden’ viel voor Leeke in duigen. Er was geen boerenbedrijf meer om op te volgen. Tijdens zijn studie agrarisch ondernemerschap in Dronten ging Bouwens op onderzoek uit: in welke veehouderijsector kon hij starten zonder eigen kapitaal? Inmiddels runt Leeke samen met zijn ouders een geitenopfok- en geitenmelkbedrijf in Gendt en Heeswijk-Dinther.

Tekst: Ellen van den Manacker
Beeld: Renske Smids

Boer worden wilde Leeke al van jongs af aan. Zijn passie lag niet bij het opvolgen van het ouderlijk varkensbedrijf, maar bij het runnen van een melkveebedrijf. In de loop der jaren kwam Leeke erachter dat het onmogelijk is om een melkveebedrijf op te starten zonder kapitaal. “Bij het houden van melkkoeien moest ik melkquotum en grond aankopen. Daar had ik het geld niet voor”, vertelt de jonge ondernemer.

Nieuw-Zeeland

Hij vertrok naar Nieuw-Zeeland om daar zijn geluk op een boerenbedrijf te beproeven. “Na drie maanden was ik weer thuis”, vertelt Leeke. “Ik dacht: is dit het nou? Wil ik mijn familie en vrienden achterlaten om in het buitenland te gaan boeren?” Bij thuiskomst belandde Bouwens voor stage en werk op een geitenbedrijf. “Dat beviel mij erg goed.”

Fokken

De geitenhouderij inspireerde de jonge ondernemer. In het derde jaar van zijn studie zag Bouwens de kans om te beginnen met het fokken van geitenlammeren in de varkensstal van zijn ouders. “Samen met mijn vader heb ik 250 geitenlammeren aangekocht. Ik deed het regelwerk en mijn vader het uitvoerende werk”, blikt Leeke terug. De opgefokte geiten kon de familie Bouwens voor een goede prijs verkopen aan een boer die vanwege de Q-koorts geruimd was. De business beviel goed: “Het jaar daarop kochten we 500 geitenlammeren aan”, aldus een enthousiaste Leeke.

Q-koorts

Leeke trad in VOF met zijn ouders. “Ze durfden het avontuur aan te gaan met mij”, zegt Bouwens. Toen de Q-koorts uitbrak in de opstart van het geitenopfokbedrijf, brak er een onzekere tijd aan. “Er was een vervoersverbod en er mochten geen nieuwe melkgeitenbedrijven starten. De Q-koorts bracht veel onzekerheid met zich mee, maar het is uiteindelijk allemaal goed gekomen.”

Huurlocatie

Na het afronden van zijn studie wilde de jonge ondernemer het bedrijf gaan uitbreiden. “We dienden een vergunningaanvraag in om op het erf van mijn ouders een nieuwe stal voor melkgeiten te bouwen”, aldus Leeke. De vergunning was nog niet binnen toen het tijd was om de bok bij de geiten te doen. Dus besloot de geitenhouder op zoek te gaan naar een alternatieve locatie om zijn geiten te melken. “Ik kwam terecht op een locatie in Heeswijk-Dinther. De boer was gestopt met het melken van geiten toen de prijzen slecht waren”, legt Bouwens uit. “Ik heb gevraagd of ik de locatie mocht huren. Dat was geen probleem.” In februari 2012 lammerden de geiten en kon Leeke gelijk starten met melken op de locatie in Heeswijk-Dinther.

‘Perfecte plaatje’

Terugkijkend op die periode is Leeke blij dat hij gestart is op een huurlocatie. “Ik had het perfecte plaatje voor ogen: ik was klaar met school, de vergunning zou rond zijn en we zouden een nieuwe stal bouwen”, vertelt Bouwens. “Uiteindelijk vind ik het niet erg om eerst een locatie te huren. Het is een goede stap voor het bouwen van een nieuwe stal. Stel het melken beviel niet en we hadden een nieuwe stal gebouwd, dan zaten we daar voor de rest van onze levens aan vast.”

Taakverdeling

Inmiddels is het bedrijf van de familie Bouwens uitgegroeid tot twee locaties. In Gendt worden 700 opfokgeiten gehouden en op de locatie in Heeswijk-Dinther worden  900 geiten gemolken. “Ik ben verantwoordelijk voor het algehele management en de locatie met melkgeiten. Mijn ouders houden zich bezig met de caravanstalling en de opfokgeiten”, zegt Bouwens.

Bewust

Alle plannen voor het opstarten en uitbreiden van het geitenbedrijf heeft Leeke zelf geschreven. Als geen ander is hij zich bewust van de kostprijs en de opbrengstprijs. “Ik wist precies wat elk element in het bedrijf kostte en wat de melk en de geiten moesten opbrengen toen ik begon”, vertelt Leeke. In de afgelopen periode is er veel veranderd in de prijzen waar Bouwens destijds mee rekende. “De kosten voor voer zijn gestegen en de melkprijs is ook omhoog geschoten.”

Netto-resultaat

Omdat er in de geitensector geen quotum gehanteerd wordt, kijkt Leeke liever naar zijn netto-resultaat dan naar zijn kostprijs. Leeke: “Ik wil zoveel mogelijk liters melk afleveren. Natuurlijk wil ik dat de kostprijs zo laag mogelijk is, maar het moet niet ten koste van de productie gaan. Ik ben gefocust op het resultaat en resultaat kost geld.”

Creatief met de kostprijs

De bodem van de kostprijs is in de geitenhouderij nog niet gehaald, zo geeft Bouwens aan: “De prijs voor geitenmelk is nu hoog. Elke extra liter melk levert geld op. Als de melkprijs omlaag gaat, dan worden boeren creatief om de kostprijs ook te reduceren.” De kostprijs van voer probeert Leeke zo scherp mogelijk te houden. Dit doet Bouwens door het werken in voergroepen op basis van melkproductie. “Ik houd de melkproductie en de conditie van de geiten nauwlettend in de gaten. De hoogproductieve geiten daag ik uit door met minder voer dezelfde productie te leveren. Bij de laagproductieve geiten bekijk ik welke invloed het aanleveren van meer voer heeft op de melkproductie”, legt Leeke uit.

Groeien

Ondanks de wens om met deze hoge melkprijs zoveel mogelijk melk te produceren, wil Bouwens ook graag groeien. “Een geit hoeft niet elk jaar gedekt te worden om melk te geven. Omdat ik wil groeien laat ik de geiten elk jaar dekken, dat kost veel melk”, vertelt Bouwens. In de toekomst hoopt Leeke te groeien naar 1500 melkgeiten. “Het liefst melk ik die in een nieuwe stal in Gendt”, aldus de jonge ondernemer. De vergunningaanvraag ziet er volgens de jonge ondernemer rooskleurig uit: “Zoals het er nu uitziet, gaat de vergunning voor nieuwbouw op het bedrijf van mijn ouders goedkomen. Dit heeft alleen veel tijd nodig.”

De kostprijs in de pluimveehouderij

De kostprijs geeft de ondernemer inzicht in de verwachte kosten van het bedrijf. Met dat inzicht kunnen plannen voor investeringen, de markt en de bedrijfsstrategie gemaakt worden. Niet alle pluimveehouders zien de noodzaak voor het (ook nog) berekenen van de kostprijs. Jeroen van den Hurk, sectormanager pluimveehouderij bij Rabobank, legt uit waarom ze de kostprijs juist wél moeten berekenen. Rabo-partner

Tekst: Ellen van den Manacker

Hoe gaan pluimveehouders om met de kostprijs?

“De kostprijs wordt nog te weinig berekend. Veel pluimveehouders weten de kostprijs van eieren of vlees niet uit hun hoofd. Wat ze vaak wel weten is welke marge ze overhouden bij een bepaalde opbrengstprijs en voerprijs.”

Waarom is het belangrijk voor pluimveehouders om op de hoogte te zijn van hun kostprijs?

“Door de kostprijs te berekenen, weten pluimveehouders waar ze staan in hun bedrijfsvoering. In één oogopslag kunnen ze zien of kosten op de lange termijn terugverdiend kunnen worden. Daarnaast hebben pluimveehouders de kostprijs nodig om derde partijen te informeren.”

Welk element in de bedrijfsvoering speelt een grote rol in de kostprijs?

“Het voer bepaalt 60-70% van de kostprijs van pluimveehouders. Dat maakt hen heel afhankelijk van de ontwikkeling van de voerprijs. Door de toegenomen volatiliteit van voerprijzen wordt op dit onderdeel actiever management gevraagd. Dit kan door termijnafspraken te maken of door regionaal tarwe te kopen.”

Wat wordt vaak vergeten in de kostprijsberekening?

“Alle betalingen die verricht moeten worden vormen de kostprijs. Daarbij hoort ook het inkomen van de ondernemer. Het arbeidscomponent van een familieonderneming wordt vaak niet meegerekend in de kostprijs. Om continuïteit in de onderneming te waarborgen, is het belangrijk om elk jaar een bepaald bedrag te reserveren voor het inkomen van de ondernemer.”

Hoe kunnen pluimveehouders hun kostprijs berekenen?

“Naast het inzichtelijk maken van alle kosten van het bedrijf, kan ik pluimveehouders aanraden om een liquiditeitsbegroting te maken. In de liquiditeitsbegroting laat de ondernemer zien wat zijn verwachtingen zijn van de markt. Op basis van deze begroting kan de ondernemer scenario’s financieel testen. Ook kan de ondernemer elk kwartaal zijn kwartaalcijfers naast de liquiditeitsbegroting leggen. Zo kan hij zien wat er financieel gerealiseerd is en of de zeilen bijgezet moeten worden om de doelstelling te behalen.”

Wat doen pluimveehouders om de kostprijs te drukken?

“Zo scherp mogelijk inkopen en de dieren zoveel mogelijk laten produceren met een zo laag mogelijke voederconversie. Schaalvergroting is niet altijd de oplossing: de inkoopprijs van voer heeft een limiet. Om meer zekerheid te hebben in de kostprijs kunnen pluimveehouders afspraken maken over voeraankopen of de verkoopprijs vastzetten. Bij eieren is een koppeling tussen ei- en voerpijs gewenst. Dan ontstaat er een vaste marge welke meegenomen kan worden in de kostprijscalculatie.”

Is de bodem van de kostprijs in de Nederlandse pluimveehouderij bereikt?

“De bodem is nooit bereikt. Er zijn altijd nieuwe wegen om de kostprijs te verbeteren. Naar mijn mening kunnen bedrijven in de pluimveehouderijketen meer samenwerken. Door een betere afstemming in de keten kunnen nog slagen in de kostprijs gemaakt worden.”

Kijkt de Rabobank ook naar de kostprijsberekening van ondernemers bij een financieringsaanvraag?

“De kostprijsberekening is bij ons onderdeel van een financieringsaanvraag. In financieringsaanvragen werkt de Rabobank met een rentabiliteitsverwachting: verwacht een ondernemer dat met zijn businessmodel jarenlang voldoende uit de markt gehaald kan worden om kostprijsdekkend te zijn. Het zicht op de lange termijn is hierin erg belangrijk.”

Heeft u kostprijstips voor jonge pluimveehouders?

“Jonge ondernemers zijn bij uitstek geschikt om de kostprijs goed in beeld te brengen. Zij werken gemakkelijk met datasystemen, maar leggen ook sneller contacten met ketenpartijen.”

De kostprijs in de agrarische sector

De kost gaat voor de baat uit, oftewel: om te verdienen moeten eerst kosten gemaakt worden.  Om uiteindelijk een goed rendement te behalen, is het voor een ondernemer belangrijk om goed in beeld te hebben hoe hoog de kosten precies zijn. De kostprijsberekening kan een belangrijk instrument zijn om de koers van een onderneming te bepalen. Een zorgvuldige berekening geeft naast inzicht in de te verwachten kosten ook duidelijkheid over de benodigde omzet van het bedrijf.

 Tekst: Ellen van den Manacker
Illustratie: Henk van Ruitenbeek

De kostprijs speelt een belangrijke rol in het agrarisch ondernemerschap. Intensieve ondernemers en tuinders zijn al lange tijd gefocust op de kostprijs. Voor melkveehouders, die sinds 1 april 2015 produceren voor de vrije markt, zal de kostprijs een steeds grotere rol spelen in hun bedrijfsvoering. Akkerbouwers en in toenemende mate melkveehouders worden  in de berekening van de kostprijs geconfronteerd met de hoge grondprijzen in Nederland.

Som van kosten

Wat is de kostprijs eigenlijk? Van Dale omschrijft de kostprijs als ‘som van kosten die nodig zijn voor het maken van een product’. Er bestaan vele methodes om de kostprijs te berekenen. Bij alle berekeningen wordt gerekend met directe en indirecte kosten en vaste en variabele kosten.

Kostprijs beheersen

Door de kostprijs te beheersen kan een bedrijf inspelen op een winstgevende bedrijfsvoering. Efficiënter werken, bepaalde investeringen wel of niet doen en door de kwaliteit van productiemiddelen als grond, gebouwen, mechanisatie en voer kan de kostprijs worden beïnvloed. Onder druk van de markt is in de afgelopen jaren de kostprijs op agrarische bedrijven al flink gedrukt.

Kansen en bedreigingen

Over de rol die de kostprijs moet spelen in een bedrijfsvoering zijn de meningen verdeeld. Hieronder worden enkele kansen en bedreigingen uiteengezet:

  • Kans: Kostprijs geeft inzicht in bedrijfseconomische situatie. Door de kostprijs te bepalen en vooral door deze uit te splitsen in verschillende posten kan nauwkeurig bepaald worden waar het geld heen gaat.
  • Kans: Vergelijk de kostprijs met collega’s en voorgaande jaren. Accountantskantoren verzamelen veel gegevens van hun klanten en berekenen hieruit gemiddeldes. Door de eigen gegevens te vergelijken met deze algemene cijfers kan bepaald worden hoe het bedrijf presteert vergeleken met andere bedrijven.
    • Kans: Gebruik de kostprijs als indicatie voor de verkoopprijs. Er zijn steeds meer agrarische ondernemers die een onderscheidend product aanbieden om zo meer invloed te hebben op de prijs die zij ontvangen. Voor ondernemers die zelf de vraagprijs kunnen vaststellen kan de kostprijs een goede indicatie zijn bij het vaststellen van de vraagprijs.
  • Bedreiging: De focus op de kostprijs leidt de aandacht af van wensen uit de markt. Een volledige focus op de kostprijs maakt ondernemers blind voor de vraag uit de markt. Om rendabel te blijven in de bedrijfsvoering, moet een ondernemer zich altijd afvragen waar de markt om vraagt en daarop (proberen) in te spelen.
    • Bedreiging: De focus op de kostprijs leidt tot kortetermijnbeleid. Vaak is de kostprijsberekening gericht op de korte termijn. Hierbij wordt de langetermijnvisie wel eens vergeten. Besparen op bijvoorbeeld kwaliteit van bepaalde installaties, onderhoud of brandveiligheid kan op korte termijn de kostprijs drukken, maar op lange termijn voor hoge kosten zorgen als er een calamiteit ontstaat.
  • Bedreiging: Het draait niet om een lage kostprijs, maar om rendement. Een te sterke kostprijsstrategie kan de aandacht afleiden van waar het uiteindelijk om draait: het behalen van een goed rendement.

Uitbesteden

Een mogelijkheid om het financiële risico te drukken is het uitbesteden van bepaalde activiteiten. Denk daarbij aan meer werk laten doen door de loonwerker of bepaalde activiteiten, bijvoorbeeld verpakken, uitbesteden aan een telersvereniging. Hierdoor kan de aanschaf van dure installaties of machines worden voorkomen. Met het uitbesteden van werkzaamheden kunnen vaste kosten dalen en stijgen de variabele kosten. Als de productie terugloopt, betekent dat dus ook een afname in de totale kostprijs.

Brancheorganisatie akkerbouw lanceert website Akkerbouwplaza.nl

Onlangs heeft de brancheorganisatie akkerbouw de website www.akkerbouwplaza.nl gelanceerd. Op deze website staat alle akkerbouwgerelateerde informatie overzichtelijk bij elkaar. Het is mogelijk om van deze site je startpagina te maken en deze naar eigen voorkeur in te richten via zogenoemde ‘kavels’. Gedetailleerde markt- en prijsinformatie staat achter een ledenlogin dat nu nog via een gratis proeflidmaatschap te bereiken is. In de loop van de tijd zal hier een kleine bijdrage voor gevraagd worden. Kijk voor meer informatie op www.akkerbouwplaza.nl.

Maak kennis met de NAJK-vertegenwoordigers van de intensieve sector!

Vanaf heden zijn kalverhouder Piet Wisse en pluimveehouder Edward Satkowski afgevaardigden van het dagelijks bestuur van NAJK. Zij zullen in samenspraak met Annet van den Akker, dagelijks bestuurder bij NAJK met portefeuille intensief, de belangen van jonge kalverhouders en pluimveehouders behartigen. Maak door middel van dit interview kennis met de NAJK-vertegenwoordigers van de intensieve sector. 

Hoe zijn jullie betrokken geraakt bij het dagelijks bestuur van NAJK?

Annet: “Ik zit sinds juni 2013 in het dagelijks bestuur van NAJK. Binnen het bestuur ben ik verantwoordelijk voor de portefeuille intensief. In de afgelopen jaren heb ik mij hard gemaakt om jonge ondernemers in de intensieve sector op de kaart te zetten. Nu de stem van NAJK gehoord wordt, leg ik het belang bij een brede vertegenwoordiging van de intensieve sector. Mijn achtergrond ligt in de varkenshouderij, Piet Wisse en Edward Satkowski ondersteunen mij in de belangenbehartiging voor jonge kalver- en pluimveehouders.”
Edward: “Ik zit tweeënhalf jaar in het bestuur van GAJK. Binnen het bestuur draag ik zorg voor de portefeuilles intensief en maatschappelijk draagvlak. Hiervoor heb ik veel contact met Annet. Zij vroeg mij onlangs of ik namens NAJK afgevaardigde wilde zijn voor de pluimveesector. Die kans wil ik graag aanpakken. Ik woon in een pluimveegebied en zie hoe belangrijk het is dat de belangen van jonge pluimveehouders behartigd worden. Daarnaast leer ik er persoonlijk veel van.”
Piet: “Vanuit de LTO-vakgroep ‘Vleeskalverhouderij’ werd gevraagd of ik afgevaardigde van NAJK wilde zijn. Ik vind het belangrijk dat jonge kalverhouders beter vertegenwoordigd zijn, dus heb ik contact gelegd met Annet.”

Wat is jullie rol als afgevaardigde van het dagelijks bestuur?

Annet: “Namens NAJK schuiven Piet en Edward aan bij de LTO-vakgroepen ‘Pluimveehouderij’ en ‘Vleeskalverhouderij’. In de vakgroep hebben ze een adviserende rol. Daarnaast zullen zij ook gesprekspartner zijn van andere partijen die belangen van pluimveehouders en kalverhouders behartigen.”
Edward: “Het is belangrijk dat de mening van NAJK-leden goed verkondigd wordt. Daarom willen Piet en ik naast contact met Annet en organisaties uit onze branche ook van NAJK-leden horen wat er speelt in de sector. Dit doen we door nauw contact te houden met provinciale en lokale afdelingen.”
Annet: “Samen met Edward en Piet kijk ik welke items in de intensieve sector belangrijk zijn voor jonge ondernemers. Deze punten bespreek ik met het dagelijks bestuur van NAJK, met provinciale bestuurders en met mijn klankbordgroep. Als er een standpunt vanuit NAJK is gevormd, wordt dit ingebracht bij belangenbehartigingsorganisaties uit de betreffende sector door Piet of Edward.”
Piet: “De belangenbehartigingsorganisaties van kalverhouderij en pluimveehouderij zijn erg blij met de input van NAJK. Zij vinden het belangrijk om de stem van jonge boeren mee te nemen in de lobby en belangenbehartiging.”

Wat is een belangrijk onderwerp dat op dit moment speelt in jouw sector?

Edward: “De vogelgriep heeft de afgelopen periode veel aandacht gevraagd van de pluimveehouderij. Er lopen op dit moment onderzoeken om zulke ingrijpende ziektes in de sector te voorkomen.”
Piet: “De kalverhouderij krijgt met de hervorming van het Gemeenschappelijke Landbouwbeleid (GLB), waar de hectarepremie zijn intrede doet, veel minder subsidie. Om daarin tegemoet te komen wordt geld beschikbaar gesteld. Dat geld moet verdeeld worden in de sector.”
Annet: “Binnen de varkenshouderij gaat de Producentenorganisatie Varkenshouderij (POV) een belangrijke rol spelen. Met het wegvallen van de productschappen is de POV het nieuwe uitvoerende orgaan voor de Nederlandse varkenshouderij. Er liggen veel kansen, maar er zijn ook uitdagingen om de POV optimaal in te gaan zetten.”

Wat willen jullie bereiken voor jonge boeren in de intensieve sector?

Piet: “We willen kansen creëren voor jonge intensieve veehouders om het bedrijf over te nemen en te kunnen ondernemen met gezonde wet- en regelgeving.”
Edward: “Daarnaast vind ik het belangrijk dat er meer eenheid wordt gevormd in de pluimveesector. Een ziekte als de vogelgriep gaat de hele sector aan. Elke pluimveehouder moet zijn verantwoordelijkheid nemen om zo’n ziekte te voorkomen. Bewustwording van wat er speelt in de gehele sector is daarbij belangrijk.”

Wat zijn uitdagingen voor jullie binnen de intensieve sector?

Piet: “Door het wegvallen van subsidies uit het GLB is het lastiger voor jonge kalverhouders om te investeren in groei en innovatie. Het is voor mij een uitdaging om andere opties te vinden die ontwikkelingen op het kalverbedrijf mogelijk blijven maken. Daarnaast wil ik ervoor zorgen dat jonge kalverhouders extra gecompenseerd worden voor het wegvallen van de GLB-gelden.”
Edward: “Een bedreiging in de pluimveesector is de lage prijs voor eieren. Er is een structureel overschot aan eieren. Het houden van minder dieren biedt geen directe oplossing. Ik vind het een uitdaging om te zoeken naar nieuwe invalswegen om de prijs van eieren weer op peil te krijgen.”
Annet: “In de varkenshouderij zijn lage prijzen een structureel probleem. Jonge ondernemers moeten nadenken over hoe ze een meerwaarde voor hun product kunnen creëren op een manier die bij ze past.”

Wat is jullie gouden tip voor jonge intensieve ondernemers?

Piet: “Zorg dat je het beter doet dan een ander.”
Edward: “De kracht van ondernemen is het zien en durven pakken van kansen.”
Annet: “Stel jezelf open voor alles wat er om je heen gebeurt. Kijk verder dan je eigen bedrijf en leer van anderen.”

Piet Wisse

In het Friese Wâlterswâld runt Piet Wisse (27) samen met zijn vrouw een bedrijf met 700 witvleeskalveren. De kalveren worden door Wisse zelf ingekocht en verkocht. De passie van Wisse ligt bij het ondernemen en de kalveren: “Ik vind het een uitdaging om de kalveren zo goed mogelijk te laten groeien zonder de kostprijs uit het oog te verliezen.” Wil jij contact met NAJK-afgevaardigde Wisse over de kalverhouderijsector? Dat kan via zijn mobiele nummer: 06-274731841.

Edward Satkowski

Sinds twee jaar zit Edward Satkowski (23) in maatschap met een biologische pluimveehouder uit Gelderland. Samen houden ze op twee locaties in Eefden en Almen 15.000 leghennen. “Ik ben niet opgegroeid op een agrarisch bedrijf, maar heb wel altijd de ambitie gehad om boer te worden. Inmiddels werk ik meer dan zes jaar bij deze pluimveehouder en de kans om het bedrijf over te nemen deed zich voor. Die kans heb ik met beide handen gegrepen”, aldus Satkowski. Wil jij sparren met Satkowski over de pluimveesector? Je kan hem bereiken op zijn mobiele nummer: 06-53935054.

Annet van den Akker

Annet van den Akker (27) is door familie, vrienden en kennissen geïnteresseerd geraakt in de agrarische sector, met name de varkenshouderij. Na ruim zes jaar bij een gesloten varkenstopfokbedrijf gewerkt te hebben, is Van den Akker sinds juni 2013 werkzaam als accountmanager en backofficemedewerker voor een varkensfokkerijorganisatie. “De varkenshouderij is een dynamische sector. De ontwikkelingen gaan hard en er liggen veel uitdagingen en kansen voor de sector”, aldus Van den Akker. Wil jij in contact komen met Van den Akker over zaken in de varkenshouderij of de intensieve sector? Dat kan via haar mobiele nummer: 06-18060795 en haar mailadres: avandenakker@najk.nl.

Bekijk hier het opgemaakte interview. 

Het bestuur van…. AJK Zuidwesthoek

De 21-jarige Rens Mulder is na zijn mbo-opleiding Veehouderij direct in maatschap gegaan met zijn ouders. Samen runnen ze een melkveebedrijf net buiten Dwingeloo (Drenthe). Op dit moment melken ze 120 koeien en hebben ze 70 hectare grond in gebruik. Hiervan is 56 hectare grasland en 14 hectare maïs. In het nieuwe bestuur van AJK Zuidwesthoek is Rens actief als vicevoorzitter.

Waarom zit je in het bestuur van AJK Zuidwesthoek?

“Onze afdeling was doodgebloed. Om weer leven in de AJK te blazen, moest er een nieuw bestuur gevormd worden. Met hulp van DAJK is er een enthousiaste groep bestuurders bij elkaar gezocht. De huidige voorzitter is een oud-klasgenoot van mij, via hem hebben ze mij gevraagd voor het bestuur.”

Waar zijn jullie de laatste tijd mee bezig?

“We zijn voornamelijk bezig met het bij elkaar krijgen van een enthousiaste club jongeren die graag deelneemt aan onze activiteiten. Daarom organiseren we veel verschillende avonden. De startavond over weidegang heeft plaatsgevonden op ons melkveebedrijf. Ook hebben we een avond gehouden over fokkerij, waarbij we een spoedcursus veebeoordelen kregen.”

Hoe hebben jullie de doorstart van jullie AJK gemaakt?

“We hebben met behulp van de oude ledenlijst en ons netwerk uitnodigingen verstuurd naar jonge agrariërs in onze omgeving. Met het bestuur hebben we afgesproken dat ieder bestuurslid een auto vol jongeren meeneemt naar de activiteiten. Zo krijgen we snel een grote groep bij elkaar. We proberen ook veel reclame te maken via Facebook. Het belangrijkste is dat wij interessante activiteiten organiseren, dan komen de leden vanzelf.”

Wat zijn de grootste uitdagingen voor de komende tijd?

“We willen graag een grote club actieve leden krijgen, waarmee we bijvoorbeeld discussieavonden kunnen houden.”

Wat was jouw hoogtepunt binnen het bestuur?

“Mijn hoogtepunt was de eerste avond die wij georganiseerd hebben. Deze avond was bij mij op het bedrijf. Wij hebben net een nieuwe stal gebouwd en de aanwezigen vonden het leuk om dat te bekijken. We hadden een opkomst van ruim vijfendertig mensen. Daar ben ik enorm trots op!”