Het bestuur van… Tuinbouw Jongeren Westland

Tuinbouw Jongeren Westland (TJ Westland) heeft niet lang geleden afscheid genomen van vier bestuursleden.  Met twee nieuwelingen weten ze weer een sterk bestuur neer te zetten. De vereniging heeft ruim 300 leden en een hoge opkomst bij activiteiten. Hoe doen ze dat toch? Voorzitter Lambert Zwinkels (25) vertelt over zijn motivatie en ervaringen.

Hoe ben je in het bestuur van TJ Westland terechtgekomen?

“Voordat ik voorzitter werd van TJ Westland, was ik algemeen bestuurder. Vanuit deze functie ben ik doorgegroeid naar voorzitter.”

Waarom zit je in het bestuur van TJ Westland?

“Een functie binnen een bestuur is altijd goed voor mijn persoonlijke ontwikkeling. De groep waarmee wij het bestuur draaien is gemotiveerd en gezellig. Ik wil door middel van het bestuur een bijdrage kunnen leveren aan de toekomst van de glastuinbouwsector. Met ons bestuur zijn we constant op zoek naar creatieve ingevingen. Om uiteindelijk vanuit deze creativiteit een geslaagde avond te organiseren, geeft mij energie.”

Wat doet TJ Westland voor haar leden?

“Wij organiseren activiteiten in en rondom de tuinbouw. We vragen niet alleen een voor de hand liggende spreker, maar ook eens een keer eens spreker die buiten onze branche staat. We willen inspirerende en innovatieve avonden organiseren, die aanzetten tot beter ondernemerschap. Sinds een paar jaar zijn we actief op diverse social media, maar uiteindelijk moeten wij het vooral hebben van positieve mond-tot-mondreclame. Niet-leden moeten van leden horen welke meerwaarde TJ Westland te bieden heeft. Betere reclame kun je niet krijgen.”

Wat staat er binnenkort op het programma?

“Vorig jaar was het een groot succes, dus ook dit jaar organiseren we weer een avond met topsprekers. Ook staat er een rondleiding bij bierbrouwerij Gulpener op het programma. We willen innovatief blijven, stappen blijven maken en altijd een stapje voorlopen op de rest. Met deze houding blijft iedereen actief en roest je niet vast in gewoontes.“

Welk hoogtepunt hebben jullie bereikt binnen het bestuur?

“Wat ik vooral leuk vind, is dat we voor het eerst een vrouwelijke bestuurder hebben. En ik moet zeggen, het maakt ons bestuur op een positieve manier anders. Een vrouw in het bestuur zorgt voor meer creativiteit en er wordt gelet op details. In de tuinbouwsector zijn nou eenmaal niet zoveel vrouwen te vinden, dus dit is voor het bestuur een hoogtepunt te noemen.”

Rumoer in de handelsketen

De primaire sector zoals melkveehouders, varkenshouders en tuinders is van oudsher gewend om van bovenaf naar de handelsketen te kijken. De boer produceert voedsel dat uiteindelijk via verschillende schakels bij de consument terechtkomt. Maar hoe weet jij als producent wat er bij de consument speelt? Wie heeft de macht in de keten? Hans van Haaren, sectormanager Food bij de Rabobank, legt uit waarom het als producent belangrijk is om vanuit de consument te kijken naar de keten en jouw business.

Tekst en beeld: Colinda van Ekris

Met een focus op de Nederlandse voedselmarkt richt Hans van Haren zich op partijen in de schakel na de primaire productie: levensmiddelenfabrikanten, handelsbedrijven, de foodretail en -service. Volgens Hans wordt er in de keten onvoldoende met elkaar gesproken. “Er zijn veel schakels in de keten die elkaar niet begrijpen.”

Wie koopt jouw product?

“Agrarisch ondernemers weten alles van fosfaat, trekkers, luchtwassers en diervoeding, maar als je vraagt ‘Wie eet jouw varkensfilet?’ of ‘Wie koopt jouw eieren?’, dan kunnen ze daar vaak geen helder antwoord op geven”, vertelt Hans. Hij vindt het een must dat agrarisch ondernemers vanuit de consument naar hun eigen business kijken. ‘Waarom?’, zullen veel producenten denken. Hans: “Ook al kun je geen invloed uitoefenen op het consumentengedrag, je moet toch weten wat de consument beweegt. Waar deze consument zich ook in de wereld bevindt. Bij jou op de hoek, in Azië of misschien in Brazilië. Pas dan ben je gesprekspartner in de keten en kun je strategisch keuzes maken.”

Machtsverschuiving naar consument

Door overcapaciteit blijft er de komende vijf jaar een focus op prijs en druk op marge in alle schakels van de voedselketen. “Er is een tijd geweest dat partijen met activa de macht hadden in de keten. Nu is foodretail dominant met partijen als Aldi, Lidl, Jumbo, Superunie en Albert Heijn.” Rabobank ziet in Nederland een verschuiving richting de consument ontstaan. Partijen die de verbinding maken met de consument en een fijnmazige distributie hebben, krijgen meer invloed. Bijvoorbeeld Hello Fresh: “Met nieuwe technologie kunnen consument en producent rechtstreeks met elkaar communiceren. Wanneer ik tweet over de kwaliteit van de frambozen van Jumbo, heb ik binnen no-time reactie.” Ook de toenemende welvaart speelt een rol in deze verschuiving. “In opkomende landen waar de welvaart toeneemt, zie je bijvoorbeeld de behoefte aan vlees toenemen. Food is trendy geworden, het is lifestyle. We willen alles van ons voedsel weten, waardoor de keten steeds transparanter wordt. Daarnaast wordt gezond voedsel ook steeds belangrijker. In minder ontwikkelde landen is de volumecomponent dominant. Het doet er daar minder toe wat ze eten, als ze maar te eten hebben”, vertelt Hans.

Nederlands trots

De Nederlandse primaire sectoren hebben een gigantisch hoog kennisniveau en zijn zich zeer bewust van verduurzaming. Zeg maar wereldkampioen in efficiënt produceren van bijvoorbeeld tomaten en paprika’s. Een prachtig levensmiddelenpakket tegen een lage prijs. Maar waarom kunnen Chinezen zelf geen paprika’s produceren en importeren ze deze uit Nederland? We slepen veel met voedsel over de wereld. Misschien wel te veel: “Dit is een interessant vraagstuk voor alle schakels in de keten”, vertelt Hans. “Consumptie en productie komen dichter bij elkaar. Waarom zorgen wij, met onze kennis en kunde, er niet voor dat er dichter bij de eindgebruiker geproduceerd wordt?” vindt Hans.

Veranderen

Het is rumoerig in de voedselketen. De traditionele keten verandert in een razend tempo. De consument kan op allerlei manieren met diverse schakels in de keten communiceren. Middels integratie wordt de keten ook korter. Als je niets toevoegt heb je niets in de keten te zoeken. Friesland Campina legt zonder enige tussenkomst van bijvoorbeeld een handelaar, kaas onder het eigen label bij de supermarkt in het schap. “Een melkveebedrijf dat goed is in het produceren van melk voor een lage kostprijs blijft afhankelijk van de fabrikant. Wanneer de producent zelf zijn product vermarkt en daarmee voorwaarts integreert is hij minder afhankelijk van de keten”, legt Hans uit. Ook supermarkten zoeken de samenwerking op met andere partijen in de keten. Jumbo weet via La Place wat de consument buitenshuis lekker vindt. We eten immers op steeds meer momenten en vaker out of home. Op deze manier ontdekken ze de behoefte van de consument en gaan op zoek naar producten die meer toegevoegde waarde creëren en daardoor meer marge hebben. Bedrijven die zich toespitsen op één groep zijn veel afhankelijker van de markt. “In de huidige maatschappij moet je bedrijf flexibel zijn en mee kunnen bewegen met de grillen van de markt.”

Respect voor de producent

Nederlanders geven ongeveer 11% van hun inkomen uit aan voeding. Op wereldschaal geldt: hoe zuidelijker je gaat, hoe hoger het percentage is dat bewoners aan voedsel uitgeven. “De Nederlandse consument gedraagt zich beschamend. Wij kunnen jaarrond tegen scherpe prijzen en op loopafstand kwalitatief goede producten kopen. Daar mag toch wat tegenover staan? Consumenten mogen best meer respect tonen tegenover hun voedselproducenten, daarbij hoort een eerlijke prijs.”

Flexibel

Als ondernemer dien je elke vijf tot zeven jaar je strategie opnieuw tegen het licht te houden. Durf vanuit een ander perspectief naar je eigen bedrijf te kijken. Bijvoorbeeld de consument waar jouw product op het bord ligt, of een levensmiddelenfabrikant die jouw product verder tot waarde brengt. Blijf flexibel en maakt maximaal gebruik van technologie. Het verder verduurzamen is geen keuze maar een must. En als je een bepaalde activiteit minder goed kunt, zoek dan een solide samenwerkingspartner.

K.I. SAMEN trotse winnaar Jonge Boer Proof! 2015-2016

Tekst: Jolien Pastoors

Na een succesvol beursseizoen is K.I. SAMEN door de Jonge Boer Proof!-jury van NAJK verkozen tot overall winnaar. Tijdens de RMV Venray was K.I. SAMEN aanwezig met een opvallende stand. De koeien in de stand en het enthousiaste team trokken al snel de aandacht. “Jonge boeren zijn voor ons de toekomst”, aldus Kim Jaspers (26), foktechnisch adviseur bij K.I. SAMEN. Samen met algemeen directeur Gerbert Engelen (43) mocht zij de Jonge Boer Proof!-award in ontvangst nemen. Ze vertellen gepassioneerd over hun werk bij KI SAMEN.

Het ki-station, gehuisvest in Grashoek, is opgericht in 1982 vanuit onvrede over de op dat moment gangbare koe. “Mijn vader vond dat de koeien te weinig melk gaven en dat in Nederland niet het type stier aanwezig was om dit te verbeteren. Hij besloot als eerste om genetica uit Duitsland te halen”, vertelt Gerbert. Vanuit het melkveebedrijf richtten ze een particulier ki-station op. In de loop der jaren is K.I. SAMEN doorgegroeid tot een ki-station met 160 stieren en een melkveebedrijf waar ruim 400 koeien worden gemolken. Met ongeveer tachtig medewerkers die werkzaam zijn in binnen- en buitenland weet K.I. SAMEN zich goed op de kaart neer te zetten. En zoals het er nu uitziet, groeit K.I. SAMEN in de toekomst nog meer en meer.

Gedeelde interesse

De aanwezigheid op de RMV in Venray bood geïnteresseerden de kans kennis te maken met K.I. SAMEN. De beste manier om mensen te spreken die je normaal niet spreekt, is op de beurs. Het presenteren op de beurs kost K.I. SAMEN erg veel tijd, maar het trekt ook de aandacht. “Wij praten graag over onze koeien en stieren, maar de mensen die rondlopen op de beurs gelukkig ook. Met dit raakvlak gaan we met elkaar in gesprek”, aldus Gerbert. Juist de jonge boeren zijn meer dan welkom in de stand. “Ook wij denken aan de toekomst van agrarische bedrijven. Het is goed als de bedrijfsopvolger betrokken wordt bij de fokkerij van het vee”, vertelt Kim.

Insemineren, doe-het-zelf

K.I. SAMEN wil een compleet pakket aan service kunnen bieden aan haar klanten. “Naast de inseminatieservice heeft K.I. SAMEN een doe-het-zelf-service opgericht”, vertelt Gerbert. “Voorheen gebeurde insemineren altijd door een specialist, omdat deskundigheid een vereiste is bij inseminatie. K.I. SAMEN wist deze gewoonte te doorbreken door boeren te adviseren om een doe-het-zelf-cursus te volgen en vervolgens zelf te insemineren. Vroeger kon deze cursus gevolgd worden bij De Gezondheidsdienst voor Dieren. Sinds enige tijd bieden wij ook een doe-het-zelf-cursus aan. Boeren leren hierbij op professionele wijze zelf te insemineren.”

Kiezen op balans

Onderscheidend weet K.I. SAMEN te zijn in de beleidsvoering. In plaats van te kijken naar de scores van de koe, wordt er gekeken naar de balans van het dier. Minder sterke punten van een koe moeten gecompenseerd worden met sterke punten van een stier. “Elke boer wil een koe die oud wordt, weinig problemen heeft, elk jaar een mooi kalf krijgt en die makkelijk en veel melk produceert”, vertelt Kim. Om zo’n koe te fokken moet er balans zijn in de veestapel. “We laten de klant zien waarop onze keuze van een stier gebaseerd is. We kijken naar de koe en naar het milieu. Op basis daarvan kiezen we voor een bepaalde stier”, legt Kim uit. “Vertrouwen is de basis van onze verkoop. Het draait niet om veel verkopen, maar om deskundig advies.” Als een klant advies vraagt aan K.I. SAMEN voor de keuze van een stier, wordt niet direct de stier gekozen die op alle punten het beste scoort. Het kan zomaar een hele andere stier zijn dan die de boer in gedachten heeft. Maar zoals de slogan van K.I. SAMEN al zegt: ‘De praktijk bewijst ‘t!’.

DeLaval: marktsucces = voorzien in de behoefte van veehouders

Koecomfort verhogen met marktsucces: flexibele koeborstel en bodyconditiescore-camera

Tekst: Colinda van Ekris

Iedere veehouder wil succesvol zijn in het runnen van zijn bedrijf. Daarbij staan comfort en de gezondheid van zijn veestapel voorop. De producten en diensten van DeLaval helpen om dit succes te behalen. Zo is de flexibele koeborstel niet meer weg te denken uit de koeienstal, want goed gepoetst is beter gemolken! Met de bodyconditiescore-camera denkt DeLaval een volgend marktsucces te behalen. Niet alleen een marktsucces voor DeLaval, maar vooral een succes voor de veehouder en uiteraard de koeien zelf.

Een oer-Hollands product: de flexibele koeborstel van DeLaval. Geschikt om het welzijn en de gezondheid van koeien te bevorderen. Marco van Meerveld, salesmanager After Market bij DeLaval, durft dit gebruiksproduct wel een marktsucces te noemen: “Bij wel negentig procent van onze klanten hangt deze unieke borstel in de koeienstal.”

Plezier voor het dier

In samenwerking met een producent van horizontale borstels en Nederlandse veehouders ontwikkelde DeLaval begin 2002 de flexibele koeborstel. “Hiermee wilden we comfort in de stal brengen”, vertelt Marco. “De bestaande roterende horizontale borstels voldeden, naar ons idee, niet genoeg. Koeien moeten zelf kunnen kiezen waar zij zich laten borstelen. Daarnaast moet niet alleen de bovenkant, maar ook de zijkant van de dieren geborsteld kunnen worden.” Met twee draaimechanismen heeft de koeborstel het grootste comfortbereik. Onderzoeken hebben aangetoond dat het gebruik van een koeborstel een positief effect heeft op de gezondheid van de dieren. Marco: “Met het gebruik van de flexibele koeborstel is de noodzaak van het scheren van koeien minder geworden. De veestapel ziet er beter uit en de koeien hebben er plezier van.”

Blijven ontwikkelen

Een product van DeLaval wordt alleen succesvol als de veehouders en de koeien het waarderen. Marco: “Het succes van de flexibele koeborstel heeft ons gestimuleerd om meer vee een plezier te doen. Dit resulteerde in een verkleinde variant voor jongvee: de flexibele miniborstel MSB. Deze wordt ook wel bij geiten in de stal gehangen.” DeLaval is continu op zoek naar tools om haar klanten te ondersteunen. Anno 2016 is automatisering een belangrijk onderdeel. Sales Manager Capital Goods van DeLaval, Gijs Baas, vertelt over het nieuwste hulpmiddel om de conditie van de veestapel te meten: de bodyconditiescore-camera. “Om een goed resultaat te behalen is belangrijk dat iedere veehouder een gezonde en vitale veestapel heeft. Per lactatie verandert de conditie van een koe. Wanneer een koe kalft, kan de conditie van het dier achteruitgaan. De veehouder heeft als taak om de conditie te managen en te kijken of de koe zich weer herstelt.”

Bodyconditiescore automatiseren

De bodyconditiescore van de koeien bijhouden is voor veehouders tijdrovend en omslachtig. Om die reden wordt het door melkveehouders niet gebruikt en dat terwijl het de veestapel ten goede komt. “Onze nieuwe bodyconditiescore-camera neemt het werk van de veehouder over. Daarnaast werkt de camera nauwkeuriger dan wanneer je zelf een score bepaalt”, aldus Gijs. Hoe werkt het? De bodyconditiescore-camera maakt, iedere keer als de koe de melkstal verlaat, een 3D-beeld van de bovenkant van het kruis van de koe. De gegevens die hieruit gehaald worden, kunnen in een grafiek teruggelezen worden. Gijs: “Iedere koe krijgt een score tussen de één en vijf. In één overzicht krijg je duidelijk welke koeien afwijken van de ideale lijn. Deze komen op een attentielijst te staan en hebben extra aandacht nodig. Met het overzicht heeft de veehouder een goed beeld hoe zijn veestapel ervoor staat. “Alleen het analyseren van resultaten is niet voldoende. Naast het leveren van een product geven de Herd management specialisten van DeLaval concreet advies. Als de scores afwijken van de ideale lijn gaan we daarna kijken en zoeken een oplossing op bedrijfsniveau.”

Succesvol zijn ligt voor DeLaval niet alleen bij de organisatie zelf: “Een product is voor ons succesvol wanneer het voorziet in de behoefte van de veehouder”, vertelt Marco. “Wanneer wij met onze innovatie de behoefte invullen en hiermee bijdragen aan het bedrijfsresultaat van de veehouder, zijn wij dik tevreden.”

De sleutel tot succes | Janny Trouw

Wanneer is je bedrijf of product een succes? En waar krijg je energie van en zin om te ondernemen? Vragen die elke jonge, aankomende ondernemer zich bij voorbaat al zou moeten stellen. Want neem je het bedrijf van je ouders over, ga je, zoals vaak gebruikelijk, dan door op wat zij, of zelfs eerdere generaties, hebben opgebouwd? Of ga je écht je eigen koers varen? Dat is een lastige keuze waar je vooral lef voor moet hebben. Want omschakelen doe je ook niet zomaar. En je ouders vertellen dat je hun basis om wil gooien is nog veel lastiger.

Toch is het van cruciaal belang om heel goed te weten wat, voor wie en hoe je gaat produceren. Grootschalig of kleinschalig? Met of zonder direct contact met consumenten? Bij (Z)LTO krijgen we ook vragen van leden over wat wij doen of kunnen betekenen om meer of andere afzet, en daarmee opbrengsten, te genereren. Daar doen we zeker iets mee, zowel individueel als op sectorniveau via onder andere projecten. Dat levert vaak mooie marktsuccessen op. Al krijg je er natuurlijk geen garantie tot slagen bij. Zo’n aanpak met derden vergt vanzelfsprekend ook een investering, van jezelf en je portemonnee. Maar als je het goed aanpakt verdien je dat ongetwijfeld dubbel en dwars terug. Het laat je nadenken over zaken als trendwatching, storytelling, beleving en zingeving.

Er is al zoveel geprobeerd, onderzocht en gedaan; inspiratie genoeg om je in de goede richting te helpen! Maar volgens mij is de sleutel tot succes dat je vooral iets gaat doen waar je voor 200% achter staat. Ook als dat uiteindelijk het bestaande bedrijf en/of product blijkt te zijn. En om daar achter te komen, raad ik je aan om vooral eerst goed na te denken en je te laten adviseren voordat je je ergens aan verbindt. Zolang het maar met veel enthousiasme is! Succes!

Apps: bemesting verbeteren met je smartphone?!

Tekst: Colinda van Ekris

Stikstofmeststoffen zijn onmisbaar voor groei en ontwikkeling van landbouwgewassen. Maar overbemesting is schadelijk voor het milieu. Yara biedt oplossingen voor duurzame bemesting met minimale milieubelasting. Met het produceren van hoogwaardige meststoffen, kennis en oplossingen geeft Yara advies aan agrariërs om gewasopbrengst en kwaliteit te maximaliseren, met minimaal verlies van voedingsstoffen aan het milieu.

Gewaskennis is van fundamenteel belang voor een goede ontwikkeling van landbouwgewassen. Om kennis over het optimaliseren van de kwaliteit en opbrengst breed te delen, heeft Yara diverse tools en services ontwikkeld die in de Benelux nog nauwelijks ontdekt zijn. Zo heeft Yara drie apps ontwikkeld die gericht zijn op de belangrijkste nutriënten en bieden bijbehorende oplossingen.

Apps zijn geschikt voor smartphones en tablets van zowel Apple als met Android.

ImageIT app

N-behoefte meten

Met de Yara ImageIT-app maak je van jouw smartphone-camera of tablet een hightech-meetapparaat voor stikstof. ImageIT bepaalt de N-behoefte van wintertarwe en koolzaad in het vroege voorjaar voor de 1e gift. Je kunt dit eenvoudig doen door enkele foto’s te maken van je gewas en deze via de app te versturen naar de Yara-server. De app laat direct zien hoeveel stikstof er is opgenomen en hoeveel moet worden gestrooid om de optimale opbrengst en gewaskwaliteit te bereiken.

De optimale gift bij 2e en 3e strooibeurt kan worden bepaald met de Yara N-Tester. Deze meet het chlorofylgehalte van het blad. Variabel strooien op basis van verschillen in gewasontwikkeling binnen het perceel is mogelijk met de Yara N-Sensor®. Dit is niet nodig bij de 1e gift.

CheckIT app

Gebreksverschijnselen opsporen

Om telers bij een groot aantal gewassen te ondersteunen heeft Yara de CheckIT-app ontwikkeld. CheckIT is een hulpmiddel om gebreksverschijnselen in je gewas te identificeren. In drie stappen heb je de kern en oplossing van het probleem ontdekt. Na het kiezen van een gewas krijg je verschillende opties in beeld. Heldere foto’s laten de mogelijke problemen zien waardoor je de vergelijking met je eigen gewas kunt maken. Aanvullende uitleg van de symptomen en de mogelijke oorzaken helpen om de diagnose te bevestigen.

Als eenmaal de oorzaak van het tekort is vastgesteld, geeft de app verdere informatie over de invloed van het tekort op het gewas, welke bodemtypes vatbaar zijn voor dit soort tekorten en welke factoren het tekort erger kunnen maken.

CheckIT geeft een bemestingsadvies om het gevonden gebrek te corrigeren en suggesties om dit gebrek voor het volgende groeiseizoen te voorkomen. Ook ontvang je vrijblijvend een bemestingsadvies met Yara meststoffen.

Op dit moment is de app geschikt voor aardappelen, granen, aardbei, sla, appel, tomaat, paprika en komkommer. Regelmatig worden nieuwe gewassen toegevoegd.

Pure Nutrient app

Kennis opfrissen en aanvullen

Minerale stikstofmeststoffen (kunstmest) hebben, afhankelijk van hun samenstelling, een duidelijk effect op de opbrengst en het milieu. De Yara Pure Nutrient app geeft gefundeerde informatie over de belangrijkste aspecten van kunstmest. Deze informatie is grotendeels gebaseerd op onafhankelijk onderzoek en wordt populairwetenschappelijk gepresenteerd. De Yara Pure Nutrient app heeft als doel alle verschillen tussen minerale stikstofmeststoffen naast elkaar te zetten.

Het gaat dan om de verschillen tussen KAS (en soortgelijke meststoffen op basis van ammoniumnitraat), urean (en NTS) en ureum. Keuzes worden snel gemaakt op basis van prijs of gebruiksgemak, terwijl stikstofefficiency in Nederland leidend zou moeten zijn.Om telers te laten inzien hoe milieubelasting en kosten verlaagd kunnen worden en tegelijkertijd een optimale opbrengst behaald kan worden, worden in de app technieken toegelicht waarmee de N-efficiëntie verbeterd kan worden. Zo kan worden voldaan aan de hoge eisen die gesteld worden aan moderne hoogproductieve en duurzame landbouw.

De app is een must voor telers, adviseurs en iedereen die geïnteresseerd is in de landbouw- en milieukundige aspecten van het gebruik van stikstofmeststoffen.

Onderwerpen die aan bod komen zijn o.a.: prijsontwikkeling, nitraatuitspoeling, ammoniakvervluchtiging, precisielandbouw, strooierinstelling en productie van kunstmest. De app wordt regelmatig aangevuld met nieuwe onderwerpen.

5 x uniek

Uniek zijn, dat is één van de succesfactoren. Bied de wereld iets speciaals en word zichtbaar door je te onderscheiden van de rest. Een uniek product of verhaal maakt de consument nieuwsgierig. Vijf NAJK-leden vertellen over wat hun bedrijf of product uniek maakt.


 

Djûke van der MaatNaam: Djûke van der Maat
Leeftijd: 33 jaar
Woonplaats: Bunnik
Lid AJK: GAJK

Boeren in een modern jasje

De 33-jarige Djûke van der Maat is een jonge ondernemer met haar ogen en oren open voor de vraag in de markt. Niet voor niets werd ze in 2013 tweede tijdens de Beste boer van Nederland-verkiezing. Op boerderij Nieuw Slagmaat  in Bunnik zet Djûke met haar ouders heel wat bedrijvigheden op touw.

Nieuw Slagmaat is een gemengd bedrijf in een modern jasje. “Wij telen fruit volgens de principes van Milieukeur. In de boomgaarden worden milieuvriendelijke maatregelen getroffen door de inzet van natuurlijke vijanden”, vertelt Djûke. Hiermee onderscheiden zij zich en creëren biologisch evenwicht. Naast het telen van fruit heeft de familie Van der Maat blaarkopkoeien, een paardenpension, een maïsdoolhof, een sfeervolle landwinkel en zorgen ze voor boerderijeducatie.

Wanneer ben je succesvol? “Als je gelukkig wordt van wat je doet, de wereld iets kunt verbeteren en rond kunt komen, dan ben je succesvol”, aldus Djûke. Om uniek te blijven en te vernieuwen is Djûke bezig met nieuwe dingen zoals het telen van kiwi’s en onderzoek doen naar het verduurzamen van de teelt. Met  hartfruit.nl gaat ze de samenwerking met collega-boeren aan. Hartfruit.nl verkoopt duurzaam geteeld fruit. Djûke: “Ik heb veel ideeën opgedaan tijdens mijn Nuffield scholarship. Hiermee ben ik bij veel boeren in het buitenland geweest. Een echte aanrader!”
Kijk voor meer informatie op www.nieuwslagmaat.nl en www.hartfruit.nl.

 


 

Naam: Gerard MulGerard Mul
Leeftijd: 29 jaar
Woonplaats: Echten
Lid AJK: Middenveld-Zuid DAJK

Hoeve Sonneclaer: 100% boerderijbeleving

Op de biologische boerderij van familie Mul staat beleving voorop. Gerard Mul: “Wij willen meer toegevoegde waarde halen uit ons erf door de consument te laten beseffen hoe wij voedsel produceren en weer in contact brengen met de agrarische sector.” Hoeve Sonneclaer heeft verblijfs- en dagrecreatie, ook produceren ze producten met een sterke link naar de boerderij. Sonneclaer-ijs is het bekendste product. “We maken ons ijs klantgericht. Afnemers kunnen bij ons bestaande recepten naar smaak aanpassen maar ook nieuwe smaakcreaties aandragen die wij dan verder ontwikkelen. Ook telers kunnen hun eigen producten in ons ijs laten verwerken, daarmee hebben ze een uniek product.” Wat Hoeve Sonneclaer verder uniek maakt is dat bij de camping en dagrecreatie iedereen betrokken wordt bij de boerderij. “Er is geen speeltuin op het boerenerf maar het boerenerf is de speeltuin.”

Vanuit het kleine pachtbedrijf met 35 melkkoeien was er geen uitbreidmogelijkheid. Door verder te kijken naar de mogelijkheden van het bedrijf ontdekte Gerard wat hij graag naast het verzorgen van dieren wilde: een product maken en vertellen over de agrarische sector. “Met de recreatie op het bedrijf kunnen we vertellen over de sector en met het ijs halen we meer waarde uit onze eigen melk. Daarnaast kunnen we met dit product een verhaal vertellen.” Met nieuwe dingen en smaken probeert Gerard in te spelen op de markt, trends analyseren en te luisteren naar zijn klanten. “Ook haal ik veel inspiratie uit mijn reizen en ontmoetingen met professionals. Enkele jaren geleden heb ik de Youth Food Movement Academie gedaan. Ik vind het echt een aanrader om in contact te komen met andere lagen van de voedselketen.”

Voor Gerard is succesvol zijn: als je iets met plezier doet,  financieel volhoudt en andere mensen hiermee inspireert. “Ons product Sonnelaer-ijs durf ik wel succesvol te noemen. We groeien elk jaar gestaag doordat de afnemers tevreden zijn en dit doorvertellen. Het  concept van ons bedrijf is ook succesvol. Ook hiermee zien we groei en tevreden klanten.” Natuurlijk zijn er altijd verbeterpunten: “Organisatorisch gezien moeten wij het beter in de vingers krijgen. Om niet ten onder te gaan aan het ‘succes’ moeten we dit in goede banen leiden. Want soms liggen succes en mislukking heel dicht bij elkaar.”


 

Naam: Anko van StrienAnko van Strien
Leeftijd: 25 jaar
Woonplaats: Nieuwe Tonge
Lid AJK: AJK Goeree – Overflakkee

Minishovel voor reiniging ondergrondse ventilatiekanalen

De 25-jarige Anko van Strien heeft als klein kind vaak genoeg onder de roosters van bewaarruimten gezeten. Op zijn knieën schepte hij de ventilatiekanalen schoon. Dat viel niet altijd mee: “Ik vond het echt een rotklus”, vertelt Anko. Zo is het idee ontstaan om een machine te bouwen die dit werk gemakkelijker maakt. “Ik heb een paar jaar gefilosofeerd over hoe deze machine eruit moest zien. Op de middelbare technische school leerde ik tekenen en rekenen. De eerste 3D-tekeningen heb ik toen gemaakt.”

Er kampen meer akkerbouwers met deze vervelende klus. Het leek Anko daarom slim om zijn ideeën uit te werken en zich te gaan verhuren met zijn kanaalreiniger. “Er zijn wel machines op de markt die soortgelijke werkzaamheden kunnen. Deze schuiven de puinhoop naar de opening of zuigen het op. Mijn kanaalreiniger moest een echte krachtpatser zijn die zelfs modder uit de ruimte kan scheppen. De machine heeft een krachtige motor, rijdt op rupsen en is gemaakt van platen van 2 cm staal, met een gewicht van één ton kan het heel wat weerstaan.”

Na een jaar zelf met de kanaalreiniger te werken heeft Anko zijn machine verkocht. Deze wordt nu zelfs over de Nederlandse grens ingezet. “Ik ben begonnen met het bouwen van een nieuwe verbeterde kanaalreiniger. Met een nieuw frame, zwaardere motor, andere afstandsbediening en camera, hoop ik nog iets sneller en arbeidstechnisch beter te zijn.” Eind dit jaar wil Anko zijn klanten weer bedienen. “Met deze machine ben ik toch sneller en goedkoper dan wanneer je mensen inhuurt om de ondergrondse ventilatiekanalen leeg te scheppen. Er hoeven vaak maar twee roosters uit en arbeidstechnisch is het beter verantwoord. De boeren waar ik kom zijn allemaal tevreden, ze kruipen liever niet zelf onder de roosters.”


 

Naam: Arjan SandPaardenmelkerij 2
Leeftijd: 34 jaar
Woonplaats: Harbrinkhoek
Lid AJK: OAJK

Paardenmelk, een keer wat anders

De ouders van Arjan Sand kunnen zeggen dat zij een bijzonder bedrijf hebben. Met veertig melkmerries, twee goedgekeurde dekhengsten en ongeveer 30 paarden in de opfok hebben zij de handen vol aan hun paardenmelkerij. De vader van Arjan zag 34 jaar geleden voor het eerst een paardenmelkerij in Oost-Duitsland. Hij zag de kans om een eigen melkerij in Nederland op te zetten.

“Het unieke van paardenmelk is dat het voor meer dan 85% overeenkomt met humane moedermelk. Dit maakt dat paardenmelk veel kan herstellen en verbeteren in het menselijk lichaam, van ernstige huidproblemen tot problemen met de stofwisseling”, vertelt Arjan. Van de paardenmelk maakt de familie Sand poeder, capsules en een deel wordt gebruikt voor cosmetica.

“Succesvol zijn betekent bij ons wanneer je een positieve reactie via mond-tot-mondreclame weet te creëren.” In deze branche wordt dat niet makkelijk gemaakt. “Omdat het niet medisch bewezen is dat paardenmelk goed is voor het lichaam, mogen we deze claim niet gebruiken. We moeten alles verkopen via de particuliere markt, waardoor het lastig is om je doelgroep te bereiken”, vertelt Arjan.


Naam: Jacquelien LenferinkJacquelien Lenferink maïsdoolhof
Leeftijd: 21 jaar
Woonplaats: Fleringen
Lid AJK: AJK Tubbergen

Het Groot Twentsch Maïsdoolhof

Jacquelien Lenferink (21) is een echte ondernemer en zit vol ideeën. Samen met haar zus en twee broers regelde ze op jonge leeftijd voor het eerst een maïsdoolhof op het bedrijf van hun ouders in Fleringen. Nu, tien jaar later, ligt de organisatie grotendeels in haar handen. Het eerste jaar dat het maïsdoolhof werd georganiseerd, werden de kopjes, tafels, stoelen en een tuinhuisje nog geleend, niet wetende of het idee zou slagen. Het werd een groot succes, wat investeren in het volgende jaar mogelijk maakte. Afgelopen tien jaar heeft er ieder jaar groei plaatsgevonden. Dat is volgens Jacquelien de juiste instelling: “We bedenken nieuwe ideeën die we met het verdiende geld mogelijk het volgende jaar uitvoeren.”

Jacquelien geeft aan het knap te vinden hoe sommige ondernemers door weer en wind geld kunnen halen uit verschillende takken van het bedrijf en altijd positief weten te zijn. “Ik heb het niet zo op geklaag: wees creatief! Je bent extra succesvol als je je eigen plan trekt en een gewaagde stap durft te zetten. Het klinkt misschien cliché, maar er zijn nog veel agrarische ondernemers die hun bedrijfsvoering laten leiden door de meningen van anderen.”

Naast ‘Het Groot Twentsch Maïsdoolhof’ heeft de familie Lenferink ‘De Twentsche Bloemenpluktuin’, een uitnodigend terras en een speelweide. Met het maïsdoolhof een perfecte combinatie om te genieten van rust, plezier en het prachtige Twentse landschap.

Vier vragen aan Jildert Herder, afgevaardigde kalverhouderij

Vanaf heden is kalverhouder Jildert Herder (32) afgevaardigde van het dagelijks bestuur van NAJK. Jildert heeft de opleiding Bedrijfskunde & Agribusiness gevolgd en zal in de toekomst het kalverbedrijf in Wijnjewoude overnemen. Hij zal in samenspraak met Ronald van Leeuwen, dagelijks bestuurder bij NAJK met portefeuille intensief, de belangen van jonge kalverhouders behartigen.

Wat is jouw achtergrond in de kalverhouderij?

“In 2000 hebben mijn ouders een kalverbedrijf gekocht in Wijnjewoude: VOF Herder-Brouwer. Het bedrijf is in de loop der jaren uitgebreid van 560 naar 1487 dierplaatsen en 41 hectare grond. Van 2009 tot eind 2015 heb ik bij Agrifirm gewerkt als adviseur rundvee met als specialisme vleesvee. 1 januari dit jaar ben ik volledig actief op ons eigen bedrijf. De passie voor de kalverhouderij is bij mij gegroeid na de aankoop van de kalverhouderij.”

Wat ga je betekenen voor NAJK-leden?

“Ik vind het belangrijk dat jonge agrarische ondernemers een stem hebben en dat ze daadwerkelijk gehoord worden. Als afgevaardigde kalverhouderij kan ik deze stem vertegenwoordigen. Fosfaat is een belangrijk onderwerp waar momenteel veel over gepraat wordt. De nieuwe generatie boeren zal invloed ondervinden van veranderend beleid, dus de mening vanuit deze doelgroep moet vertegenwoordigd worden. Ik wil de stem van de jonge kalverhouders meenemen in lobby en belangenbehartiging.”

Wat wil je bereiken als afgevaardigde?

“Net als iedere kalverhouder wil ik een gezonde en vitale kalverhouderij in Nederland zien. Niet alleen nu, maar ook in de toekomst. Ik wil mijn steentje bijdragen aan een goede toekomst van de kalverhouderij. Samen met de andere afgevaardigden ga ik zorgen voor vertegenwoordiging van de nieuwe generatie agrariërs in Nederland.”

Wat zijn je ambities voor de toekomst?

“Momenteel zit ik in maatschap met mijn ouders. In de toekomst ga ik het bedrijf volledig overnemen. Ik wil het bedrijf, waar mogelijk, optimaliseren en zorgen voor een gezonde balans tussen het bedrijf en mijn gezin.”

Denk niet zwart, denk niet wit

Het zal niemand ontgaan zijn, zeker na deze BNDR over marktsuccessen niet: voor een goed rendement moet je produceren waar de vraag in de markt naar is. Vaak wordt gedacht dat dit alleen voor nichemarkten geldt. Ik vind dat dit geldt voor elk product in elke productgroep, ongeacht de stempel gangbaar of niche. Zeker de toekomstige generaties jonge boeren en tuinders moeten weten voor wie of welke markt ze produceren. Bewustzijn van je positie maakt je sterker, zeker wanneer je je duidelijk onderscheidt van anderen. Dit kan met een lagekostenstrategie tot aan het produceren van producten met de hoogste meerwaarde. Wat daarvoor nodig is, is afstappen van zwart-witdenken: dat gangbare land- en tuinbouw tegenover biologisch staat, bulk tegenover kwaliteit en intensieve landbouw tegenover natuurlijk.

Ik kom zelf niet vaak in de supermarkt, maar als ik er kom zie ik een groeiende diversiteit aan producten. In topsegmenten zijn regionale producten, Beter Leven-producten en extra gezondheidstoevoegingen eerder regel dan uitzondering. Ook in de lagere segmenten zal vraag naar differentiatie komen. Hetzij zonder veel prijsverschillen, want die ruimte is er niet bij de minderbedeelde consument. Doordat er meer aandacht komt voor de herkomst van voedsel en de gezondheidskenmerken, denk ik dat de variatie in het assortiment alleen maar toeneemt. Verwerkers zullen meer dan ooit gaan afwegen met welke producenten zij zaken doen. Die positie krijgen zij in een overvolle markt.

Verschillende ondernemers zijn reeds succesvol met onderscheidend ondernemerschap. Uniek zijn is echter niet alleen bepalend voor succes. Het moet ook terugverdiend worden. Ook wanneer je goed bent in het produceren van de ‘gangbare’ producten geldt dat de productiewijze en vermarkting bepalend zijn voor de vraag naar jouw product. Welke afnemer wil zaken met je doen en tegen welke prijs? Ook zo kun jij je als jonge ondernemer onderscheiden in de markt. Dus zowel in prijsvechterssegment als in het tussen- en topsegment. Wanneer je goed weet waar je voor produceert, welke prijs je daarvoor nodig hebt en welke prijs hiervoor kan staan, liggen er mogelijkheden genoeg voor financiering. Kijk eens op die manier tegen jouw productie aan. Succes!

Sander Thus,
Dagelijks bestuurder NAJK met portefeuille bedrijfsovername