NAJK dient zienswijze in op voorgestelde wijziging Besluit Gewasbescherming en Biociden

NAJK is tegen het voorstel van wijziging van het Besluit gewasbeschermingsmiddelen en biociden. Dit wijzigingsvoorstel geeft de minister van LNV de mogelijkheid om alternatieven te verplichten voor chemische gewasbeschermingsmiddelen, niet alleen voor de genoemde actieve stof glyfosaat, maar in potentie voor alle chemische middelen.

NAJK heeft een zienswijze ingediend op dit voorstel, hierin benoemd NAJK de volgende punten:

  1. Met het voorstel kan de minister direct ingrijpen in het toelatingsbeleid en worden het hiervoor verantwoordelijke CTGB en EFSA buitenspel gezet.
  2. De criteria waaraan een alternatief moet voldoen, zoals ‘noodzakelijk, geschikt en evenredig’, kunnen op verschillende manieren worden opgevat. Misverstanden over deze criteria en een verschil tussen hoe het in theorie en in de praktijk uitpakt, zullen leiden tot willekeur.
  3. Het gebruiken van een alternatief voor een chemisch middel kan aan het begin van een groeiseizoen een haalbare optie lijken, maar dit kan in de praktijk uiteindelijk heel anders uitpakken, flexibiliteit en keuze uit verschillende methoden en is daarom noodzakelijk voor de agrarisch ondernemers.
  4. Dit voorstel tot wetswijziging geeft de minister de mogelijkheid om alternatieven te verplichten, niet alleen voor de nu genoemde actieve stof glyfosaat, maar in potentie voor alle chemische middelen. De huidige voorgestelde criteria houden onvoldoende rekening met een allesomvattende aanpak.
  5. NAJK heeft al eerder richting het ministerie benadrukt dat waar mogelijk de sector zich zoveel mogelijk inzet voor het gebruik van alternatieven, maar, waar noodzakelijk, het gebruik van glyfosaat wel mogelijk moet blijven.
  6. NAJK vreest dat met dit voorstel en deze criteria, het gebruik en de doorontwikkeling van nieuwe technieken, zoals spuiten met precisietechnieken, waarvan minder middelgebruik het resultaat is, stil zal komen te liggen.

Lees de volledig zienswijze die NAJK heeft ingediend hier.

NAJK en Aeres Hogeschool Dronten zetten beweiden centraal tijdens Grasweidedagen 2024

Op dinsdag 23 en woensdag 24 april stond de Aeres Farms Dronten in het teken van de Grasweidedagen 2024. Het projectteam Wei & Maatschappij van NAJK en het lectoraat Grasland en Beweiding van Aeres Hogeschool Dronten prikkelden de gedachten van de 170 aanwezige NAJK-leden en studenten rondom het thema ‘weidegang’.

Tijdens de Grasweidedagen, met dit jaar als thema ‘Groen Goud: Van weide tot meerwaarde’, werden er verschillende workshops gegeven door diverse organisaties binnen de agrarische sector. De deelnemers konden kiezen uit twee workshoppakketten en volgen gedurende de dag vijf workshops.

Voor een ieder wat wils
Van prikkelende stellingen rondom de toekomst van weidegang en een vers-gras analyse in het LG-lab tot  alle ins en outs van kruidenrijk grasland en samen brainstormen over de automatisering van weidegang. Er was tijdens de Grasweidedagen voor een ieder wat wils. Agrifirm, Barenbrug, BoerenNatuur, DeLaval, DMS, ForFarmers, Limagrain, PPP-Agro, veehouder Maiko Kemp, WUR en NAJK zelf, lieten aan de hand van de verschillende workshops de jonge agrariërs nadenken over (de meerwaarde) van weidegang.

Veel pro-weidegang studenten
‘Weidegang is belangrijk voor de toekomst van de melkveehouderij’ en ‘Weidegang vergt veel vakmanschap’, zomaar twee stellingen uit de workshop van NAJK die een prikkelende discussie op gang hielpen. Er waren dit jaar veel pro-weidegang studenten aanwezig. Deels door hun intrinsieke motivatie en deels door de financiële stimulans. “Het waren twee waardevolle dagen waarbij er veel kennis en ervaringen zijn uitgewisseld en we inzicht hebben gekregen in elkaars standpunten”, vertelt Roos Roelevoeld (projectleider bij NAJK) enthousiast.

Nagenieten
Heb je de Grasweidedagen 2024 helaas moeten missen of ben je gewoon benieuwd naar de foto’s? Geniet samen met ons nog even na via onderstaande fotogalerij!

De grasweidedagen zijn onderdeel van het Aeres-project ‘Kennis voor grasland en beweiding’ en het NAJK-project ‘Wei en Maatschappij’. Lees hier meer over het project Wei en Maatschappij.

Het lot van de jonge boer in handen van de Tweede Kamer: duidelijkheid over mestproblematiek blijft uit

Het kabinet heeft op vrijdag 5 april een brief verstuurd naar de Tweede Kamer over de mestproblemen in de agrarische sector. Deze zijn onder meer het gevolg van het verlies van derogatie en het aanwijzen van NV-gebieden en bufferstroken. Bij jonge veehouders, zeker in gebieden waar veel gebruik wordt gemaakt van de derogatie, zijn mestafzetkosten gigantisch gestegen. Hierdoor zitten onze jonge veehouders in de problemen. NAJK vindt dat er een goed uitgewerkt plan van aanpak moet komen voor de korte en de lange termijn: anders is een koude sanering onvermijdelijk.

De Kamerbrief is een antwoord op vragen van de formerende partijen die gesteld zijn aan het demissionaire kabinet. Bij deze brief bevindt zich ook een plan van aanpak, die door het kabinet in de maak was als invulling van een kamerbreed verzoek om te komen tot een oplossing voor de mestproblematiek. De Kamer zal moeten besluiten of dit plan in zijn geheel, gewijzigd, of totaal anders uitgevoerd moet worden om de acute mestproblematiek op te lossen door het kabinet: huidig of nieuw. Ongeacht waarvoor gekozen wordt: als de Tweede Kamer nog een landbouwsector wil over 10 tot 15 jaar, zal het jonge veehouders door deze mestcrisis heen moeten helpen. NAJK geeft een korte reflectie op de problematiek, het plan van aanpak en haar inzet in de Tweede Kamer.

Disbalans in de mestmarkt
Balans in de mestmarkt ontstaat als mestproductie, mestverwerking en mestplaatsingsruimte in evenwicht zijn. Door het wegvallen van de derogatie, het aanwijzen van de NV-gebieden en de bufferstroken is de plaatsingsruimte drastisch afgenomen. Hierdoor is er een acute crisis ontstaan op de mestmarkt met als gevolg dat jonge veehouders hoge kosten voor mestafzet voor hun kiezen krijgen. “Door deze opstapeling van tegenslagen komen overnames van melkveebedrijven en bedrijfsvoeringen van jonge melkveehouders in gevaar. Gezien de vergrijzing van onze sector kan dat niet de bedoeling zijn”, aldus portefeuillehouder melkveehouderij, Ruben Klein Teeselink. Het plan van het kabinet was een poging om tot een oplossing te komen, maar nu is de Tweede Kamer aan zet. NAJK waardeert dat het kabinet een poging heeft gewaagd tot het zoeken naar een oplossing voor het probleem. Het is een aanzet, maar het biedt geen volledige oplossing voor een evenwicht op de mestmarkt op de korte en (middel)lange termijn.

Reflectie plan van aanpak
In het plan van aanpak (waar nog geen Kamer meerderheid voor is) zitten positieve en negatieve onderdelen. De brede vrijwillige opkoopregeling die benoemd wordt, ziet NAJK als een goed instrument om ruimte te geven aan de boeren die willen stoppen. De mestproductie zal hierdoor gaan zakken met als gevolg dat een generieke korting mogelijk wordt voorkomen. Dit is enkel een oplossing voor de middellange termijn. Daarnaast zorgt het ook voor een structurele daling in de stikstofdeken waardoor PAS-melders gelegaliseerd kunnen worden. “Ook interimmers moeten hier volgens ons gebruik van kunnen maken”, aldus Klein Teeselink. NAJK is opgelucht dat het kabinet afziet van een generieke korting op korte termijn, omdat deze maatregel desastreuze gevolgen zal hebben voor het verdienvermogen van jonge veehouders. Ook waardeert NAJK de verhoging van de graslandsubsidie die ervoor zorgt dat de financiële druk bij jonge melkveehouders iets wordt verlicht.

Als het gaat om een nieuwe derogatie stelt het plan van aanpak dat de Europese Commissie hiervoor geen ruimte ziet. “Voor jonge veehouders is dit desastreus en heeft dit grote gevolgen”, aldus Klein Teeslink. Het op korte termijn toestaan van RENURE is een belangrijk onderdeel voor NAJK en daarom is er ook waardering voor de inzet van het kabinet op dit onderwerp. De randvoorwaarden en de toelatingstermijn van RENURE zijn nog niet ingevuld, maar zeer bepalend voor de vraag of het ons gaat helpen. Dit baart NAJK grote zorgen. Duidelijkheid is snel vereist. In de brief wordt ook het afromen van fosfaatrechten en dierrechten bij verhandeling gezien als een oplossingsrichting voor het verminderen van de mestproductie. NAJK is blij dat het kabinet ziet dat deze maatregel grote negatieve effecten heeft op jonge veehouders, omdat zij te maken krijgen met duurdere fosfaat- en dierrechten. Enkel aandacht voor dit probleem is niet voldoende. Het uitblijven van een concrete oplossing hiervoor geeft jonge veehouders grote onzekerheid. “De Tweede Kamer moet jonge veehouders hiervan uitzonderen, omdat de verhoging van de investeringskosten voor fosfaat- of dierrechten hun toekomstperspectief enorm ondermijnt”, aldus Wendy Kicken portefeuillehouder pluimvee, varkens, en kalverhouderij. De invulling van grondgebondenheid middels een graslandnorm is een ander punt. “Hoewel NAJK niet tegen een grondgebonden melkveehouderij is, is het voor ons onduidelijk en niet logisch wat de graslandnorm als invulling hiervan bijdraagt aan een nieuw evenwicht op de mestmarkt”, aldus Klein Teeselink.

Inzet in de Kamer
De mestproblemen moeten worden opgelost en de Tweede Kamer is daarvoor nu aan zet. Het plan van het kabinet biedt handvatten, maar is nog lang niet afdoende. De Tweede Kamer zal moeten bepalen of en zo ja, hoe zij ons verder willen helpen met concrete maatregelen. “Welke maatregelen de kamer ook gaat treffen, er moeten concrete afspraken gemaakt worden over hoe de overheid jonge boeren helpt om deze maatregelen op hun bedrijf toe te passen. Als deze afspraken niet gemaakt worden, dan geeft dit nul perspectief voor jonge boeren.”, aldus Kicken. NAJK zal zich hiervoor hard maken in de gesprekken die de komende weken gevoerd worden met de landbouwwoordvoerders van de Tweede Kamer.

Beslissende periode voor Nederlandse melkveehouders en zuivelindustrie

De Nederlandse zuivelsector staat voor een beslissende periode. In de komende weken moet duidelijk worden of de huidige mestcrisis kan worden gekeerd. De afbouw van derogatie, de invoering van bufferstroken en de aanwijzing van NV-gebieden zorgen voor een groot verlies aan plaatsingsruimte van dierlijke mest. De balans is uit de mestmarkt gehaald met als gevolg dat de hele Nederlandse melkveehouderij in een acute crisis is beland door het niet kunnen plaatsen van mest. Daarmee stevenen we op een koude sanering af. Het voortbestaan van een vitale zuivelketen in Nederland is in gevaar: Doorontwikkeling van de sector, bijdragen aan de maatschappelijke doelstellingen en voedselvoorziening wordt onmogelijk voor boeren en zuivelondernemingen.

Gezien de uitzonderlijke omstandigheden en acute crisissituatie trekt de zuivelsector (vertegenwoordigd door de belangenorganisaties van melkveehouders, de Nederlandse Zuivel Organisatie en ZuivelNL*) gezamenlijk op. De sector heeft de afgelopen weken concrete ideeën aangedragen bij het ministerie die op korte en lange termijn oplossingen bieden. De minister van LNV heeft de analyse van de gevolgen van afbouw derogatie erkend en is op de hoogte van de urgentie van het probleem. Deze periode is de minister met Brussel in gesprek of zij bereid zijn mee te werken aan een pakket maatregelen om de crisis op te lossen.

Ambitieuze toekomstvisie
De Nederlandse melkveehouderij is zich zeer bewust van haar verantwoordelijkheid. Daarom is recent een ambitieuze Toekomstvisie Melkveehouderij opgesteld waarmee invulling wordt gegeven aan:

  • de opdracht om als ondernemers bij te dragen aan voedselzekerheid.
  • de maatschappelijke opgaven rond natuur, klimaat en hoe te produceren met respect voor de milieugebruiksruimte.

De melkveehouderij is een zeer diverse sector en kent verschillende bedrijfsconcepten en systemen. Van biologische bedrijven tot hoog technologisch en van zeer extensief tot gespecialiseerd intensief. Dit is een kracht die benut moet worden om als sector van maximale waarde te zijn voor Nederland. Daarnaast is ons land één van de vruchtbare delta’s in Europa en kreeg Nederland derogatie om een belangrijke bijdrage te kunnen leveren aan voedselzekerheid.

Kunstmest verminderen en dierlijke mest optimaal benutten
De afbouw van derogatie geeft de perverse prikkel om meer kunstmest te moeten gebruiken. En dat terwijl kunstmestproductie veel fossiele energie kost en belastend is voor het milieu. In tegenstelling tot kunstmest bevat dierlijke mest een breed scala aan nutriënten en organische stof en past het bij een natuurlijke en bedrijfseigen kringloop. Bovendien wijst onderzoek uit dat op grasland de uitspoeling van mineralen uit dierlijke mest beperkter is dan bij gebruik van kunstmest. Dierlijke mest is daardoor gunstiger voor de kwaliteit van het grond- en oppervlaktewater. Kunstmest verminderen en dierlijke mest optimaal benutten voor evenwichtsbemesting is dus een win-win situatie. Het huidige beleid gaat hier echter volledig aan voorbij en draagt daarmee ook niet bij aan het verbeteren van de waterkwaliteit.

Concrete ideeën voor korte en lange termijn oplossingen
Voor oplossingen die op korte en lange termijn bijdragen aan de balans op de mestmarkt hebben de  organisaties concrete ideeën aangedragen bij het ministerie.

1. Per direct permanente grasland derogatie op basis van dierlijke mest.
Derogatie heeft grote invloed op de mestbalans en is in staat de mestmarkt te herstellen. Dit kan door de oude derogatie te herstellen, te pauzeren of een nieuwe derogatie in te richten. Er zijn specifieke invullingen aangedragen door grondgebonden bedrijven en de biologische melkveehouderij.
2. Herziening van bufferstroken voor graslandpercelen langs alle waterlichamen, deze worden maximaal 0,5 meter.
3. RENURE erkennen als kunstmestvervanger. Hierdoor kan dierlijke mest nog beter worden gewaardeerd, breder worden toegepast en hoeft er minder kunstmest te worden aangekocht.
4. Blijvend inzetten op vrijwillige stoppersregelingen om de mestproductie op korte termijn te laten dalen. Dit biedt ruimte voor de blijvers en daarom is het van belang dat er een bredere/nieuwe stoppersregeling komt die voor meer bedrijven aantrekkelijk is. Voor een verdere daling van de mestproductie kan ook overwogen worden het percentage afroming fosfaatrechten bij overdracht buiten familieverband te verhogen.

De snelheid waarmee de sector plaatsingsruimte verliest, maakt het simpelweg onmogelijk om (binnen de termijn) te voldoen aan de door Brussel opgelegde regels. Europa kan Nederland houden aan het halen van gestelde opgaven en in het uiterste geval een ingebrekestellingsprocedure opstarten. Maar aan het onmogelijke kan niemand worden gehouden.

Een oplossing is nú nodig om de problemen waarin de melkveehouders zijn gebracht weg te nemen.

 

Organisaties: Dutch Dairymen Board, LTO-vakgroep Melkveehouderij, Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt, Nederlandse Melkveehouders Vakbond, De Natuurweide, Netwerk GRONDig, Nederlandse Zuivel Organisatie, ZuivelNL

Reparatiewet amendement Wet Dieren moet door, maar wel met inhoud convenant

Vrijdag 1 maart heeft minister Adema een brief naar de Tweede Kamer gestuurd over dierwaardige veehouderij. Hierin geeft hij een eerste set van maatregelen weer die hij als minister wil nemen als de nota van wijziging van de Wet Dieren (reparatiewet) wordt aangenomen. NAJK is blij met het wijzigingsvoorstel van de minister en is hier voorstander van, maar vindt dat de inhoud niet bepaalt moet worden door de politiek, maar door een maatschappelijk akkoord tussen sectorpartijen, ketenpartijen en de Dierenbescherming. Daarnaast moet het hand in hand gaan met afspraken over randvoorwaarden en borging dat boeren niet afgerekend worden op onredelijke eisen.

 

Reparatiewet

De reparatiewet die de minister naar de Tweede Kamer heeft gestuurd, moet het amendement op de Wet Dieren uit mei 2021 herstellen, welke op 1 juli 2024 zou ingaan. Het amendement was namelijk vaag over de vraag: wat is nu een dierwaardig bestaan, en wat betekent dat voor het houden van dieren? Het amendement nam hierover niks op, waardoor anders de rechter middels gerechtelijke uitspraken zou bepalen wat dierwaardige veehouderij is. “Als de reparatiewet niet wordt aangenomen, dan weten we pas na een heleboel rechtszaken wat we met onze dieren moeten doen als veehouders om aan deze wet te voldoen. Daarom is het goed dat de minister deze nota van wijziging heeft voorgesteld en dat steunen wij”, aldus Ruben Klein Teeselink, dagelijks bestuurder NAJK met de portefeuille melkveehouderij. Voor de invulling van een dierwaardig bestaan heeft de minister kenbaar gemaakt welke maatregelen hij wil treffen. Ook beschrijft hij dat hij zware maatregelen nu niet wil nemen, omdat hij het maken van grote keuzes aan het kabinet wil laten. Klein Teeselink: “NAJK is van mening dat de gehele inhoud van de reparatiewet van de Wet Dieren bepaalt moet worden door sector- en ketenpartijen in samenwerking met de Dierenbescherming. Wij zijn bezig om met elkaar een convenant dierwaardige veehouderij te sluiten. We zijn ervan overtuigd dat dit gaat lukken”.

 

Ontbreken autoriteit en randvoorwaarden

De Kamerbrief laat zien dat grote stappen zetten op nog meer dierenwelzijn veel geld kost. Het vrijmaken van budget, laat het kabinet over aan het volgende kabinet. Daarnaast is het vanwege de demissionaire status van het kabinet niet mogelijk om de andere benodigde randvoorwaarden te scheppen. “De randvoorwaarden en de onafhankelijk autoriteit zijn het kloppend hart van het convenant dierwaardige veehouderij. Een onafhankelijke autoriteit moet bepalen welke stappen reëel zijn om te zetten door veehouders. Als de markt niet wil betalen en de overheid geen ondersteunend beleid treft, dan zitten veehouders klem. De onafhankelijke autoriteit zorgt ervoor dat stappen gezet kunnen worden met alle ingrediënten die alle betrokkenen nodig hebben. De autoriteit wordt door de hele hoofdtafel gedragen, waardoor dit de kern van het convenant is.”, aldus Wendy Kicken portefeuillehouder pluimvee, varkens en kalveren.

 

NAJK zal zich inzetten in de Tweede Kamer dat de nota van wijziging wordt aangenomen. Echter de inhoud moet door de sectorpartijen, ketenpartijen en de Dierenbescherming middels het convenant dierwaardige veehouderij ingevuld worden. Met de bijbehorende randvoorwaarden zoals budget en een onafhankelijke autoriteit.

Jonge boeren boos over verlaging tarieven basispremie en ecoregelingen

Vandaag, vrijdag 1 december, heeft Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit de voorlopige tarieven voor de basisinkomenssteun en ecoregelingen 2023 gepubliceerd. Deze tarieven zijn door overschrijding van het budget lager dan voorafgaand aan het seizoen werd aangegeven. Jonge boeren zijn zeer boos, gefrustreerd en gedemotiveerd door deze aanzienlijke verlaging. Het voelt als een steek in de rug. Dit is onacceptabel en voedt het wantrouwen in de overheid.

Op vrijdag 17 november schreef demissionair minister Adema al dat de verwachting was dat het budget niet toereikend was.  De voorlopige indicaties van RVO lieten zien dat meer boeren dan verwacht in aanmerking komen voor de goud-premie van de ecoregelingen. De aanvraag voor de basisinkomenssteun was hoger door de toevoeging van de landschapselementen.

“Dit kan niet. Dit is onacceptabel. Boeren worden nu niet beloond, terwijl zij juist geïnvesteerd hebben, bijdrage aan de duurzaamheidsopgaves en zich massaal hebben ingezet. Verlaging van de tarieven, doet op z’n zachts gezegd geen recht aan alles wat de boeren afgelopen seizoen gedaan hebben. In de financiële berekeningen hebben boeren rekening gehouden met een bepaald bedrag. De tarieven worden aan het eind veranderd, als er door boeren niks meer aan gedaan kan worden. Dit frustreert enorm. Ook demotiveert dit om zich volgend jaar nog in te zetten. Jonge boeren zijn enorm boos. Dit voelt als een steek in de rug.”, aldus Gerben Boom, dagelijks bestuurder NAJK met de portefeuille internationaal. NAJK roept de overheid op om zich met alles in te spannen om extra budget vrij te maken zodat de boeren toch naar inspanning beloond kunnen worden. Boom: “Daarnaast moeten we met elkaar gaan nadenken over een systeem hoe we aan de ene kant overschrijving van het budget kunnen voorkomen en er aan de andere kant budget blijft liggen door onderbenutting. Wat nu is gebeurd, mag niet meer gebeuren!”.

Felicitatie aan winnaars Tweede Kamerverkiezingen 2023

NAJK feliciteert alle winnaars van de Tweede Kamerverkiezing van harte met hun overwinning! “NAJK ziet uit naar een goede samenwerking met de nieuwe Tweede Kamer en toekomstige regering. Jonge boeren en tuinders hebben behoefte aan een sterke, duurzame agrarische sector met toekomstperspectief en een goed verdienvermogen. Wij gaan graag aan de slag met de politiek en overheid om hier met elkaar aan te gaan werken. “, aldus NAJK-voorzitter Roy Meijer.

Jonge boeren en visverwerkers kijken in elkaars keuken

Na het succes van vorig jaar (2022) vond er 17 november opnieuw een uitwisseling plaats tussen jonge boeren en jonge visverwerkers. Dit maal werd er een bezoek gebracht aan de vissector op Urk en de agrosector in Emmeloord. De organisatie van de uitwisseling was opnieuw in handen van het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK), Agrofoodcluster, Firda (voorheen ROC Friese Poort) en Young Seafood Leaders Visfederatie.

Het doel en aanleiding van deze tweede uitwisseling was elkaars wereld beter te leren kennen en begrijpen. De agrarische en vissector hebben meer gemeen dan vaak gedacht kan worden. Dat bleek tijdens de uitwisseling des te meer.

Uitdagingen en kansen voor de vissector
De dag werd begonnen bij de Visserij Cooperatie Urk waar Albert Hartman de groep van in totaal 12 aanwezigen meenam in de uitdagingen van de visserij maar ook de kansen. Uitdagingen werden besproken, die ook in het middagdeel aan de agrarische kant terug zouden komen: ruimtegebrek (op zee maar ook op land), momenteel hoge prijzen voor de vis, melk & gewassen maar nog hogere kosten met lagere financiële marges, stapeling van beperkende wet- en regelgeving, werkgelegenheid en het tegengaan van onderlinge verdeeldheid en polarisatie. Kansen liggen er en moeten binnen de visserij gepakt worden, zoals het ‘nieuwe ondernemen’ dat uitgaat van een totaal nieuwe manier van vissen met de mogelijkheden van digitale meetapparatuur en software aan boord. Eerlijkheid gebiedt te zeggen dat daar alle partijen bij betrokken moeten worden volgens Hartman. “Je kunt niet iets eisen van de ander aan tafel als jezelf niet bereid bent om te veranderen om daar iets tegenover te zetten.”

Het programma werd vervolgd bij de visverwerker Van der Lee Seafish. Mede-eigenaar Gijs van der Lee gaf een rondleiding waarbij hij de groep uitlegde hoe zij als visverwerkend bedrijf inspelen op de vraag van de markt naar gemaksproducten. Indrukwekkend wat er komt kijken bij de vele productieprocessen zoals het fileren, vriezen en paneren van de vele visproducten. Niet alleen voedselveiligheid maar ook kwaliteit en de eisen van klanten is topsport voor de verwerker. Overigens zijn de eisen van keurmerken met onaangekondigde audits op de vloer, meer eisend dan vanuit de overheid. Na een toepasselijke fish & chips lunch bij Baarssen visspecialisten werd de reis vervolgt van Urk naar Bant.

Bezoek aan de agrarische sector
Bij Maatschap Roos-Van Tilburg leidde mede-eigenaar Gert-Jan van Tilburg de groep rond over de akkers. Dat er half november nog volop gewassen gerooid moeten worden door de afgelopen regenvolle weken had niemand kunnen voorspellen. De uitwisseling werd afgesloten bij het internationaal georiënteerde bedrijf Waterman Onions. De naam doet al vermoeden dat de hoofdmoot hier uien zijn. De unieke positie van Nederlandse handel met logistieke hub van Rotterdam en de wendbaarheid van ondernemers werden genoemd als het hoofdingrediënt van succes.

Afsluiting van de dag
De dag werd in stijl afgesloten met een BBQ bij het Agrofoodcluster. Met gerookte zalm en vlees van de gril werden de nieuwe banden versterkt en teruggeblikt op een geslaagde uitwisseling. Jonge boeren en jonge visverwerkers/vissers hebben meer gemeenschappelijk dan vooraf gedacht. Voor herhaling vatbaar!

NAJK teleurgesteld in Tweede Kamer na motie over glyfosaat

Donderdag 7 september heeft de Tweede Kamer een motie aangenomen, die de minister oproept om in Europa tegen de verlenging van toelating van glyfosaat te stemmen. NAJK is teleurgesteld in deze uitslag, omdat het daarmee voorbij gaat aan het oordeel van de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (Efsa) en het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) en het aanvullende onderzoek die nog loopt.

Partij voor de Dieren en GroenLinks dienden de motie in. In de motie stellen zij dat er verschillende wetenschappelijke studies zijn die een verband leggen tussen het gebruik van glyfosaat en de ziekte van Parkinson. Daarom vinden zij dat Nederland tegen de verlenging van glyfosaat op Europees niveau moet stemmen. Deze motie vond een meerderheid in de Tweede Kamer. De Efsa en het Ctgb gaven eerder aan dat er geen reden is om het niet te verlengen. “De Tweede Kamer gaat met deze motie voorbij aan het oordeel van de Efsa en het Ctgb. Een totaalverbod op glyfosaat heeft verschillende negatieve effecten. Zo speelt glyfosaat een belangrijke rol in niet kerende grondbewerking en zal het lastiger worden deze manier van grondbewerking in de toekomst te blijven toepassen. Daarnaast kan bijvoorbeeld de ziektedruk in de aardappelteelt enorm toenemen doordat aardappelopslagplanten niet effectief bestreden kunnen worden. Hiermee neemt de kans op bodemgebonden ziektes toe. Uiteraard moeten we continu kijken hoe we het gebruik van gewasbescherming kunnen verminderen en volop op zoek zijn naar alternatieven. Het platweg verbieden draagt daar niet aan bij”, aldus Hilde Coolman, dagelijks bestuurder NAJK met de portefeuille akkerbouw.

Het voorstel van de Europese Commissie over verlenging van glyfosaat voor een periode van 15 jaar is nog in voorbereiding. Later dit jaar zal er pas over gestemd worden.

Haal de kritische depositiewaarde uit de wet

Donderdag 31 augustus schreef demissionair minister van der Wal een brief aan de Tweede Kamer waarin staat dat, op basis van nieuwe wetenschappelijk onderzoeken, de kritische depositiewaarde (KDW) van 32 van de 81 stikstofgevoelige natuurtypen wordt aangescherpt. Deze natuurtypen blijken gevoeliger te zijn voor stikstof dan eerder gedacht. NAJK blijft bij haar standpunt: haal de KDW uit de wet. Op deze manier is het onhoudbaar en onrealistisch.   

Nederland kent 81 stikstofgevoelige natuurtypen, een groot deel hiervan (32 natuurtypen) blijken gevoeliger voor stikstof dan eerder gedacht, twee typen minder gevoelig en 47 zijn gelijk aan eerdere inzichten. Deze bevindingen komen voort uit meerdere Europese studies waarvoor onder meer veldonderzoek is uitgevoerd. Als gevolg van deze nieuwe inzichten verandert de KDW van de natuurtypen die gevoeliger en minder gevoelig blijken met de nieuwe inzichten. Het totaal aantal typen dat gevoelig is voor stikstof verandert niet. “De uitkomsten van dit wetenschappelijk onderzoek maken het niet eenvoudiger om op korte termijn met een oplossing te komen voor de stikstofproblematiek die we in Nederland kennen. PAS-melders en interimmers wachten al meer dan vier jaar op een oplossing. Dit is absurd en onacceptabel!”, aldus NAJK-voorzitter Roy Meijer.

NAJK is van mening dat de KDW uit die doelstelling moet. “Als we doorgaan met de KDW als doelstelling te blijven zien in de wet, wordt het heel lastig om uit deze stikstofproblematiek te komen. Mede door bijvoorbeeld stikstof uit het buitenland, waar we geen invloed op hebben. Daarnaast kun je een boer niet verantwoordelijk houden voor de totale depositie op een plantje. Een boer kan enkel sturen op zijn eigen emissie. Daarom moet de stikstofwet sturen op emissie en niet op depositie”, aldus Meijer. NAJK maakt zich zowel bij de aankomende verkiezingsprogramma’s van de politieke partijen als in de overleggen tussen sectorpartijen, maatschappelijke organisaties en de overheid hard voor een alternatief voor de KDW.