NAJK opgetogen over vrijstelling afroming bij bedrijfsoverdracht

De Tweede Kamer heeft vanmiddag gestemd over de 25 moties die donderdag 14 april 2016 zijn ingediend. De motie waarin bedrijfsoverdracht binnen de familie wordt vrijgesteld van afroming is met ruime meerderheid door de Tweede Kamer aangenomen. Deze motie is ingediend door CDA, ChristenUnie, SGP en SP na aanleiding van het debat over de toekomst van de melkveehouderij. NAJK is hier tevreden mee, aangezien met het aannemen van de motie wordt voorkomen dat familiare bedrijfsovername extra bemoeilijk wordt.

Vanaf het verschijnen van de Kamerbrief over de invulling van het fosfaatrechtenstelsel heeft NAJK gepleit voor een vrijstelling op afroming bij bedrijfsoverdrachten. “Met het aannemen van deze motie geeft de Tweede Kamer gehoor aan onze oproep. Hiermee wordt voorkomen dat bedrijfsoverdracht extra moeilijk wordt voor jonge boeren”, aldus Koen Bolscher, dagelijks bestuurder NAJK met de portefeuille melkveehouderij. Bolscher: “Het ministerie van Economische Zaken moet bij het schrijven van de wettekst rekening houden met agrarische bedrijfsovername in de familiekring, tot de derde graad.” NAJK is van mening dat hiermee nog niet alle problemen rondom bedrijfsovername zijn weggenomen. Steeds vaker komen buiten familiaire bedrijfsovernames voor. Ook als bedrijven veranderen van ondernemingsvorm, om een overname mogelijk te maken, wordt nog steeds 10% van de fosfaatrechten afgeroomd.

Rechten uitwisselen

Er is niet gestemd over de motie van de SP om uitwisseling van rechten tussen sectoren beperkt mogelijk te maken. “NAJK is tegen een mogelijkheid voor het uitwisselen van rechten tussen sectoren”, aldus Ronald van Leeuwen, dagelijks bestuurder NAJK met de portefeuille intensief. “De situatie in de varkenshouderij is momenteel niet rooskleurig. Om een betere toekomst voor jonge varkenshouders te krijgen is het van belang dat varkensrechten niet worden overgenomen door de melkveehouderij. Anders raken de ontwikkelkansen voor jonge varkenshouders verder achterop.”

NAJK blijft betrokken bij de invulling van het fosfaatrechtenstelsel en staat voor een goede toekomst en ontwikkelkansen in zowel de melkveehouderij als de intensieve sectoren.

8 vragen over fosfaatrechten

Op donderdag 3 maart stuurde staatssecretaris Van Dam van Economische Zaken een brief naar de Tweede Kamer over de verdere invulling van het fosfaatrechtenstelsel. Koen Bolscher, dagelijks bestuurder NAJK met de portefeuille melkveehouderij, heeft namens NAJK in de regiegroep gezeten die samen met staatssecretaris Van Dam praatte over de invulling van fosfaatrechten. Koen Bolscher geeft antwoord op 8 veelgestelde vragen:

Waarom is beperking van de fosfaatproductie noodzakelijk?

De grond- en oppervlaktewaterkwaliteit voldoet in Nederland nog niet aan de eisen die de Europese Unie hieraan stelt. Omdat fosfaat één van de factoren is die invloed heeft op de grond- en oppervlaktewaterkwaliteit en de meest stabiele factor is om te meten, heeft de Europese Commissie Nederland een fosfaatproductieplafond opgelegd. Op deze manier wordt voorkomen dat er extra mestproductie in Nederland kan plaatsvinden. Door groeiende productie van mest en lagere gebruiksnormen is in de afgelopen periode een fors overschot ontstaan. Ook in 2009 is het productieplafond overschreden, de overheid heeft daarom vanaf 2010 de sector de taak gegeven om onder het fosfaatproductieplafond te blijven. Wanneer de sector dit niet deed is aangekondigd dat invoering van een rechtensysteem onvermijdelijk zou zijn. De sector heeft hierop aangegeven dit niet te kunnen. Hierdoor heeft de overheid besloten dat ingrijpen in de melkveehouderij nodig is. Het fosfaatproductieplafond is door de Europese Commissie opnieuw vastgelegd in het laatste derogatiebesluit. Het niet voldoen aan Europese regels en eisen kan ertoe leiden dat derogatie niet langer mogelijk is. Dit zal ook effect hebben op de aanvraag voor een nieuwe derogatie en de mogelijkheden als het gebruik van mineralenconcentraten, opbrengstafhankelijk bemesten en de KringloopWijzer mogen benutten in meststoffenwet. Het voldoen aan de huidige Europese regels is dus cruciaal om in de toekomst naar regels te kunnen waarin meer maatwerk per bedrijf zit. Het plafond dat wordt gehandhaafd is afgeleid van de totale fosfaatproductie van 2002.

Waarom wordt mest die geëxporteerd wordt niet van het plafond afgetrokken?

Het productieplafond ligt hoger dan de totale fosfaatplaatsingsruimte op grond in Nederland. Verwerking en export van mest van de Nederlandse mestmarkt naar het buitenland is dus noodzakelijk. Het plafond borgt de hoeveelheid productie van fosfaat uit dieren. Doordat het plafond gericht is op de productie kan het verwerkte fosfaat hier niet vanaf getrokken worden. De Europese Commissie kiest er niet voor om de druk op de Nederlandse mestmarkt en ook verwerking te laten stijgen door het plafond af te schaffen of te verhogen. Nederland zet wel in op verhoging van het plafond, maar de kans is klein dat Europa daarmee akkoord gaat. Dit komt mede doordat andere Europese landen de regels rondom bemesting, vanwege de toename in productie en slechte grond- en oppervlaktewater kwaliteit, ook aanscherpen. Wanneer het plafond in Nederland verhoogd zou worden, zou de druk op de mestmarkten in andere landen ook toenemen. Dit lost de oorzaak van het probleem niet op.

Waarom heeft NAJK ingezet op fosfaatrechten in plaats van dierrechten?

NAJK heeft gekozen voor een systeem waarbinnen ondernemerschap en verbeteren van prestaties zich loont. De toekenning van rechten gebeurt wel op basis van de zogenaamde forfaits, waarbij productie per koe en het aantal dieren leidend is. Bij de verantwoording mag een bedrijf wel gebruik maken van bedrijfsspecifieke bewijslast wanneer aangetoond kan worden dat de fosfaatproductie efficiënter is dan de forfaits. Dit betekent in de praktijk dat een fosfaatefficiënt bedrijf meer dieren kan houden dan bij de toekenning het geval was. NAJK heeft ervoor gepleit dat dit bijvoorbeeld aangetoond kan worden met de KringloopWijzer.

Hoe ziet het systeem er in hoofdlijnen uit?

Een bedrijf krijgt fosfaatrechten toegekend aan de hand van het aantal dieren met diercode 100, 101 en 102 dat aanwezig was op het bedrijf op 2 juli 2015. Eén recht is één kg fosfaat. De toekenning van het aantal rechten gebeurt op 1 januari 2017. Bij jongvee worden standaard forfaits gehanteerd. Bij melkvee zijn de forfaits afhankelijk van de melkproductie op het bedrijf. Melkveehouders mogen vanaf 1 januari 2017 niet meer fosfaat produceren dan toegekend. In 2017 wordt bekend wat het afromingspercentage wordt om Nederland weer onder het plafond te brengen. Verwacht wordt een afroming tussen 4-8%. Deze afroming is afhankelijk van het aantal dat wordt toegekend. De afroming vindt plaats op 1 januari 2018. Hierdoor zit Nederland vanaf dat moment weer onder het plafond. Na de toekenning van de rechten is er handel in fosfaatrechten mogelijk. Ondernemers kunnen er dan voor kiezen om hun productie ten opzichte van 2015 te vergroten. Bij handel en overdracht van fosfaatrechten wordt 10% van de omvang van de transactie afgeroomd door de overheid. In 2017 wordt deze afroming gebruikt om de totale fosfaatproductie te verlagen. Na 2017 wordt de afroming bij handel gebruikt om een fosfaatbank te vullen. Ondernemers kunnen onder voorwaarden aanspraak maken op de rechten uit deze fosfaatbank, de precieze voorwaarden zijn nog onbekend. Er zal een kleine knelgevallenregeling komen, ook hiervoor zijn de precieze voorwaarden nog onbekend. Wel zal er plaats zijn voor grondgebonden bedrijven (waarschijnlijk worden deze voor de generieke afroming gecompenseerd) en er zal beperkte ruimte zijn voor nieuwe starters.

Wat zijn volgens NAJK de grootste knelpunten voor jonge boeren?

De 10% afroming van rechten bij overdracht geldt ook bij bedrijfsovername. Dit is een zware last tijdens de bedrijfsovername. NAJK vindt dit onacceptabel. De toekenning van rechten op een enkele datum en de oprichting van een fosfaatbank kan niet op steun van NAJK rekenen. De toekenning op een enkele datum heeft een juridische oorsprong maar de oprichting van een fosfaatbank is een politieke keuze. Binnen deze fosfaatbank is het mogelijk om structuurbeleid te voeren vanuit de overheid. Deze voorwaarden aan de uitgifte van rechten worden bepaald door de overheid. Hierdoor is de sector en de individuele ondernemer overgeleverd aan de waan van de dag van de overheid. Deze nadelen van een fosfaatbank wegen voor NAJK niet op tegen de voordelen. Binnen een fosfaatbank hebben de fosfaatrechten geen waarde, de rechten zullen ook niet verhandelbaar zijn.

De afroming en de knelgevallenregeling hebben veel met elkaar te maken. NAJK is van mening dat er zo min mogelijk knelgevallen moeten worden benoemd omdat dit leidt tot een hogere algehele afroming waardoor in de basis steeds meer knelgevallen ontstaan.

Is er uitwisseling van rechten tussen sectoren mogelijk?

Hierover is de laatste weken veel gespeculeerd. Er wordt waarschijnlijk in de wet een mogelijkheid ingebouwd om per algemene maatregel van bestuur (AMvB) besluit door de overheid een beperkte overheveling van rechten mogelijk te maken. Bijvoorbeeld gemengde bedrijven die varkensrechten om kunnen zetten naar fosfaatrechten voor extra koeien. Hierover is echter nog geen duidelijkheid. NAJK is van mening dat overheveling niet mogelijk moet zijn, met name vanuit de jonge varkenshouders. Ook voor de melkveehouders is overheveling niet meteen een kans voor de sector. Momenteel lijkt dit een gemakkelijke optie om de problematiek rondom fosfaat voor de melkveehouderij op te kunnen lossen maar er is geen goede inschatting welke effecten deze mogelijkheid zou hebben op de andere plafonds waar de melkveehouderij mee te maken heeft. Ammoniak, methaan, broeikasgassen, energie en biodiversiteit zijn bijvoorbeeld allemaal dossiers waarin de melkveehouderij de gestelde doelen nog niet behaalt. Uitbreiding van de melkveehouderij door inwisseling van varkens zou een extra achterstand betekenen in deze dossiers. Immers varkens hebben op deze dossiers een lagere uitstoot per kg fosfaat dan melkvee.

Is na invoering van fosfaatrechten een volgende derogatie veiliggesteld?

NAJK heeft samen met andere partijen de derogatie voorwaarde stellend gemaakt voor de invoering van fosfaatrechten. Daarbij pleiten we gezamenlijk voor een verdere verbreding binnen de derogatie: onder ander gebruik van mineralenconcentraten, afrekenen en bemesten op basis van bedrijfsspecifieke getallen en meer gewassen derogatie.

Wanneer is er duidelijkheid over de precieze invulling van de details?

NAJK levert op dit moment input bij het schrijven van de wetsteksten. Deze teksten, met op veel fronten nadere uitwerking van de brief van 3 maart, zijn de basis voor de verdere politieke behandeling. Deze voorstellen moeten eerst aangeboden worden aan de Raad van State voor advies. Dit proces kan drie maanden duren. Na het advies van de Raad van State wordt het wetsvoorstel aangeboden aan de Tweede Kamer en later aan de Eerste Kamer. De behandeling in de Tweede Kamer zal naar verwachting plaatsvinden na het zomerreces.

NAJK is geen voorstander van productiebeperking of rechtensystemen. Gezien de situatie is ingrijpen door de overheid onvermijdelijk geworden. Binnen de huidige voorstellen moet er nog gewerkt worden aan betere oplossingen. NAJK zal zich daar zoveel mogelijk gezamenlijk met andere sectorpartijen voor inzetten. Bijvoorbeeld als het gaat over de afroming bij overdracht, in- en uitscharen van vee, ondernemers die incidenteel op 2 juli minder dieren hadden en natuurlijk jonge ondernemers die het bedrijf verder willen ontwikkelen. Met name voor deze ondernemers is de invoering van dit systeem op dit moment moeilijk in te passen in de bedrijfsvoering. Deze overheidsingrijpen zorgen er helaas opnieuw voor dat de kostprijs op veel bedrijven zal stijgen en waardoor jonge ondernemers een extra stap moeten zetten bij bedrijfsontwikkeling en bedrijfsovername. Er wacht nog een lange behandeling in de Nederlandse politiek waarbij de discussies waarschijnlijk veel breder gevoerd zullen worden dan alleen fosfaatrechten. NAJK zet zich in om te voorkomen dat de Nederlandse melkveehouderij nog verder op achterstand komt door een verkeerde invulling van de details.

Kom in de Kas groot succes

Op 2 en 3 april vond voor de 39e keer het grootste publieksevenement Kom in de Kas plaats, een initiatief van de Nederlandse glastuinbouw. Bijna 200 enthousiaste glastuinbouwers verspreid over Nederland openden de deuren van het bedrijf voor geïnteresseerde consumenten. Maar liefst 205.000 mensen brachten een bezoek aan een kas.

Veel enthousiaste ondernemers en medewerkers organiseerden activiteiten in hun kas om de bezoekers kennis te laten maken met de gang van zaken in de glastuinbouw. Er konden vragen gesteld worden aan de kweker en de producten konden geproefd worden. Ook voor kinderen waren er leuke activiteiten: met springkussens, schmink en speurtochten vermaakte de jongste zich ook.

In alle opengestelde kassen heerste een vrolijke en gezellige sfeer. Het mooie lenteweer zorgde ervoor dat veel bezoekers op pad gingen, een bezoekje aan de kas kon dan niet ontbreken. Al met al kan er teruggekeken worden op een zeer geslaagd weekend.

Kom in de Kas op 2 en 3 april

Heb jij je wel eens afgevraagd waar al die mooie bloemen vandaan komen, tropische planten zien groeien in Nederland of gezien hoe cocktail tomaatje worden gemaakt? Nee? Dan ben je waarschijnlijk nog nooit in een kas geweest. Op zaterdag 2 en zondag 3 april 2016 kunnen consumenten en burgers weer kennis maken met de Nederlandse glastuinbouw tijdens ‘Kom in de Kas’.

Voor de 39e keer wordt dit grootste publieksevenement van de Nederlandse glastuinbouw georganiseerd. Ruim 200 glastuinders zetten hun deuren open en laten zien dat de tuinbouw één van de meest innovatieve en duurzame sectoren van Nederland is. Kom in de Kas wordt mede mogelijk gemaakt door GroentenFruit Huis, Bayer CropScience, Royal FloraHolland, Interpolis en Rabobank.

Kijk op www.komindekas.nl welke kassen bij jou in de buurt open zijn en volg Kom in de Kas op Facebook en Twitter. De toegang is gratis.

Boer zoekt Boer op vernieuwde bedrijfsovernameportal.nl

NAJK lanceert vandaag, vrijdag 18 maart 2016, de vernieuwde website www.bedrijfsovernameportal.nl. Deze website bevat alle informatie die agrarische bedrijfsovernamekandidaten nodig hebben. Speciaal voor buiten familiaire bedrijfsovername heeft het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK) met de projectpartners bedrijfsovernameportal.nl uitgebreid met het vernieuwde platform Boer zoekt Boer. Het online platform is een gebruiksvriendelijk afgeschermde omgeving waarin bedrijfsopvolgers en bedrijfsoverdragers elkaar kunnen vinden.

”Veel agrarische bedrijven eindigen omdat er geen opvolger is. Tegelijkertijd is er ook een groep enthousiaste jongeren, die geen bedrijf thuis hebben, maar toch graag boer willen worden”, aldus Sander Thus, portefeuillehouder Bedrijfsovername bij NAJK. “Via Boer zoekt Boer willen wij samen met Countus accountants + adviseurs, Flynth adviseurs en accountants, Lianne Veenstra Agrocoaching en Rabobank agrarische ondernemers en bedrijfsopvolgers bij elkaar brengen, zowel binnen als buiten Nederland.”

Boer zoekt Boer-profiel
Het online platform Boer zoekt Boer is een beschermde omgeving waar bedrijfsopvolgers en bedrijfsoverdragers zichzelf en hun bedrijf kunnen aanbieden. Na registratie en goedkeuring kunnen deelnemers een eigen profiel aanmaken. Op dit profiel omschrijven bedrijfsoverdragers hun bedrijf en geven aan wat voor een type opvolger zij zoeken. Bedrijfsopvolgers geven aan wat zij te bieden hebben en welk type bedrijf zij zouden willen opvolgen. Op de eigen profielpagina kunnen foto’s en berichten geplaatst worden. Ook is het mogelijk om openbare reacties te plaatsen. De kosten voor een registratie zijn eenmalig € 75,-.

Match
Via de eenvoudige zoekfunctie ‘boeren gezocht’ kunnen deelnemers zoeken naar een match. Er kan aangegeven worden in welke sector en provincie gezocht mag worden. Via het profiel van de match kan met een privébericht contact opgenomen worden. Voor de verdere mogelijke samenwerking en de daaropvolgende bedrijfsovername is goede communicatie essentieel. Dit kan ondersteund worden door de partners van Boer zoekt Boer. Een adviseur kan in een-op-een gesprekken grote vraagtekens naar boven halen. Door deze vragen te bespreken en te beantwoorden, krijgen beide partijen duidelijkheid, wat de samenwerking ten goede komt en het proces rondom bedrijfsovername versoepelt.

Bijeenkomsten
Ter ondersteuning van het online platform Boer zoekt Boer worden informatie- en matchbijeenkomsten georganiseerd. Tijdens de informatiebijeenkomsten wordt toegelicht wat buiten familiaire bedrijfsovername inhoudt. Matchbijeenkomsten geven bedrijfsopvolgers en bedrijfsoverdragers ondersteuning bij het ontdekken wat ze willen. Deze focus helpt de ondernemers om op het platform Boer zoekt Boer een duidelijk profiel te schetsen.

Van Dam wil verdere samenwerking met NAJK

Op vrijdag 11 maart 2016 bracht staatssecretaris Van Dam met het dagelijks bestuur van NAJK een bezoek aan kaasboerderij Captein in Zoeterwoude. Staatssecretaris Van Dam gaf hierbij aan verdere samenwerking met NAJK aan te willen gaan.

Tijdens het keukentafelgesprek, dat vooraf ging aan een rondleiding op de boerderij, stipten zowel NAJK-voorzitter Eric Pelleboer als staatssecretaris Van Dam een aantal thema’s aan. Pelleboer legde hierbij de nadruk op de problematiek rond bedrijfsovername. “Het is tegenwoordig steeds lastiger om een bedrijf over te nemen. Bedrijven zijn steeds kapitaalintensiever geworden en het rendement in de agrarische sector is relatief laag. NAJK zet zich ervoor in om bedrijfsovername te versnellen en bedrijfsopvolgers hierin te ondersteunen. De genoemde problemen wil NAJK graag aanpakken. Daarom zien we de overheid in deze graag aan onze zijde.”

Staatssecretaris Van Dam liet op zijn beurt weten graag met NAJK in gesprek te gaan over een toekomstig gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB). “Voor NAJK is het essentieel om hierover mee te praten. De uitdagingen in de sector zijn alleen aan te gaan met een werkbaar beleid voor jonge boeren. Daarom zullen we als NAJK proactief handelen wanneer we in gesprek gaan met Van Dam over het GLB”, aldus Pelleboer.

Na het gesprek tussen het bestuur van NAJK en de staatssecretaris, kreeg de groep een rondleiding op Kaasboerderij Captein. De voorzitter van het Hollands Agrarisch Jongeren Kontakt, Kees Captein, vertelde over de 190 koeien die gemolken worden en legde uit hoe de eigen kaasmakerij functioneert. Van Dam gaf aan het bedrijf van de jonge boer een goed voorbeeld van verbreding in de landbouw te vinden.

Pelleboer: “NAJK werkt al geruime tijd op een goede manier met het ministerie samen. Voor verdere samenwerking zullen de handen ineengeslagen moeten worden. Niet alleen de sector zal proactief te werk moeten gaan, maar ook de politiek. Een open gesprek als vandaag is daarvoor belangrijk.”

Weidegang: geen verplichting, wel meer vakmanschap

NAJK is verheugd dat staatssecretaris Van Dam weidegang niet verplicht wil stellen, maar initiatieven die weidegang ondersteunen wil stimuleren. Dit gaf staatssecretaris Van Dam aan in zijn brief naar aanleiding van de initiatiefnota Wei voor de koe. Hierin pleitten verschillende leden uit de Tweede Kamer voor verplichte weidegang.

NAJK staat achter het standpunt van staatssecretaris Van Dam dat weidegang niet verplicht gesteld moet worden. Weidegang moet volgens NAJK wel gestimuleerd worden. Dit is ook de reden dat NAJK in 2013 het Convenant Weidegang heeft ondertekend, waarin dit doel wordt nagestreefd.

Ambitie weidegang

Staatssecretaris Van Dam geeft aan dat hij ambieert het aandeel weidegang van 69% in 2014 te verhogen naar 80% in 2020. “De staatssecretaris streeft een forse ambitie na op het gebied van weidegang,” aldus Koen Bolscher, dagelijks bestuurder NAJK met de portefeuille melkveehouderij. “Bij deze ambitie voor de melkveehouderijsector moeten de retail en de maatschappij ook de ambitie hebben om meer weidezuivel te verhandelen en te consumeren.” Wanneer deze ambitie niet gedeeld wordt door de retail en maatschappij, ontstaat er een dubbel gezicht. Dit is geen goede stimulans voor boeren. NAJK roept daarom samen met LTO en NMV staatssecretaris Van Dam op om zich hiervoor in te zetten.

Onderwijs

Om weidegang te stimuleren zijn kennis en kunde van groot belang. Zoals staatssecretaris Van Dam in zijn brief aan de Tweede Kamer schrijft, zet NAJK zich al geruime tijd in om weidegang beter in het onderwijs verankerd te krijgen. “Binnen het onderwijs is er de laatste decennia te weinig aandacht geweest voor weidegang, gras en voerderbouw”, aldus Bolscher. “Echt vakmanschap van het beweiden moet weer terug in het onderwijs.”

Bevordering kennis en kunde

NAJK zet zich in om door middel van verschillende projecten kennis en kunde over weidegang bij jonge ondernemers te vergroten. “Naast lopende initiatieven zoals het project Nieuwe Weiders, zijn er extra projecten nodig waarbinnen met name jonge ondernemers kennis en kunde kunnen opdoen die nodig zijn om graslandmanagement en beweiding te kunnen optimaliseren.” NAJK zet zich in om dit vakmanschap beter verankerd te krijgen onder jonge melkveehouders. Bolscher: “Want goed vakmanschap staat aan de basis van goed en efficiënt weiden.”

Invulling details fosfaatrechten cruciaal voor jonge boeren

NAJK benadrukt dat de fosfaatrechten voor alle melkveehouders zeer ingrijpend zijn, maar waarschuwt dat deze nog ingrijpender kunnen worden voor jonge melkveehouders. Hoewel er nu meer duidelijkheid is over de invulling van fosfaatrechten, moeten verdere details nog worden ingevuld. Deze details zijn cruciaal zijn voor de bedrijfsovernamemogelijkheden van jonge boeren en het behoud van een goede toekomst in de melkveehouderij. Een toekomst waarin zowel ontwikkeling van het bedrijf voor jonge melkveehouders mogelijk is als dat er oog is voor het milieu.

De toekomst van de melkveehouderij hangt sterk samen met de kansen die de sector krijgt binnen met name Europees beleid. “Behoud van de derogatie en het verkrijgen van een nieuwe derogatie die meer kansen biedt voor de melkveehouderij op het gebied van evenwichtsbemesting en het gebruik van kunstmestvervangers, is voor de toekomst van de melkveehouderij noodzakelijk.” aldus Koen Bolscher, dagelijks bestuurder NAJK met de portefeuille melkveehouderij. “Gezien de ontwikkelingen in de melkveehouderij is de invoering van het fosfaatrechtensysteem onvermijdelijk. Voor jonge boeren die kansen zien in de melkveehouderij, is het systeem zeer ingrijpend.” Het is daarom belangrijk dat de staatssecretaris de mogelijkheid biedt om bedrijfsspecifiek de fosfaatproductie te kunnen verantwoorden middels de KringloopWijzer.

NAJK is gezamenlijk met andere sectorpartijen (LTO Nederland en NZO) betrokken geweest bij de invulling van het fosfaatrechtensysteem, maar ook andere partijen, de politiek en de staatssecretaris zelf hebben invloed gehad op de verdere invulling van het systeem.

Afroming

De staatssecretaris heeft aangekondigd de fosfaatrechten per 1 januari 2017 in te voeren met peildatum 2 juli 2015. NAJK heeft ingezet om een periode voor 2 juli aan te houden als referentiemoment. Om in 2018 aan het productieplafond te voldoen moet de melkveehouderij in 2017 afromen. De generieke afroming die hiervoor nodig is, bedraagt ongeveer 4% ten opzichte van de peildatum. Door de regelingen voor bedrijven zonder fosfaatoverschot en knelgevallen wordt het generieke afromingspercentage voor alle bedrijven hoger dan strikt noodzakelijk is. Hierdoor komt de afroming tussen de 4 en 8%. De afroming op bedrijfsniveau is afhankelijk van de bedrijfsvoering. In het huidige voorstel worden bedrijven zonder fosfaatoverschot deels gecompenseerd voor de afroming. In 2017 zal bekend worden met welk percentage fosfaatrechten elk bedrijf moet worden afgeroomd. De aangekondigde knelgevallenregeling is beperkt.  De voorwaarden hiervan worden nog verder ingevuld. NAJK is van mening dat de generieke korting zo laag mogelijk moet blijven.

Overdracht van rechten

Fosfaatrechten worden overdraagbaar via een vrij handelssysteem waarbij overdrachten gemeld worden bij Rijksdienst voor ondernemend Nederland (RVO). Bij overdracht van rechten wordt 10% van de overgedragen rechten afgeroomd. In 2017 wordt deze afroming gebruikt om de generieke afroming te verkleinen. Vanaf 2018 zal deze afroming terechtkomen in een fosfaatbank. Bolscher: “De afroming bij overdracht van rechten is een enorm risico voor bedrijfsovername en dus voor jonge boeren! Dit betekent dat bij overdracht van rechten bij een bedrijfsovername of bedrijfswijziging 10% van de rechten verloren gaat.” In de discussies voor de invulling van het systeem zal NAJK pleiten voor aanpassing voor deze misser in het beleid. Dit maakt bedrijfsovername door jonge boeren extra moeilijk. “We hebben deze situatie ook gezien bij de invoering van de melkveefosfaatreferentie, waarbij uiteindelijk overdracht tot de derde graad is vrijgesteld. Dit blijkt echter in de praktijk nog te vaak tot grote problemen te leiden. Bij de invoering van het fosfaatrechtensysteem moet dit beter geregeld zijn.”

NAJK gaat zich ook hard maken voor de uitgifte van rechten vanuit de nieuw te vormen fosfaatbank. Hierbij moet niet alleen gekeken worden naar de mate van grondgebondenheid. De fosfaatbank zou er juist op gericht moeten zijn om ontwikkeling van bedrijven met jonge ondernemers die willen voldoen aan alle maatschappelijke wensen te kunnen ondersteunen.

NAJK zal de komende tijd nauw betrokken blijven bij de verdere invulling van de details van het fosfaatrechtensysteem.

Fosfaatrechten noodzakelijk, maar zeer ingrijpend

LTO Nederland, de Nederlandse Zuivel Organisatie (NZO) en het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK) vinden de plannen van staatssecretaris Van Dam om fosfaatrechten in te voeren in de melkveehouderij noodzakelijk, maar zeer ingrijpend. De plannen scheppen duidelijkheid en passen in de visie van de zuivelketen: de melkveehouderij is een grondgebonden sector die zich binnen de milieugrenzen moet kunnen ontwikkelen.

Door een grens te stellen aan de productie van fosfaat op individuele melkveebedrijven, wil de staatssecretaris dat de nationale fosfaatproductie door de veehouderij onder het Europese fosfaatplafond blijft. Daarvoor is een generieke korting op de fosfaatrechten onvermijdelijk gebleken. Met deze maatregelen is er zicht op behoud en verlenging van de derogatie, die onmisbaar is voor de sector.

Voor alle bedrijven is de invoering ingrijpend. Generieke kortingen zijn dat per definitie, vooral voor bedrijven die niet of beperkt zijn gegroeid. In die zin betreurt de sector het dat de staatssecretaris er niet voor heeft gekozen om terug te grijpen op een periode vóór de peildatum van 2 juli 2015. Daarmee is niet tegemoetgekomen aan de wens van de sector om deze bedrijven te ontzien.

Het is goed dat ondernemers de tijd krijgen om hun bedrijfsvoering aan te passen aan de nieuwe situatie. Bedrijven zonder fosfaatoverschot op 2 juli 2015, worden deels gecompenseerd voor de afroming. De overheid heeft toegezegd om de generieke korting zo beperkt mogelijk te houden.

De sector is positief dat specifieke verantwoording via de KringloopWijzer tot de mogelijkheden behoort. Dit betekent dat bedrijven die mineralen daadwerkelijk efficiënt benutten, de ruimte krijgen om zich –binnen de milieurandvoorwaarden- te ontwikkelen. Voor de verdere ontwikkeling van de sector is het goed dat de rechten overdraagbaar worden.

De zuivelketen hoopt dat de voorstellen van de staatssecretaris op een breed draagvlak kunnen rekenen in zowel de Tweede Kamer als de Eerste Kamer, zodat er spoedig definitieve duidelijkheid is voor de melkveehouderij.

Dialoogsessies NAJK en Rabobank in volle gang

Waar sta jij in 2025? Dat is de cruciale vraag die centraal staat tijdens de dialoogsessie: ‘De agrarische ondernemer in 2025’ georganiseerd door NAJK in samenwerking met de Rabobank. Tijdens een dialoogsessie gaan leden van lokale AJK’s in gesprek met de lokale Rabobank. De toekomst van het agrarisch bedrijf staat centraal. Waar gaan we met het agrarische bedrijf en de -sector naar toe? Welke uitdagingen moeten nog overwonnen worden? 

Na de aftrap bij AJK Tubbergen gingen donderdagavond 18 februari de leden van AJK Kampen/Zwolle en medewerkers van Rabobank Noordoostpolder-IJsseldelta met elkaar in dialoog. De deelnemers werden getriggerd om na te denken over wat goed agrarisch ondernemerschap is. Waar zijn de agrarische jongeren trots op, wat zijn hun dromen, welke uitdagingen liggen op hun pad en wat is er vanuit Rabobank en NAJK nodig om ook in 2025 een goede agrarische ondernemer te kunnen zijn.

“Onder leiding van gesprekleiders spraken we in kleine groepen en hebben we ons verdiept onze toekomst. Het was een erg leuke en geslaagde avond”, aldus Peter de Vries, accountmanager bij Rabobank Noordoostpolder-Urk. Ook AJK Kampen/Zwolle was enthousiast over de dialoogsessie. AJK Kampen/Zwolle-voorzitter Marcel Pelleboer: “Het was leuk om de verschillende toekomstvisies te horen en daarover te discussiëren. In de dialoogsessie kwam iedereen aan het woord, ook de mensen die je normaal niet zoveel zou horen. Het kan voor andere AJK’s zinvol zijn om zo’n avond te organiseren.”