Stappen op weg naar een dierwaardige veehouderij en de impact daarvan

Vandaag heeft de voorzitter van de hoofdtafel Convenant dierwaardige veehouderij, Elbert Roest het onderzoeksrapport ‘Werken aan dierenwelzijn in de veehouderij: een sociaaleconomische impactanalyse’, aangeboden aan Minister Femke Wiersma. Dit gebeurde tijdens werkbezoeken aan veehouderijbedrijven. Duidelijk is dat de voorgestelde stappen leiden tot kostenverhogingen, en die zullen in de keten tot en met de consument moeten worden verdeeld. De partijen aan de hoofdtafel betrekken de onderzoeksresultaten bij de invulling naar een meer dierwaardige veehouderij.

Het onderzoeksrapport is verbonden aan het convenanttraject richting een dierwaardige veehouderij. Dagelijks bestuurders Wendy Kicken en Ruben Klein Teeselink nemen vanuit hun rol bij NAJK actief deel in gesprekken rondom het Convenant Dierwaardige Veehouderij. Binnen dit traject is sinds oktober 2022 een brede coalitie van partijen met elkaar in overleg over de invulling van dierenwelzijnsregels per dierlijke sector. Het onderzoeksrapport speelt in op een toenemende maatschappelijke betrokkenheid op dierenwelzijn en de brede wens om verdere verbetering in dierenwelzijn in de veehouderij te realiseren.

Dierenwelzijnsstandaarden en de aanpassing daarvan hebben forse gevolgen voor de bedrijfsopzet en daarmee ook voor de kostprijs en de prijs in de keten tot aan de consument. Succesvolle realisatie van de wens om via de voorgestelde (sector-) plannen tot een meer dierwaardige veehouderij te komen vraagt om gezamenlijke en gelijktijdige inzet van alle betrokken partijen; het rijksbeleid (en Europees beleid), inzet van markt- en ketenpartijen, en de consument.

De onderzoekers pleiten voor een realistische fasegewijze aanpak, waarbij door het goed monitoren van de voortgang indien nodig bijgestuurd kan worden. In dit proces is een belangrijke rol weggelegd voor een onafhankelijke autoriteit die de randvoorwaarden en de ambitie van het proces moet gaan bewaken. Voor de partijen in het convenanttraject is de uitdaging om de route naar een meer dierwaardige veehouderij in 2040, te vertalen naar heldere onderlinge afspraken. Dan wordt duidelijk wat eenieders rol is voor het zetten van deze stappen naar een dierwaardiger veehouderij.

Wat deed NAJK voor jou in september?

Iedereen bij NAJK zet zich dag in dag uit voor 100% in voor jou als lid. We zorgen bijvoorbeeld voor het materiaal, de achtergrondinformatie en gespreksleiders voor interessante bijeenkomsten of discussieavonden. Daarnaast ontwikkelen we trainingen en cursussen, regelen we winacties en behartigen we jouw belangen in Den Haag of Brussel. Wat deed NAJK voor jou september? Hier een kleine greep uit alle activiteiten:

Wat doet NAJK voor jou in Oktober?
Natuurlijk zit NAJK ook in de maand oktober niet stil. Houd de NAJK-site en de socials in de gaten voor het allerlaatste nieuws! Hierbij alvast een voorproefje:

EiwitChallenge-winnaar Rik van der Weele op studiereis naar de UK

In 2023 won Rik van der Weele de eerste editie van de EiwitChallenge, een wedstrijd georganiseerd door Limagrain en NAJK. De hoofdprijs was een volledig verzorgde studiereis naar Engeland, een land dat bekend staat om zijn grote areaal veldbonen – waarschijnlijk het grootste in Europa.

De groep bezocht eerst de site van Limagrain UK in Rothwell.

De EiwitChallenge
In de EiwitChallenge 2023 gingen 16 jonge boeren aan de slag met de teelt van veldbonen. Hun doel was om met deze teelt een eerste stap te zetten richting zelfvoorziening in de productie van plantaardig eiwit. Gedurende het teeltseizoen hielden de deelnemers intensief contact via een groepsapp, waarin ze ervaringen deelden en elkaar tips gaven. Bij de beoordeling van de deelnemers werd niet alleen gekeken naar de opbrengst en vakkennis, maar ook naar hun inzet en enthousiasme. Uiteindelijk sleepte Rik van der Weele de hoofdprijs in de wacht.

Studiereis naar Engeland
In augustus 2024 was het zo ver: Rik vertrok samen met het team van Limagrain naar Engeland. De reis begon met een boottocht naar Hull, waarna de groep een bezoek bracht aan het kantoor en de fabriek van Limagrain UK. Hier ontmoetten ze de Engelse collega’s die hen tijdens de reis zouden begeleiden. Na een eerste kennismaking en introductie over de veldbonenteelt in Engeland, bezocht de groep de eerste van drie boerderijen.

Tijdens de presentatie van Mr. Bean op de eerste boerderij die werd bezocht op de tweede dag.

Op de tweede dag stonden nog twee boerderijbezoeken op het programma. De locaties lijken op de kaart niet zo ver van elkaar vandaan te liggen, maar de afstanden in Engeland zijn toch net iets anders dan we hier gewend zijn. De bezochte boerderijen zijn gemengde bedrijven met akkerbouw en vleesvee. De gewassen worden geteeld als veevoer, het doel is om zo weinig mogelijk te hoeven aankopen.

Teeltrotaties zien er anders uit dan in Nederland, de nadruk ligt er van oudsher op tarwe en koolzaad. En natuurlijk is het heuvelachtige landschap een bepalende factor: veel grond leent zich er niet voor om bebouwd te worden en is alleen geschikt voor begrazing. Boeren hebben hier nog nauwelijks met regelgeving vanuit de overheid te maken.

Rik van der Weele: ‘in Nederland telen we veldbonen vooral voor de opbrengst, hier kiezen ze het gewas puur voor bodemverbetering’.

Veldbonenteelt
Met zo’n 180.000 hectare aan veldbonen heeft Engeland een aanzienlijk groter areaal van dit gewas dan Nederland. De teelt van veldbonen wordt daar vooral ingezet om de bodem te verbeteren, de opbrengst is minder belangrijk. Dit was ook iets wat Rik opviel tijdens de boerderijbezoeken: ‘in Nederland weten we natuurlijk ook dat veldbonen stikstof binden en de bodemstructuur verbeteren, maar dat is niet het teeltdoel. Bij ons ligt de focus echt op de opbrengst, anders kan het niet uit’.

Tijdens het laatste boerderijbezoek werd dit verschil nog eens bevestigd. De boer vertelt dat het niet gaat om de opbrengst (in tonnen), maar om de totale financiële meerwaarde van de teelt binnen het bouwplan. Dat is natuurlijk lastig in exacte cijfers uit te drukken, maar binnen een teeltrotatie met veel tarwe en koolzaad kan dit zeker uit, omdat deze gewassen meer opbrengen als volgteelt van de bonen.

BoerenKansen-project overtreft verwachtingen

Het BoerenKansen-project van NAJK, dat liep van juni 2022 tot en met mei 2024, is succesvol ten einde gekomen. Met als doel jonge agrariërs bewust te maken van kringlooplandbouw en hen praktische handvatten te bieden, wist het project 743 deelnemers aan te trekken.

Workshops en Communicatie

Tijdens BoerenKansen werden 25 workshops en webinars georganiseerd, zowel fysiek als online, waarin onderwerpen als natuurlijke diergeneesmiddelen, meerwaarde creëren met een neventak en eigen voederwinning aan bod kwamen.

De video’s en het bordspel Kring Loop, dat als afsluiting van het project werd ontwikkeld om jonge boeren de mogelijkheid te bieden op een interactieve manier hun kennis over kringlooplandbouw te testen en verder te ontwikkelen, waren echte hoogtepunten.

Marjan Holtland, projectmedewerker bij BoerenKansen, benadrukt dat vooral de interactieve aard van de workshops en de ondersteunende video’s jongeren inspireerden. “De video’s hielpen niet alleen om de workshops te promoten, maar zorgden er ook voor dat de opgedane kennis op een speelse manier werd vastgehouden.”

Tijdens een van de workshops, ‘Hoe betrek je de omgeving?’, werd het voor veel deelnemers duidelijk dat ze al meer met hun omgeving deden dan ze zelf doorhadden, zoals het organiseren van open dagen of boerderij-educatie. Dit soort inzichten motiveerde hen om deze initiatieven verder uit te breiden.

Samenwerking en Innovatie

De samenwerking met Bionext, evenals de inzet van een enthousiast projectteam droeg bij aan het succes van het project. De samenwerking met Bionext benadrukte de voordelen van het verbinden van reguliere en biologische boeren, waardoor jonge boeren een duurzaam netwerk konden opbouwen.

BoerenKansen zorgde niet alleen voor meer bewustwording en kennisoverdracht, maar heeft ook jonge boeren geïnspireerd om duurzamer te werken. Holtland ziet de toekomst van kringlooplandbouw in Nederland positief tegemoet. “Jonge boeren zijn steeds meer geïnteresseerd en gemotiveerd om duurzame methoden toe te passen.”

Koppert nieuwe partner NAJK

Op dinsdag 17 september 2024 hebben Koppert en NAJK een partnerovereenkomst getekend. NAJK is blij om Koppert als partner te verwelkomen en kijkt uit naar een goede samenwerking!

Koppert, wereldwijd marktleider in biologische gewasbescherming en natuurlijke bestuiving, is een waardevolle kennispartner binnen de portefeuille akkerbouw van NAJK.
De overeenkomst weerspiegelt de gezamenlijke visie van NAJK en Koppert: het streven naar een toekomstbestendige landbouw. Met de expertise van Koppert, kan NAJK zijn inzet in de landbouw versterken.

Dit partnerschap biedt nieuwe kansen voor kennisdeling en innovatie, waarmee we gezamenlijk de uitdagingen in de landbouwsector aan kunnen gaan.

NAJK blij met focus op toekomstperspectief (jonge) boer en tuinder, maar mist concrete uitwerking

NAJK heeft gisteren kennis genomen van het nieuwe regeerakkoord van het kabinet, bestaande uit bewindspersonen uit de partijen: PVV, VVD, NSC en BBB. In dit regeerakkoord wordt de nadruk gelegd op perspectief voor de blijver en het vergroten van het aantal succesvolle bedrijfsopvolgingen. Dit alles moet plaatsvinden binnen de gestelde duurzaamheidsdoelen en dat vraagt volgens NAJK nog wel om een concrete uitwerking. “Het regeerakkoord geeft weinig tot geen concrete uitwerking, maar er ligt een basis om er wat van te maken. NAJK wil hier graag aan meewerken.”, stelt Roy Meijer voorzitter NAJK.

Generatievernieuwing centraal thema
Het kabinet wil gaan voor een sterkere generatievernieuwing op agrarische bedrijven door onder andere een samenhangend pakket te ontwikkelen voor het vergroten van het aantal succesvolle bedrijfsopvolgingen binnen en buiten de familie. In het GLB wordt gewerkt aan de nieuwe interventie ‘Samewerken aan generatievernieuwing’ waarin gewerkt wordt aan vernieuwde concepten die landbouwgrond toegankelijker maakt voor jonge landbouwers. Daarnaast zal samen met NAJK het kenniscentrum bedrijfsovername worden vormgegeven. “Onze sector vergrijst als een malle. Deze voornemens zijn meer dan broodnodig voor een toekomstbestendig agrofoodcluster. NAJK staat klaar om dit verder uit te werken met het kabinet.”, stelt Meijer.

Functie en meerwaarde
Het kabinet maakt een aantal duidelijke keuzes. NAJK licht hier een paar keuzes toe. Om te beginnen geeft het kabinet het Nederlandse agrocomplex een duidelijke functie en meerwaarde. Onze sector heeft een belangrijke rol voor de voedselzekerheidsopgaven op zowel, mondiaal, Europees als nationaal niveau. Volgens het regeerakkoord vervult onze sector dit door hoogproductief te zijn en efficiënt. Daarnaast heeft de Nederlandse land- en tuinbouw enorm veel kennis die verspreid kan worden op zowel Europees als mondiaal niveau met het oog op het binnenhalen van kennis van andere toonaangevende landen met een agrarisch profiel. “Het kabinet laat zien waarom de land- en tuinbouw er toe doet. Dat is belangrijk, omdat onze sector hierdoor sterker komt te staan in afwegingen over bijvoorbeeld welke sector welke milieugebruiksruimte krijgt om in te produceren.”, aldus Meijer.

Doelsturing, emissiebeleid en gewasbeschermingsmiddelen
Een andere keuze is de keuze voor doelsturing op het gebied van stikstof- en broeikasgasemissies waardoor je als boer zelf mag bepalen hoe je de doelen haalt, mits je ze maar haalt. Op deze manier wil het kabinet zoveel mogelijk van middelvoorschriften af. “Doelsturing is een vurige wens van NAJK. Zij die voldoen moeten extra ondernemersruimte krijgen en zij die niet voldoen moeten worden aangepakt. Alleen zo krijg je een beweging op gang.”, stelt Meijer.

Tevens kiest dit kabinet een overgang van stikstofdepositiebeleid naar stikstofemissiebeleid. NAJK is daar al heel lang voorstander van met als reden dat boeren kunnen sturen op hun emissie, maar veel slechter op depositie. Recente onderzoeken en artikelen laten zien dat de relatie tussen individuele emissie van een veehouder en de veroorzaakte depositie hierdoor zeer zwak is. Daarnaast ziet NAJK veel meer heil in het verlagen van de stikstofdeken, dan het verlagen van depositie. Stikstofemissie verdwijnt in de stikstofdeken die op haar beurt weer depositie veroorzaakt. “Willen we minder depositie, dan moet de stikstofdeken zakken middels lagere stikstofemissie. Juist hierop kunnen veehouders sturen, mits de juiste stimuleringsmaatregelen getroffen worden. Het kabinet geeft hier duidelijk aanknopingspunten voor, maar de concrete uitwerking mist.”, aldus Meijer.

Daarnaast kiest het kabinet bijvoorbeeld ook om bij besluitvorming over de Europese goedkeuring en de nationale toelating van gewasbeschermingsmiddelen onafhankelijke wetenschappelijke adviezen van daartoe aangewezen en bevoegde instanties te respecteren. “NAJK vindt dit een heel belangrijk punt. We moeten rationeel gaan kijken naar gewasbeschermingsmiddelen en al het beleid hieromtrent.”, stelt Meijer.

Agrarisch natuurbeheer en Brussel
Het kabinet wil jaarlijks vanaf 2026 structureel 500 miljoen euro beschikbaar stellen voor langjarig en marktconform betaald agrarisch natuurbeheer. Op deze manier hoopt het kabinet boeren te vergoeden die een bijdrage leveren aan de gebiedsspecifieke opgaven zoals in de veenweidegebieden, gebieden rondom
kwetsbare Natura 2000-gebieden, brede beekdalen en grondwaterbeschermingsgebieden. NAJK is hier blij mee, maar vraagt zich wel af of deze gelden genoeg zijn voor voldoende agrarisch natuurbeheer door boeren die ervoor zorgt dat de duurzaamheidsdoelen gehaald kunnen worden. Immers, deze doelen heeft het kabinet niet aangepast.

Daarnaast ziet het kabinet het belang van Brussel wanneer het gaat om ofwel nationaal beleid ofwel internationaal beleid. NAJK is hier blij mee. “Nu zaak om dat gezamenlijk vorm te geven en een passende strategie te maken die past bij de lange termijn belangen van Nederland en Europa.”, aldus Meijer.

Uitvoeringsorganisaties sterken maken of ontwikkelen productschap 2.0
NAJK is erg blij dat dit kabinet wil onderzoeken hoe de uitvoering dichterbij de ondernemer versterkt kan worden. Dit wil het kabinet doen door meer mogelijkheden te bieden voor brancheorganisaties, zoals de Branche Organisatie Akkerbouw, om collectieve afspraken te maken. Tevens wil het kabinet onderzoeken of een hernieuwde vorm van de in 2014 afgeschafte productschappen benodigd is. NAJK is hiervan groot voorstander en is er daarom erg blij mee. “We missen een uitvoeringsorganisatie met politiek mandaat waarin boeren, bedrijfsleven en overheden snel met elkaar kunnen schakelen om collectief beleid te ontwikkelen over bijvoorbeeld verduurzaming of mestvraagstukken. Meer ruimte voor brancheorganisaties of een hernieuwd productschap 2.0 zijn hiervoor mooie oplossingsrichtingen.”, stelt Meijer

Kanttekeningen: legalisering PAS-melders en interimmers, waterkwaliteit, agrarisch natuurbeheer en concreetheid van plannen
NAJK mist een duidelijke uitwerking als het gaat om het legaliseren van PAS-melders en interimmers. De laatste categorie komt zelfs niet eens in het regeerakkoord voor. Het kabinet wil wel legaliseren, maar heeft daarvoor geen duidelijke aanpak omschreven. De aanpak die het vorige kabinet hiervoor had ontwikkeld, het Nationaal Plan Landelijk Gebied, is door dit kabinet afgeschoten en bestaat daarom niet meer. “Veel leden van ons blijven nog steeds in onzekerheid zitten over de vraag of ze wel of geen natuurbeschermingswetvergunning krijgen. Enkel opschrijven dat het moet, maar niet met welke aanpak geeft hen weinig tot geen houvast.”, vindt Meijer.

Ook mist NAJK bij doelsturing de handvatten om dit toe te passen bij het dossier waterkwaliteit en mestbeleid, de belangrijkste dossiers van de komende jaren. Dit vindt NAJK een cruciale misser. Daarnaast lijkt het erop dat niet enkel boeren aanspraak kunnen maken op de structurele investering van 500 miljoen in agrarisch natuurbeheer, maar ook andere beheerders. Het huidige budget is door het verdwijnen van het transitiefonds al zeer beperkt in relatie tot de gestelde duurzaamheidsdoelen. NAJK is dan ook van mening dat boeren de gelden voor agrarisch natuurbeheer dienen te krijgen en niemand anders.

Bovenal mist NAJK de concreetheid in de uitwerking in dit regeerakkoord. Enkel ambities of intenties opschrijven is niet voldoende. Ze moeten uitgewerkt worden. “Pas dan is het duidelijk voor jonge boeren en tuinders waar ze aan toe zijn. Dat geeft rust en ruimte voor keuzes voor de lange termijn.”, stelt Meijer.

Neem de jonge generatie serieus!
Jonge boeren en tuinders willen bouwen aan hun toekomst en dus ook aan toekomstig beleid. Zij willen graag de schouders eronder zetten, maar dan moeten ze in de uitwerking ruimte krijgen om mee te denken en serieus genomen worden. NAJK is een constructieve vereniging die wil samenwerken met iedereen die de bestaanszekerheid van jonge boeren en tuinders wil verbeteren. “Wij steken daarom onze hand uit naar dit kabinet om samen te werken aan een mooie toekomst voor jonge boeren en tuinders. Het is aan hen om onze hand aan te pakken en dan gaan we ervoor!”, aldus Meijer.

NAJK wil aan de slag na mestbrief Minister Wiersma

Vandaag is er een kamerbrief uitgekomen waarin minister Wiersma maatregelen aankondigt om het probleem van de mestmarkt in Nederland op te lossen. Het probleem dat is ontstaan naar aanleiding van de derogatiebeschikking en het bijbehorende addendum. NAJK voorziet een grote impact van de voorgestelde maatregelen in de mestbrief, maar ziet aanknopingspunten om een generieke korting te voorkomen en een koude sanering zoveel mogelijk te beperken.

 

Disbalans in de mestmarkt is desastreus voor jonge veehouders

Balans in de mestmarkt ontstaat als mestproductie, mestverwerking en mestplaatsingsruimte in evenwicht zijn. Door het wegvallen van de derogatie, het aanwijzen van de NV-gebieden en de bufferstroken is de plaatsingsruimte drastisch afgenomen. Hierdoor is er een acute crisis ontstaan op de mestmarkt met als gevolg dat jonge veehouders hoge kosten voor mestafzet voor hun kiezen krijgen. Door deze opstapeling van tegenslagen komen overnames van melkveebedrijven en bedrijfsvoeringen van jonge melkveehouders in gevaar. Gezien de vergrijzing van onze sector kan dat niet de bedoeling zijn”, aldus portefeuillehouder melkveehouderij, Ruben Klein Teeselink.

 

Grote ambities, maar is het genoeg?

Het doel van de aanpak is het bieden van verlichting op de mestmarkt door mestplaatsingsruimte en de mestproductie meer met elkaar in balans te brengen, om ervoor te zorgen dat de mestafzetkosten gaan dalen en de mestafvoer voor bedrijven makkelijker wordt. Daarnaast worden de exportmogelijkheden verder bekeken. In lijn met het Hoofdlijnenakkoord is de aanpak gericht op het verlichten van de mestmarkt door het vergroten van de plaatsingsruimte voor dierlijke mest. De inzet is namelijk een structurele oplossing vanaf 2025. De aanpak is een vervolg op de aanpak van het vorige kabinet, het zal zorgen voor verlichting, maar zeker niet voor een volledige oplossing op de korte termijn. Veehouders zitten hierdoor in 2025 alsnog zwaar onder druk wat leidt tot een verder dramatisch verloop van de huidige keiharde koude sanering.

 

Mestcrisisplan sectorpartijen

Eind april is het mestcrisisplan naar buiten gebracht door NAJK samen met LTO, Natuurweide en de NZO (de zuivelverwerkers).  “Het is goed om te zien dat alle benoemde maatregelen uit het mestcrisisplan zijn meegenomen in de mestbrief. We gaan hierover graag verder in gesprek met minister Wiersma”, zegt Klein Teeselink. “Dat de benoemde maatregelen een grote impact hebben staat vast. Om een generieke korting te voorkomen en een koude sanering zoveel mogelijk te beperken moeten er keuzes worden gemaakt en acties worden ondernomen.” 

 

Maatregelen korte termijn

De minister kondigt in de kamerbrief aan dat er meerdere maatregelen worden doorgevoerd voor de korte termijn. Dit zijn onder andere derogatie vrije zones verkleinen van 250 naar 100 meter. Het bevorderen van exportmogelijkheden voor dierlijke meststoffen. Het stimuleren van mestverwerking door middel van subsidieregelingen en ook het aanpassen van mestverwerkingspercentages. Een opmerkelijke maatregel uit de mestbrief is de correctiefactor voor gasvormige verliezen uit dierlijke mest. Hierdoor zullen stikstofexcretieforfaits een hogere correctiefactor krijgen per 1 januari 2025, de stikstofcorrectiefactor zal gewijzigd van 8,5% naar 10,1%. Ten slotte zal de graslandsubsidie worden verhoogd waarmee boeren directe compensatie krijgen voor de hoge mestafzetkosten wanneer zij zich houden aan voorheen geldende derogatieregels. Dit hangt wel af van een wijziging van de Minimis regeling waarbij het maximum van €20.000 naar €37.000 wordt verplaatst.

 

Structurele maatregelen nationaal

Verlaging mestproductie

Om de mestproductie te verlagen stelt de minister twee concrete maatregelen voor: Een nieuwe brede beëindigingsregeling in aanvulling op huidige regelingen en afroming op fosfaat- & dierrechten.. NAJK pleit voor een vervroegde brede beëindigingsregeling om meer ruimte te maken voor jonge boeren. ‘’Een stopper kan ruimte maken voor een blijver. Dit kan jonge boeren in alle sectoren enorm helpen, aldus portefeuillehouder pluimvee, varkens en kalverhouderij Wendy Kicken’’. De afroming op fosfaat- & dierrechten gaat zeker impact hebben op de veehouderij sectoren. Voor de melkveehouderij zal er een afroming gaan gelden van 30% bij overdacht van fosfaatrechten. Dit gaat impact hebben op de handel, en zorgt er met name voor dat jonge boeren minder mogelijkheden hebben tot bedrijfsontwikkeling door middel van uitbreiding. Voor de pluimvee- en varkenshouderij worden twee verschillende percentages gehanteerd. De varkenshouderij krijgt te maken met een afroming van 25 % op de dierrechten. De pluimveehouderij krijgt te maken met een afroming van 15 %. Op deze manier komt de handel van de dierrechten onder druk te staan. Zeker bij de varkens en pluimveehouderij worden veel rechten verhandeld en is deze afroming absoluut niet wenselijk. Jonge boeren worden hard getroffen, omdat zij financieel minder draagkracht hebben. NAJK is dan ook sceptisch over het niet naar rato verdelen van de mestproductie plafonds. De mestproblematiek dienen we samen op te lossen, waarbij het naar rato verdelen van de opgave een belangrijk onderdeel is. ‘’We pleiten dan ook om jaarlijks te herijken of afroming bij de verschillende sectoren omlaag kan’’, geeft portefeuillehouder pluimvee, varkens en kalverhouderij Wendy Kicken aan.

Voerspoor

Het voerspoor zal ook deel uitmaken van de maatregelen om de stikstofexcretie te verlagen op landelijk niveau. Dit door middel van verlaging van stikstof in rundveedrijfmest door een lager aandeel ruw eiwit in het rantsoen te hebben op landelijk niveau.

Graslandnorm

Vanuit het addendum van het 7e Actieprogramma Nitraatrichtlijn is de afspraak gemaakt om als melkveehouderij in 2032 grondgebonden te zijn. De minister neemt hierin een eerste stap door in beeld te brengen wat de effecten kunnen zijn van het invoeren van een grondgebondenheid. Dit zal getoetst worden aan de hand van economische gevolgen, ruimtelijke dimensie en emissies.

 

Structurele maatregelen Europees

NAJK roept de minister op om op alle ambtelijke en bestuurlijke niveaus in Brussel te blijven zoeken naar structurele oplossingen vanuit Brussel voor de Nederlandse problemen. Hierin moet gekeken worden naar de toelating van RENURE, mogelijkheden binnen de huidige en toekomstige nitraatrichtlijn en de mogelijkheden binnen de de-minimisverordening. De Nederlandse situatie is uniek en kwetsbaar, daar moet dan ook op die manier naar gehandeld worden! NAJK is hierin bereid om een bijdrage in te leveren samen met de Minister.

 

NAJK roept op om samen aan de slag te gaan.

NAJK staat klaar om samen met andere sector partijen en de minister aan de slag te gaan om het mestprobleem aan te pakken.’’ We moeten nu doorpakken om een koude sanering en generieke korting te voorkomen’’, geeft Klein Teeselink aan.

Uitstel voor inzaaien vanggewassen en uitrijden mest: Flexibiliteit in landbouwbeleid zeer welkom!

Vorige week maakte de minister van LVVN bekend dat zij uitstel verleent voor de 1 oktober maatregel met oplopende stikstofkorting. Het verplicht inzaaien van een vanggewas wordt met 3 weken verlaat tot uiterlijk 21 oktober. Eerder maakte de minister al bekend twee weken extra de tijd te geven voor het uitrijden van dierlijke mest op grasland, tot 14 september. Dit uitstel is tot stand gekomen na overleggen tussen verschillende belanghebbenden, waaronder het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK) en het ministerie van LVVN en I&W.

Ruben Klein Teeselink, portefeuillehouder melkveehouderij bij NAJK, reageert positief op deze toezeggingen: “Na goede inhoudelijke discussies binnen de expertgroep zijn we blij met deze beslissing. ” Hij benadrukt dat dit een belangrijke stap is voor boeren die dit jaar met zeer uitdagende weersomstandigheden te maken hebben gehad.

“Dit jaar is een typisch voorbeeld dat kalenderlandbouw niet werkbaar is in de praktijk. Uiteindelijk willen we toe naar doelsturing en een realistisch beleid wat niet gebonden is aan data. We zijn blij met deze eerste stap van versoepeling van de data.” vult Hilde Coolman portefeuillehouder akkerbouw aan.

Kabinet zet streep door NPLG: Hoe dan wel?

Vanmorgen werd er gelekt dat het kabinet een streep zet door het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG). Dit programma moest ervoor zorgen dat doelen omtrent klimaat, water en stikstof werden gehaald in samenspraak met vitale boerenbedrijven. Het kabinet lijkt het NPLG af te schaffen, maar lijkt de doelen wel te laten staan. “Je kunt het NPLG afschaffen, maar als de duurzaamheidsdoelen voor boeren blijven staan: hoe dan wel?”, stelt Merel Straathof, portefeuillehouder Leefomgeving.

 

NAJK heel kritisch op NPLG

NAJK vond het NPLG verre van perfect. In dit programma was er geen enkele doelstelling voor het behouden van vitale (jonge) agrarische bedrijven en de borging van hun verdienvermogen. “De focus in een gebiedsgerichte aanpak moet volgens NAJK juist hierop liggen. Daarnaast kun je in een gebiedsgerichte aanpak werken aan waterkwaliteit en de staat van de natuur”, aldus Straathof. NAJK is van mening dat de reductie van stikstof- en broeikasgasemissies vooral met landelijk dekenbeleid geregeld moet worden. Dit heeft NAJK ook laten weten in haar zienswijze. Na het wegvallen van het transitiefonds lijkt het afschaffen van het NPLG een logisch gevolg. “NAJK is altijd kritisch geweest op het programma en snapt de bezwaren van het kabinet, maar de afschaffing hiervan vraagt wel om verantwoordelijkheid vanuit het kabinet om met een beter alternatief te komen als je de duurzaamheidsdoelen laat staan.”, stelt Straathof.

 

Alternatief is nodig

Het NPLG is door het vorige kabinet ingevoerd en uitgerold. Het programma stelde de kaders en uitvoeringsstrategie voor de doelen rondom water, klimaat en stikstof. Samen met het transitiefonds en de gebiedsgerichte aanpak moest het programma ervoor zorgen dat er onder andere ruimte zou ontstaan om pasmelders en interimmers te legaliseren en ruimte om agrarische bedrijven te kunnen blijven ontwikkelen. Ook is het NPLG en de 25 miljard gebruikt door het vorige kabinet als onderbouwing van bijvoorbeeld het verkrijgen derogatie.

 

NAJK is van mening dat na afschaffing van dit programma het kabinet met een alternatief moet komen in het regeerakkoord. “Er zijn genoeg jonge boeren en tuinders die zonder geldige natuurbeschermingswetvergunning op dit moment in grote onzekerheid zitten. Als dit niet de manier is om dit probleem op te lossen, wat dan wel?”, vraagt Straathof zich af.

 

NAJK wil meedenken

NAJK gaat graag het met kabinet het gesprek aan om te werken aan een alternatief, zodat jonge boeren en tuinders weer over een goede vergunning kunnen beschikken en hun bedrijf op een duurzame manier door kunnen ontwikkelen, omdat ze weten waar ze aan moeten werken.

 

 

Duurzaamheid als beweging, NAJK positief over uitkomsten Strategisch Dialoog 

Vanochtend heeft de voorzitter van de Europese Commissie, Von der Leyen, haar persconferentie gegeven over de uitkomsten van het Strategic Dialogue on the Future of Agriculture welke de afgelopen maanden door 29 organisaties is uitonderhandeld. Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK) is positief en blij met de uitkomsten van het dialoog.

 

“Deze breed gedragen voedselvisie biedt een stevige basis voor toekomstig landbouw- en milieubeleid in Europa met perspectief voor jonge boeren en tuinders. Het helpt ons om weer vanuit een visie naar de wereld te kunnen kijken zodat we de huidige problemen in Nederland op kunnen lossen”, vertelt Gerben Boom, portefeuillehouder Internationaal en vice-voorzitter van NAJK.

Belangrijke stap voorwaarts

NAJK ziet de uitkomsten van dit akkoord als een belangrijke stap voorwaarts na een lange periode van onzekerheid en onrust in de sector. Dit komt met name door de keuzes die er in het rapport gemaakt zijn. Door de brede vertegenwoordiging van organisaties wordt duidelijk uitgesproken wat het strategische en geopolitieke belang is van de Europese land- en tuinbouw en dat daar in toekomstig beleid rekening mee gehouden dient te worden.

Tegelijkertijd zegt het rapport dat we doorgaan met het verder verduurzamen van onze sector. Maar dan wel op een realistische manier met behoud van verdienvermogen “‘Niemand is gehouden tot het onmogelijke, maar we moeten ons best doen om het onmogelijke mogelijk te maken’ is dan ook een kernprincipe uit de gezamenlijke visie”, zegt Boom.

In het rapport worden uniforme duurzaamheidsstandaarden voorgesteld om een gelijker speelveld te creëren voor boeren, waardoor bijvoorbeeld de Nederlandse aardappel eerlijk vergeleken kan worden met die uit Duitsland of zelfs met landen buiten Europa. Deze integrale standaard op duurzaamheid zorgt er tevens voor dat de wildgroei aan duurzaamheidsclaims en certificeringen gereguleerd wordt. Hierdoor wordt het voor boeren en tuinders makkelijker om te voldoen aan de vragen vanuit de markt en om tegenstrijdigheden in duurzaamheidsbeleid inzichtelijk te maken zodat politieke keuzes gemaakt kunnen worden. Verbeteringen op het gebied van dierenwelzijn leiden immers niet altijd automatisch tot een lagere CO2-voetafdruk.

Erkenning van jonge boeren

Daarnaast is NAJK blij met de erkenning van de rol van jonge boeren en met de concrete aanbevelingen om hun positie te versterken. “Een fonds van 3 miljard euro, beschikbaar gesteld door de Europese Investeringsbank laat zien dat jonge boeren in Europa een plek verdienen”, zegt Boom. NAJK roept de Europese beleidsmakers op om de aanbevelingen uit het rapport te omarmen en op te nemen in hun beleidsplannen. “Als er ooit een moment is om stakeholders actief te betrekken bij de plannen voor landbouw en voedsel, dan is het nu. Schouders eronder en aan de slag!”

Tijdens de onderhandelingen vertegenwoordigde Peter Meedendorp als voorzitter van de Europese koepelorganisatie van de jonge boeren (CEJA), en tevens lid van NAJK, de belangen van de Europese jonge boeren en tuinders. We zijn trots op het feit dat Peter er de afgelopen maanden mede voor heeft gezorgd dat dit akkoord tot een succes is gekomen.