Vraag op tijd jouw vestigingssteun aan!

Jonge landbouwers die een bedrijf (gedeeltelijk) overnemen in -of na 2023 of een nieuw bedrijf starten, kunnen mogelijk subsidie vanuit het Gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) krijgen. Deze subsidie is aan te vragen vanaf maandag 28 april 2025 tot vrijdag 27 juni 2025. Per aanvraag zal er 80.000 euro worden vrijgemaakt voor bedrijfsopvolgers.

De vestigingssteun is een financiële ondersteuning voor de opvolger bij overname van een land- of tuinbouw bedrijf en is bedoeld om jonge boeren en tuinders te helpen in de eerste jaren na de bedrijfsovername, die financieel het moeilijkst zijn. Deze regeling is opengesteld van maandag 28 april tot vrijdag 27 juni, mits het budget niet eerder is overschreden. Dus zorg dat je er op tijd bij bent.

Informatie & voorwaarden
Om in aanmerking te komen voor de vestigingssteun voor de jonge boeren zijn in ieder geval de volgende punten van toepassing:

  • Je bent op 31 december 2025 tussen de 16 en 39 jaar.
  • Je bent bedrijfshoofd vóórdat je de aanvraag indient.
  • Je bent in het bezit van een diploma van een officiële opleiding landbouw, tuinbouw of een gelijksoortige opleiding. Of je hebt minimaal 2 jaar aantoonbare werkervaring met land- en tuinbouwproductie. Ervaring telt mee vanaf de leeftijd van 16 jaar.
  • Je bent het bedrijf op of na 1 januari 2023 gestart. Of je nam het bedrijf op of na die datum over.
  • Je was nog geen bedrijfshoofd voor 1 januari 2023.

Lees hier meer over de voorwaarden of hoe je de subsidie kan aanvragen.

Steuntje in de rug
NAJK heeft de afgelopen jaren hard gelobbyd voor budget en een goede invulling van de vestigingssteun. “NAJK heeft de afgelopen jaren hard gelobbyd voor budget en een goede invulling van de vestigingssteun. De vestigingssteun is een steun in de rug in een periode dat jonge boeren het goed kunnen gebruiken. Bij veel jonge boeren en tuinders speelt de vraag of zij met hun bedrijf nog wel welkom zijn in Nederland. Met de vestigingssteun geeft de politiek het signaal dat zij oog hebben voor ons en de problematiek waar we mee te maken hebben”, aldus Coen van den Bighelaar, portefeuillehouder bedrijfsovername bij NAJK.

BNDR: Meer waarde halen uit de keten: Geert Mekkes aan het woord

De agrarische sector is volop in beweging. Veel jonge boeren zoeken naar manieren om niet alleen hun bedrijf toekomstbestendig te houden, maar ook naar hoe ze meer waarde uit hun producten kunnen halen. Dit kan bijvoorbeeld door deelname aan keurmerken, ketensamenwerkingen of regionale afzetinitiatieven. In dit artikel uit de BNDR editie van maart 2025 spraken we drie jonge boeren uit verschillende sectoren die deze stap hebben gezet. Waarom kozen zij hiervoor? Wat heeft het hen opgeleverd? En welke lessen kunnen andere boeren hieruit trekken? Deze week delen wij het artikel van de tweede jonge boer, Geert Mekkes. Lees hier ook het artikel van akkerbouwer, Ruud Wansink.

1 Ster Beter Leven: “De markt vroeg erom, en wij stapten in”

Geert Mekkes uit Geesbrug runt samen met zijn familie een vleeskuiken- en akkerbouwbedrijf. Sinds mei 2023 heeft hij de overstap gemaakt naar het Beter Leven-keurmerk met 1 ster. Dit betekende minder kippen, langzamer groeiende kippen, een overdekte uitloop, andere werkzaamheden en stabielere inkomsten. Geert deelt zijn ervaringen met het concept en zijn visie op de toekomst.

Wat houdt deelname aan Beter Leven 1 ster precies in?
“Bij het Beter Leven-keurmerk krijgen de kippen meer ruimte, daglicht en afleidingsmateriaal, zoals strobalen en strooien we een deel van het voer in het strooisel. Dit doen we om de kip zo veel mogelijk natuurlijk gedrag te laten vertonen. Daarnaast hebben de kippen vanaf 21 dagen leeftijd toegang tot een overdekte uitloop. Ten opzichte van regulier gehouden vleeskuikens houden we nu ongeveer de helft van het aantal kippen. Het ras wat we houden is ook een langzamer groeiend ras, dit betekend dat we de kippen zo’n 2 weken langer houden dan regulier gehouden kippen en omdat het een langzaam groeiend ras is wegen ze na 8 weken ook nog minder dan regulier gehouden kippen.”

Wat gaf de doorslag om over te stappen?
“De reden was simpel: de markt vroeg erom en wij zagen een kans. Supermarkten hebben besloten om alleen nog maar vlees met 1 ster Beter Leven in de schappen te leggen. Hierdoor ontstond ruimte voor meer bedrijven om in te stappen. Voorheen was het een nichemarkt, nu is het een breder gedragen concept.

Voor ons bedrijf was het financiële plaatje belangrijk. We hebben doorgerekend of de investering in de uitloop en de aangepaste bedrijfsvoering rendabel was, en dat bleek zo te zijn. We zijn niet de eersten geweest die instapten omdat het regulier houden van kippen ons ook goed beviel,  maar als de kans er vanuit de markt ligt en het financieel rendabel is dan moet je gewoon de stap zetten. De wereld verandert en als ondernemer moet je daarin mee kunnen bewegen.”

Welke aanpassingen waren nodig, en hoe hebben die de bedrijfsvoering veranderd?
“De grootste aanpassing was de bouw van de overdekte uitlopen en het maken van daglicht in de stallen, dat heeft tijd en geld gekost. Vanaf het moment dat je daglicht in de stallen hebt, mag je gebruik maken van de overgangsregeling van de dierenbescherming. Zolang de kippen nog geen gebruik kunnen maken van de overdekte uitlopen mag je dan minder kippen houden. Middels deze overgangsregeling kun je wel al vast wennen aan het houden van langzaam groeiende kippen. De bedrijfsvoering was in het begin erg wennen, we waren gewend om de kippen zo snel mogelijk op gewicht te krijgen. Nu moet je veel meer sturen op dat de kippen niet te zwaar mogen worden, maar natuurlijk ook weer niet te licht. Je kunt reguliere kippen vergelijken met sprinters en langzaam groeiende kippen met marathon lopers. Wanneer je één misse stap zet bij de sprint heeft dat veel grotere gevolgen als een misse stap in een marathon. Dat alles wat rustiger gaat maakt het werk met langzaam groeiende kippen relaxter. Verder zijn er nu extra taken bijgekomen, zoals het strooien van graan en het bijvullen van afleidingsmateriaal, en krijgen we vaker controles.

Het werk is anders geworden. Minder kippen en kippen die langzamer groeien betekent minder arbeid en meer werkgemak. De periodes dat we leeg staan om schoon te maken tussen de rondes in zijn wel drukker geworden. De overdekte uitlopen moeten nu ook schoon gemaakt worden. Dit is toch 30% meer oppervlak om schoon te maken ten opzichte van vroeger.

Financieel houden we onder aan de streep ongeveer hetzelfde over als bij reguliere kippen, al kan het wel per jaar schommelen.”

Welke uitdagingen kwam je tegen bij de implementatie?
“Gelukkig hebben wij relatief eenvoudig en snel alle vergunningen rond kunnen krijgen. Bij veel collega pluimveehouders zal dit de grootste uitdaging zijn denk ik. De grootste uitdaging bij ons was de bouw van de uitlopen. Omdat veel bedrijven tegelijkertijd omschakelden, waren de bouwbedrijven overbelast en stegen de kosten. Ook hebben we nu meer te maken met controles. Verschillende instanties controleren ieder hun eigen deel. Die controles zijn vaak onverwacht, dus je moet flexibel kunnen schakelen als ze op de stoep staan. Daarnaast was de eerste keer dat de uitloopluiken los gingen ook wel een uitdaging, maar dan vooral een mentale. Bij reguliere kippen moet je ten alle tijden tocht op dierhoogte voorkomen en nu open je juist op de dierhoogte de uitloopluiken. Gelukkig past de ventilatie zich snel aan en hebben we geen problemen gehad met verkouden of zieke kippen. Maar het was wel even spannend!”

Wat zijn de voordelen, naast financiële stabiliteit?
“Het werkgemak is verbeterd. Doordat je minder dieren hebt, de kippen langzamer groeien en ze langer op het bedrijf blijven zijn ze weerbaarder en heb je minder last van uitval. Dat geeft een meer ontspannen werksfeer.”

“Daarnaast is het een voordeel dat de supermarkten zijn overgestapt naar 1 Ster Beter Leven, hierdoor is er een markt ontstaan, waardoor bedrijven konden omschakelen.

Hoe draagt dit concept bij aan de toekomstbestendigheid van je bedrijf?
“Het grootste voordeel is de stabiliteit in de prijsvorming. De reguliere kippenmarkt is onvoorspelbaar en afhankelijk van de internationale markt. Een uitbraak van vogelgriep in Polen of de oorlog in Oekraïne kunnen de prijzen sterk beïnvloeden. Bij Beter Leven is de prijs veel stabieler. Dat geeft meer rust en zekerheid.

Toch blijven we de markt goed in de gaten houden. Als het niet meer uit kan of het concept zich niet meer waar kan maken, dan zijn de stallen zo gebouwd dat we eventueel terug kunnen naar de reguliere productie. Het belangrijkste is om flexibel te blijven, je kunt natuurlijk nooit in de toekomst kijken.”

Wat wil je andere jonge agrariërs meegeven?
“Blijf realistisch en kijk goed naar wat bij jou en je bedrijf past. De wereld verandert en daar moet je in mee. Durf uitdagingen aan te gaan, maar wees ook kritisch op de duurzaamheidseisen en wat bijdraagt aan jouw bedrijf.”

 

Vond je dit artikel interessant? Volgende week zaterdag delen wij het artikel van Tom ten Kate, melkveehouder- en DAJK-voorzitter uit Koekange. Of lees hier het artikel van akkerbouwer Ruud Wansink terug. 

 

 

STIKSTOF: Coalitiepartijen moeten verantwoordelijkheid nemen voor vlot trekken stikstofdossier!

Vandaag heeft de ministeriële commissie Economie en Natuurherstel (MCE&N) haar contourenbrief gepresenteerd waarin de basis is gelegd over hoe dit kabinet het stikstofdossier wil vlottrekken. Volgens NAJK is die basis gelukt, maar ontbreekt er nog altijd een langjarig programma waarin legalisering, vergunningverlening en emissiereductie samen komen. Dit komt volgens kabinet door het ontbreken van een langjarig budget in de Voorjaarsnota. “Beseffen de coalitiepartijen zich dat zonder langjarig budget er geen langjarig programma gemaakt kan worden die legaliseert, nieuwe projecten vergund en emissiereductie mogelijk maakt.”, aldus Roy Meijer voorzitter NAJK.

In december vorig jaar deed de rechter uitspraken in de zaken Amercentrale en Rendac. Sindsdien is het intern salderen niet langer vergunningsvrij en zit Nederland volledig op slot. De MCE&N werd opgericht en de afgelopen maanden heeft NAJK zich hard gemaakt voor een volwaardige oplossing voor het stikstofdossier waarin we al sinds 2019 verzeild zijn geraakt. Als we Nederland van het slot willen krijgen is een totaaloplossing nodig. NAJK is vanaf dag één helder geweest: los het op met daadkracht en geef duidelijkheid over welk opties jonge boeren en tuinders hebben ook als is de boodschap niet altijd prettig is. Jonge boeren en tuinders willen hun schouders onder grote opgaves zetten, maar die inspanning moeten dan ook daadwerkelijk ergens toe leiden.

Een startpakket; een gebrek aan concreetheid en middelen
De brief die de minister van LVVN vandaag naar de Tweede Kamer stuurde betreft een zogenoemd startpakket. De landbouw moet een emissiereductie realiseren van 42% tot 46%. Deze reductie moet op bedrijfsniveau worden behaald via doelsturing. De doelstelling wordt naar beneden bijgesteld door het aandeel stoppende bedrijven, de autonome daling. Daarnaast komt er een regionale maatwerkaanpak rondom De Veluwe en De Peel. Hiervoor is 600 miljoen euro gereserveerd in de Voorjaarsnota. Daarnaast zet het kabinet 1,6 miljard euro in wat voortkomt uit het budget van in totaal 5 miljard uit het Hoofdlijnenakkoord. Dit budget wordt gebruikt voor vrijwillige opkoop, tijdelijke extensivering van de melkveehouderij en doelsturing. Door het ontbreken van langjarige financiering, kan er nog geen langjarige totaaloplossing ontwikkeld worden door het kabinet. Zowel de totaaloplossing als het bijbehorende budget worden door het kabinet pas na de zomer verwacht. “De grote vraag voor ons is of het kabinet dan wel genoeg middelen krijgt van de coalitiefracties in de Tweede Kamer. Zo niet, dan strand deze poging mogelijk ook.”, aldus Meijer.

Conclusie
De eerst stappen zijn gezet, maar er is zeker geen sprake van een totaaloplossing. Er is werk aan de winkel voor het kabinet en de coalitiepartijen in de Tweede Kamer om eind augustus wel met zowel budget als een totaaloplossing te komen. “Zo niet, dan helpen we dit land en onze sector economisch om zeep en dat is onverantwoord”, stelt Meijer. NAJK zal daarom de komende maanden volop in gesprek gaan met de MCE&N.

 

Verdieping

Waar toetst NAJK het plan van de MCE&N op?
NAJK vindt een totaaltoplossing pas geslaagd als er een positief antwoord gegeven kan worden op de onderstaande vragen:

  1. Krijgen PAS-melders en interimmers een onherroepelijke natuurbeschermingswetvergunning (NB-vergunning)?
  2. Komt er een betrouwbaar, voorspelbaar en snel afwikkelend NB-vergunningensystematiek?
  3. Komt er structuurbeleid met uitvoeringskracht waarin boeren die vrijwillig willen stoppen en boeren die willen doorgaan financieel, fiscaal en ruimtelijke ordening technisch worden ondersteund?

PAS-melders en Interimmers
NAJK ziet op dit vlak zowel negatieve en als positieve punten. NAJK is negatief over het feit dat interimmers niet benoemd worden in de brief. “Deze groep ondernemers wordt stelselmatig door dit kabinet vergeten en dat is triest.”, aldus Meijer. Tevens is er geen duidelijke oplossingsrichting geformuleerd voor de legalisatie van PAS-melders en interimmers. NAJK is zeer bezorgd over wat dit betekent voor de handhavingszaken die nu lopen bij onder andere PAS-melders. NAJK hoopt op een snelle invoering van een rekenkundige ondergrens die genoeg onderbouwing biedt om handhaving tegen te gaan. NAJK vraagt zich af of de rekenkundige ondergrens ook een onherroepelijke NB-vergunning oplevert voor PAS-melders en interimmers. “Een onherroepelijke NB-vergunning geeft zekerheid die deze groep verdient.”, zegt Meijer.

Positief is wel dat het kabinet de gehele vergunningensystematiek wil herzien. “Dat biedt aanknopingspunten voor nieuwe legalisatiemethoden voor PAS-melders en interimmers. Voor NAJK is die oplossing een nieuwe hedendaagse referentiedatum voor zij die geen NB-vergunning hebben in combinatie met stikstofemissie reductie doelen voor de sector.”, stelt Meijer. NAJK zal hierover met de MCE&N verder in gesprek gaan.

Is er een betrouwbaar, voorspelbaar en snel afwikkelende vergunningensystematiek?
NAJK ziet dat het kabinet stappen heeft gezet in de juiste richting. Zo wordt er gewerkt aan een rekenkundige ondergrens die deposities tot 1 mol vrijstelt van vergunningsplicht, een alternatief voor de KDW in de wet en de huidige systematiek van vergunningverlening wordt op de (middel) lange termijn herzien. Daarnaast wil het kabinet werken aan zogenaamde significantiestroken van 250 meter rondom stikstofgevoelige hexagonen in Natura2000gebieden waarin alle sectoren op gebiedsniveau emissies dienen te reduceren. Het kabinet wil dit concreet uitwerken rondom twee gebieden: De Peel en de Veluwe. Dit in combinatie met het invoeren van doelsturing waarin zij die al stappen hebben gezet worden beloond. Een aanpak die in de basis goed aansluit op de inzet van NAJK.

Een stuk kritischer is NAJK op de vraag of dit voldoende is om te voldoen aan het aditionaliteitsbeginsel waarin aangetoond moet worden welke maatregelen er getroffen worden om verslechtering van de natuur tegen te gaan. Als de overheid dit niet goed onderbouwd, kan niemand intern of extern salderen. De landsadvocaat zegt hierover: “Zonder gebiedsgerichte doorrekening van de effecten en zonder bedoelde aanvullende gebiedspecifieke bronmaatregelen en natuur(herstel)maatregelen, inclusief tijdige uitvoering en goede borging, is geen sprake van het door u gewenste perspectief op juridisch houdbare vergunningverlening.” Aangezien deze doorrekeningen niet meegestuurd zijn, is het onduidelijk of deze maatregelen voldoende zijn om te voldoen aan het additionaliteitsbeginsel.

NAJK is dan ook sceptisch of deze maatregelen een betrouwbaar, voorspelbaar en snel afwikkelend vergunningensystematiek opleveren. “Zo lang niet wordt voldoen aan het additionaliteitsbeginsel blijft vergunningverlening juridisch onmogelijk. Legalisering, verduurzaming, emissiereductie, bedrijfsontwikkeling en bedrijfsovernames staan hierdoor nog altijd op de tocht.”, aldus Meijer.

Wel of geen structuurbeleid met uitvoeringskracht
NAJK is van mening dat geborgde emissiereductie door alle sectoren, maar ook het beheren van gronden met bijvoorbeeld agrarisch natuurbeheer in een directe strook om het Natura2000gebieden het meeste effect hebben op het verbeteren van de natuur. Daarom begrijpt NAJK de aanpak van dit kabinet als het gaat om het aanleggen van stroken rondom stikstofgevoelige hexagonen. NAJK vindt wel dat jonge boeren in deze stroken gelijk boter bij de vis moeten krijgen. “Je moet als jonge boer kunnen schakelen. Wat mijn mogelijkheden zijn? Welke keuzes moet ik hiervoor maken? Wat heb ik hiervoor nodig? Wie helpt mij hierbij? Pas dan krijg je beweging.”, aldus Meijer. Die duidelijkheid ontbreekt volgens NAJK.

Daarom moet voor bedrijven in de stroken van 250 meter rondom Natura2000gebieden De Peel en de Veluwe zo snel mogelijk duidelijk worden wat ze moeten doen en hoe de overheid hen hierbij ondersteunt. Denk aan het mogelijkheden voor verplaatsing buiten de zone, hulp bij extensiveren, hulp bij innoveren of hulp bij vrijwillig bedrijfsbeëindiging. NAJK gaat hierover in gesprek met zowel haar afdelingen rondom de Peel als rondom de Veluwe, zodat zij met die input naar de MCE&N kan.

NAJK is wel blij dat uitvoeringskracht mogelijk via nieuwe publiek-private samenwerkingsvormen een aandachtspunt is voor de MCE&N. Volgens NAJK zijn vernieuwde vormen van productschappen of een dienst landelijk gebied zeer gewenst.

Extensiveringsregeling
Het kabinet geeft in de Kamerbrief weer dat zij werkt aan een tijdelijke, vrijwillige extensiveringsregeling voor de melkveehouderij. NAJK is zeer verheugd om te zien dat hier een substantieel bedrag van €627 miljoen voor beschikbaar is gemaakt (2025-2029). NAJK pleit al geruime tijd voor deze vrijwillige extensiveringsregeling die voor verlichting van de mestmarkt kan zorgen. “Deze vrijwillige extensiveringsregeling is één van de weinige maatregelen die oplossing bied aan meerdere uitdagingen. De vrijwillige extensiveringsregeling kan een aanzienlijk positieve impact maken op de gespannen mestmarkt. Nog belangrijker is de rol die deze regeling kan hebben in het voorkomen van een generieke korting. Bijvangst is dat deze regeling ook een positief effect heeft op emissiereductie van stikstof en broeikasgassen.” aldus Ruben Klein Teeselink, portefeuillehouder melkveehouderij bij NAJK. Vooruitlopend op conclusies over de impact is het essentieel om de exacte invulling van de vrijwillige extensiveringsregeling te weten. Dat de regeling vrijwillig is en melkveehouders er zelf de keuze voor kunnen maken is in elk geval positief.

BNDR: Meer waarde halen uit de keten: Ruud Wansink aan het woord

De agrarische sector is volop in beweging. Veel jonge boeren zoeken naar manieren om niet alleen hun bedrijf toekomstbestendig te houden, maar ook naar hoe ze meer waarde uit hun producten kunnen halen. Dit kan bijvoorbeeld door deelname aan keurmerken, ketensamenwerkingen of regionale afzetinitiatieven. In dit artikel uit de BNDR editie van maart 2025 spraken we drie jonge boeren uit verschillende sectoren die deze stap hebben gezet. Waarom kozen zij hiervoor? Wat heeft het hen opgeleverd? En welke lessen kunnen andere boeren hieruit trekken? Deze week delen wij het artikel van de eerste jonge boer, Ruud Wansink. 

Aardappelen regionaal afzetten via coöperatie ‘Van Onze Grond’ 

Ruud Wansink (27) runt samen met zijn vader een gangbaar akkerbouwbedrijf in Laren (Gelderland). Hij verkoopt een deel van de aardappeloogst lokaal. Dit doet hij via een zelfbedieningswinkel en door deelname aan de coöperatie ‘Van Onze Grond’. Via deze samenwerking met supermarkten krijgt hij een eerlijke prijs voor zijn product en draagt hij bij aan de regionale voedselvoorziening. Wat heeft hem hiertoe bewogen en welke uitdagingen komt hij tegen?

Wat voor bedrijf hebben jullie?
“Samen met mijn vader run ik een gangbaar akkerbouwbedrijf in Laren. Daarnaast ben ik parttime teeltadviseur.  Op het akkerbouwbedrijf telen we op zo’n 80 hectare aardappels (ongeveer de helft), bieten, granen en maïs. Naast de reguliere afzet, verkopen we een deel van de consumptieaardappelen via een zelfbediening-huisverkoopwinkel en in lokale supermarkten. Hiervoor zijn we aangesloten bij de coöperatie ‘Van Onze Grond’.”

Wat houdt ‘Van Onze Grond’ in?
Van Onze Grond’ is een coöperatie van boeren en supermarktondernemers die samen lokaal voedsel in supermarkten aanbieden. Het begon in tien supermarkten rond Deventer en breidde uit naar de stedendriehoek en Zuthpen. In de coöperatie leveren boeren uit de buurt hun producten rechtstreeks aan deze supermarkten. Elke week plaatsen de supermarkten een bestelling van wat ze nodig zijn, de boer ontvangt deze en zet deze klaar. Vervolgens komt Combigro, een food & horeca leverancier, de bestelling afhalen, regelen de logistiek en voeren de facturatie uit. Door onze aardappels via deze coöperatie te verkopen krijgen we er een goede prijs voor. Daarnaast krijgen we een prima vergoeding voor de extra arbeid en moeite die we erin steken.”

Wat heeft je doen besluiten om mee te doen aan dit programma?
“In 2021 is coöperatie van Onze Grond opgericht en hebben wij gelijk contact gezocht .We verkochten al aardappelen via een zelfbedieningswinkeltje en leverden aan enkele supermarkten. De samenwerking met Van Onze Grond bood de kans om op te schalen en een breder publiek te bereiken. Het logistieke en verkoopgedeelte is altijd een uitdaging, en via de coöperatie worden deze zaken grotendeels uit handen genomen door een partij als Combigro, die de bestellingen ophaalt en de facturatie regelt. Het is dus een mooie samenwerking tussen boeren en supermarkten, waarbij wij onze producten regionaal kunnen aanbieden via een regionaal distributienetwerk.”

Heb je veranderingen moeten doorvoeren om aan de eisen van de coöperatie te voldoen?
“Qua product niet, het gaat er met name om dat het lokaal geproduceerde producten zijn. Er zijn naast alle reguliere eisen, geen specifieke keurmerken vereist. De grootste verandering zat in het opschalen en verpakken van onze eigen aardappelen voor supermarkten, wat extra tijd en werk vraagt.”

Welke uitdagingen ben je tegengekomen en hoe heb je deze aangepakt?
“Het bereiken van de consument blijft een uitdaging, ook met de coöperatie. De aandacht trekken van een consument in een volle supermarkt is soms lastig. Op het begin hebben we zelf ook wel eens in de supermarkt gestaan om de streekproducten te laten proeven. Dan krijg je altijd leuke reacties en zien en proeven ze wel het verschil. Maar dat betekend niet altijd dat ze de producten ook blijven kopen. De vraag is ook of mensen nog voldoende aardappels blijven eten.

Daarnaast is de logistieke kant intensief: het verpakken en klaarmaken van de aardappelen kost tijd, en dit moet ook gebeuren in de drukke piek momenten tijdens bijvoorbeeld het land werk. Met ‘grootschalig’ kun je daarentegen makkelijker meer afzet creëren, maar de prijs en marge heb je niet in de hand.”

Hoe is de financiële meerwaarde?
“De prijs die we voor onze aardappelen krijgen, kunnen we zelf vast stellen in overleg met het coöperatie bestuur. Dit moeten wel reëele, marktconforme prijzen zijn: te duur, en het blijft liggen, te goedkoop, en de marge wordt te klein. We zetten een klein deel van onze aardappelen zo af, het doel is nog wel om het te laten groeien. De inkomsten zijn een mooie aanvulling, mits de arbeidsintensiviteit in verhouding blijft.”

Zijn er andere voordelen?
“Consumenten die de aardappelen kopen waarderen de lokale productie en de kwaliteit. We krijgen te horen dat onze aardappelen van goede kwaliteit en erg lekker zijn. Het zorgt ook voor klantenbinding: supermarktklanten komen later vaak bij ons op de boerderij kopen en vice versa.”

Waarom versterkt dit de toekomstbestendigheid van jullie bedrijf?
“Het biedt extra inkomsten zonder schaalvergroting. Op dit moment past het goed bij ons bedrijf, al moeten we blijven beoordelen of de arbeidsinspanning opweegt tegen de voordelen. De stabiele marge en klantenbinding zijn grote pluspunten.”

Wat zou je andere boeren adviseren?
“Lokale afzet biedt kansen, maar de grootste uitdaging is verkoop: je product onder de aandacht brengen en een markt vinden. De coöperatie helpt hierbij, maar onderschat de extra arbeid niet.”

 

Vond je dit artikel interessant? Volgende week zaterdag delen wij het artikel van Geert Mekkes uit Geesbrug, hier runt hij een vleeskuiken- en akkerbouwbedrijf met zijn familie. De zaterdag daarop delen wij het artikel van Tom ten Kate, melkveehouder- en DAJK-voorzitter uit Koekange. 

Breng de agrarische sector in beeld en WIN!

Laat de land- en tuinbouw zien! De agrarische sector is natuurlijk de mooiste sector van Nederland en dat mag gezien worden. Maak daarom een foto van jouw lievelingssector, deel deze met NAJK en win de enige echte NAJK-overall!

Hoe werkt het?

  • Stuur uiterlijk zondag 4 mei 2025 jouw foto in via communicatie@najk.nl.
  • Maximaal 3 foto’s per deelnemer (per inzending per BNDR)
  • Beeldformaat JPG of PNG
  • Let op de kwaliteit van de foto’s
  • Je moet natuurlijk zelf de maker van de foto zijn
  • De winnende foto wordt in de volgende BNDR en op onze Facebook- en Instagram pagina bekendgemaakt.
  • De makers van de foto’s geven toestemming voor publicatie van de foto door NAJK.

 


Algemene voorwaarden

  • De maker van de winnende foto dient een NAJK-lid te zijn.
  • Over de uitslag kan niet worden gecorrespondeerd.
  • De prijzen zijn niet inwisselbaar voor geld.

 

NAJK steunt koers naar doelsturing in 8e Actieprogramma Nitraatrichtlijn

Op vrijdag 11 april publiceerde minister Wiersma een Kamerbrief over de contouren van het 8e Actieprogramma Nitraatrichtlijn (APN). In deze brief aan de Tweede Kamer schetst de minister een koerswijziging waarbij maatwerk en doelsturing centraal staan. Een noodzakelijke stap richting het verbeteren van de waterkwaliteit en het versterken van het ondernemerschap in de landbouw. “De koers die nu wordt geschetst biedt kansen om met vakmanschap middels doelsturing zélf te werken aan de waterkwaliteit als ondernemer. De komende maanden zijn cruciaal om dit verder in te vullen.” aldus Hilde Coolman Portefeuillehouder Akkerbouw.

Doelsturing
NAJK is positief over het voorgenomen ingroeipad naar doelsturing. Daar pleiten wij al langer voor: doelsturing geeft ondernemers keuzevrijheid bij het nemen van maatregelen om de waterkwaliteit te verbeteren. Zij kunnen dan zelf bepalen welke maatregel het meest effectief is binnen hun bedrijfsvoering én op het juiste moment en de juiste plaats wordt toegepast. Daarmee vormt doelsturing de basis voor de omslag van generiek beleid naar vakmanschap en eigen verantwoordelijkheid van de ondernemer.

Een effectieve, uitvoerbare en haalbare uitwerking is echter van essentieel belang. Daarbij valt of staat het plan bij de ontheffingen die verleend kunnen worden bij goede resultaten. Het is echter ook van belang om een doelstelling per grondsoort vast te stellen, metingen uit te voeren volgens een geborgd protocol en om te voorzien in kennis, inzicht en instrumenten om het doel te halen.

NAJK is onderdeel van een consortium dat de komende maanden samen met het ministerie werkt aan de verdere uitwerking van dit traject. Wij zijn gemotiveerd om die handschoen op te pakken.

Aanvullende maatregelen
Voor gebieden waar de waterkwaliteitsdoelen nog niet worden gehaald, zijn aanvullende maatregelen aangekondigd. NAJK volgt met belangstelling de doorrekeningen die moeten aantonen wat deze maatregelen bijdragen aan de waterkwaliteit, maar ook wat hun impact is op de bedrijfsvoering en economie van boerenbedrijven.

“Ik begrijp heel goed dat de voorgestelde maatregelen forse gevolgen zullen hebben in die gebieden. Dat benadrukt nogmaals het belang van een snelle, zorgvuldige invoering van doelsturing, zodat ondernemers die goed presteren vrijstelling van aanvullende maatregelen kunnen krijgen.” – aldus Hilde Coolman, portefeuillehouder akkerbouw.

Lokaal doen wat lokaal kan
In de Kamerbrief wordt verwezen naar de ‘restopgave’ die mogelijk in sommige gebieden overblijft. Regionale overheden krijgen een rol bij het nemen van eventuele aanvullende maatregelen. Het is logisch dat (mede)verantwoordelijkheid in het gebied wordt gelegd en dat er aansluiting wordt gezocht bij andere trajecten.

Tegelijkertijd onderstrepen wij het belang van duidelijke landelijke kaders. Waar komt welke beslissingsbevoegdheid te liggen? Wie is het aanspreekpunt voor overleg? Zonder heldere afspraken dreigt versnippering van verantwoordelijkheden en onduidelijkheid over uitvoering. Dit kan leiden tot willekeur en verminderde slagkracht in het gebied. NAJK denkt graag mee over een goede inrichting van dit proces.

Wat deed NAJK voor jou in maart?

Wat deed NAJK voor jou in maart?
Iedereen bij NAJK zet zich dag in dag uit voor 100% in voor jou als lid. We zorgen bijvoorbeeld voor het materiaal, de achtergrondinformatie en gespreksleiders voor interessante bijeenkomsten of discussieavonden. Daarnaast ontwikkelen we trainingen en cursussen, regelen we winacties en behartigen we jouw belangen in Den Haag of Brussel. Wat deed NAJK voor jou maart? Hier een kleine greep uit alle activiteiten:

  • Dinsdag 4 maart was portefeuillehouder internationaal, Gerben Boom, aanwezig bij een informeel diner met de vertegenwoordiging van de Europese Commissie in Nederland.
  • NAJK-voorzitter Roy Meijer was donderdag 6 maart te gast bij Hart van Nederland, hier sprak hij over de onzekerheid rondom stikstof.
  • In maart blikte NAJK terug op de Vrouwen & Voedsel dag die plaatsvond op vrijdag 7 maart.
  • Tijdens de GLB-bijeenkomst op dinsdag 11 maart kwamen 140 jonge boeren uit noordelijke provincies samen. Gerben Boom lichtte tijdens de bijeenkomst toe wat NAJK doet binnen het GLB op internationaal niveau.
  • Op woensdag 12 maart gingen NAJK-bestuurders Merel Straathof en Roy Meijer in gesprek met de ministeriële commissie voor Economie en Natuurherstel.
  • Op 15 maart deelde NAJK input uit ons ledenblad BNDR, deze keer deelde we een overzicht van belangenbehartigingsactiviteiten. In deze editie werd het Convenant Dierwaardige Veehouderij, mestcrisis, herziening pachtwetgeving en stikstof besproken.
  • Vrijdag 14 maart stond NAJK op de BoerenNatuurdag, hier deelde we een stand met Wageningen University & Research (WUR). Op onze stand lieten we zien wat we als NAJK doen rondom ‘boer en natuur’.
  • Op zaterdag 22 maart deelde NAJK weer een kijkje uit ons ledenblad BNDR, deze keer de ‘Op pad met.. Marjan Holtland’. Hierin krijgen lezers een kijkje in de werkweek van projectleider en bestuursondersteuner, Marjan Holtland.
  • Peter Medendorp (CEJA-voorzitter & NAJK-bestuurder) opende in maart samen met Ger Koopmans (LTO-voorzitter) het LTO Voorjaarsevent met Eurocommissaris Hansen. Het thema was de Nederlandse landbouw in Europees perspectief.
  • In maart spraken NAJK-bestuurders Roy Meijer en Merel Straathof met minister-president Schoof over de stikstofaanpak.
  • Peter Meedendorp pleitte in maart bij Europese Investeringsbank (EIB) voor betere toegang tot financiering voor jonge boeren.
  • Zaterdag 29 maart deelde NAJK weer een kijkje uit het ledenblad BNDR, deze keer deelde we een overzicht van het aanbod van Deltaplan Agrarisch Waterbeheer (DAW).
  • In maart was Merel Straathof, portefeuillehouder Leefomgeving, één van de sprekers bij De Balie. Tijdens deze bijeenkomst stond een belangrijk thema centraal: hoe gaan we in Nederland om met onze schaarse grond?

Wat doet NAJK voor jou in april?
Natuurlijk zit NAJK ook in de maand april niet stil. Houd de NAJK-site en de socials in de gaten voor het allerlaatste nieuws! Hierbij alvast een voorproefje:

NAJK over kabinetsbrief MFK: Erkenning apart GLB-budget binnen EU begroting cruciaal

NAJK heeft kennisgenomen van de Kamerbrief over de Nederlandse inzet voor de onderhandelingen over het Meerjarig Financieel Kader (MFK) 2028. Het is positief dat voedselzekerheid door het kabinet expliciet wordt benoemd als een belangrijk thema binnen de toekomstige Europese begrotingsonderhandelingen. Dit onderstreept de cruciale rol van de landbouwsector die het Nederlandse kabinet ziet in de toekomstige strategische keuzes binnen de Europese Unie. Echter, NAJK maakt zich grote zorgen over het gebrek aan concrete erkenning voor de noodzakelijke op zichzelf staande financiering van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) en het daarbij komende risico op een ongelijk speelveld binnen Europa.

Zorg over ontbreken van duidelijke bescherming en afbakening van de GLB-financiering
Hoewel voedselzekerheid wordt genoemd als prioriteit, ontbreekt in de kabinetsbrief een duidelijke erkenning dat een robuust GLB-budget essentieel is om de sector de uitdagingen van de toekomst aan te laten gaan. NAJK vindt dat er op Europees niveau afspraken gemaakt moeten worden over de hoogte van het GLB-budget. Het is zeer risicovol en wat NAJK betreft zeer onwenselijk als lidstaten zelf meer ruimte krijgen om te bepalen hoeveel middelen zij voor landbouw vrijmaken ten opzichte van andere prioriteringen. Dit kan leiden tot een  ongelijk speelveld tussen agrarische ondernemers in verschillende landen.

Daarentegen staat het NAJK  open voor meer flexibiliteit in de manier waarop GLB-middelen binnen een land kunnen worden ingezet, maar dit mag nooit ten koste gaan van de totale financiering die beschikbaar is voor landbouw op nationaal niveau. Het kabinet moet zich hier in de MFK-onderhandelingen volgens NAJK hard voor maken.

Nieuwe financieringsbronnen en impact op landbouw
NAJK heeft kennisgenomen van het feit dat het kabinet openstaat voor nieuwe eigen middelen voor de EU via het Carbon Border Adjustment Mechanism (CBAM) en het Emission Trading System (ETS). NAJK heeft grote zorgen over de gevolgen hiervan. Met name het gebruik van ETS als financieringsbron op Europees niveau roept vragen op over de impact op het nationale milieu- en klimaatbeleid en op de landbouw sector. NAJK is tegen een uitbreiding van ETS naar de landbouw wanneer dit wordt ingezet om extra middelen op Europees niveau te genereren.

Bij een dergelijk systeem moet goed gekeken worden wat de directe en indirecte incentives van verandering zijn, waar in de keten de kosten terecht komen en hoe dit aansluit bij reeds bestaand (nationaal) emissiebeleid. NAJK gaat dan ook graag in gesprek met het kabinet om te kijken naar logische maar bovenal ook werkbare oplossingen.

Oproep aan het kabinet
NAJK roept het kabinet op om zich binnen de EU-onderhandelingen in te zetten voor:

  • Een sterk en toereikend GLB-budget, met duidelijke afspraken op Europees niveau over de omvang van de landbouwfinanciering per lidstaat.
  • Een sterke inzet op een gelijk speelveld voor agrarische ondernemers, waarbij flexibiliteit in nationale besteding niet leidt tot ongewenste verschillen in de posities van agrarisch ondernemers in de lidstaten.
  • Een zorgvuldige uitwerking van reeds genoemde (nieuwe) financieringsinstrumenten, waarbij nadrukkelijk gekeken wordt naar de lastenverdeling binnen de waardeketens.

NAJK blijft de ontwikkelingen rondom het MFK kritisch maar constructief actief volgen en zal zich inzetten om de belangen van jonge boeren in Nederland en Europa te waarborgen.

BNDR: Het aanbod van Deltaplan Agrarisch Waterbeheer (DAW)

De winter is dé tijd om vooruit te kijken. Wat kun je doen om volgend seizoen een goede start te maken? Het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer helpt je op weg: van een gratis N-mineraalmeting tot bodemadvies en online cursussen.

Nodig een bodemexpert uit op jouw bijeenkomst
Organiseer je een bijeenkomst over bodem en/of water? Nodig tot en met 31 mei 2025 kosteloos een bodemadviseur of onderzoeker uit op je ledenvergadering, studieclub of andere bijeenkomst.

Nodig een spreker uit.

Meld je aan voor onafhankelijk bodemadvies
Je kunt een gratis advies aanvragen over allerlei bodemgerelateerde thema’s, zoals bodemverdichting, tegenvallende opbrengsten of natte plekken op je perceel.

Aanmelden voor bodemadvies.

Volg een online cursus
Lekker warm binnen en toch werken aan je perceel? Met de online cursussen over groenbemesters en kruidenrijk grasland leer je in korte tijd alles over hoe je deze gewassen kunt inzetten op jouw bedrijf.

Volg cursus Kruidenrijk Grasland.

Volg cursus Groenbemesters.

Kom naar een DAW-activiteit
Het DAW organiseert verschillende activiteiten en excursies. Kom bijvoorbeeld langs bij de velddemo’s met loonwerkers of neem een kijkje nemen op één van de DAW-demobedrijven.

Bezoek een Demobedrijf bij jou in de buurt.

Vraag een gratis N-mineraalmeting aan
Verbouw je akkerbouwgewassen of snijmais? Vanaf halverwege februari kun je je aanmelden voor een gratis N-mineraalmeting. Door al vóór het seizoen een meting te doen, weet je precies hoeveel stikstof in jouw bodem aanwezig is.

Houd me op de hoogte.

Kijk op de toekomst tijdens Jongerendag Pluimveehouderij

In een gevarieerde sector als de pluimveehouderij is het des te belangrijker om elkaar op te zoeken. Vandaag laten we de vaktechnische kant even los en leggen de focus op de uitdagingen die er voor ons allemaal zijn. Welke ontwikkelingen komen op ons af en welke handvaten heb je daarbij nodig. Dat staat centraal tijdens de Jongerendag “op naar een toekomstgerichte pluimveehouderij”.

Kom woensdag 14 mei 2025 naar Het Zendstation in Lopikerkapel en praat mee!

Veel van onze pluimveebedrijven begeven zich op de internationale markt. Expert op het gebied van internationale betrekkingen Rob de Wijk legt moeiteloos uit welke impact jij als ondernemer kunt hebben in een veranderende economische omgeving. Hij neemt je mee op het internationale speelveld en de cruciale rol die ondernemers hierin spelen.

Ontwikkelingen die op ons af komen staan centraal in de kennissessies. Thema’s als dierenwelzijn, ciculariteit, emmissies en AI vragen de aandacht. In twee rondes krijg je de kans om meer te weten te komen over deze onderwerpen. De workshops staan in het teken van de handvaten die je nodig hebt om je te bewegen in een sector die veranderd. Sluit na de pauze aan bij een verdiepende interactieve sessie over je eigen verhaal vertellen op social media, jouw persoonlijkheid in je bedrijf, sterk staan in wankele tijden of verdienmodellen.

Voor het diner zal een inspirerende spreker afsluiten, wie dat is wordt nog een ei over gelegd. Tijdens het diner en de pauze is er voldoende tijd om bij te praten. De gevolgde kennissessies en workshops zijn ongetwijfeld aanleiding voor een pittige discussie of een goed gesprek. Dit is het moment om bij elkaar te komen en te praten over een aantrekkelijke sector voor de toekomst.

De jongerendag is voor alle jongeren van 16 tot 35 jaar met een raakvlak in de pluimveehouderij.

Ben jij erbij 14 mei? Schrijf je in via kennismakelaarpluimveehouderij.nl/jongerendag.

Deze dag wordt mede mogelijk gemaakt door NAJK, Nepluvi, WPSA, Poultry expertise centre, Colland Arbeidsmarkt en LTO Nederland.