Afgelopen September werd bekend dat het kabinet stopt met het Nationaal Programma Landelijk Gebied NPLG. Samen met het transitiefonds en de gebiedsgerichte aanpak moest dit programma ervoor zorgen dat doelen omtrent klimaat, water en stikstof werden gehaald in samenspraak met vitale boerenbedrijven. Ondanks de afschaffing van het programma zijn de doelen blijven staan. In plaats van het transitiefonds 25 miljard, heeft het kabinet 5 miljard uitgetrokken voor innovatie en vrijwillige opkoop, daarnaast is er 500 miljoen euro per jaar toegezegd voor de uitbreiding van het Agrarisch natuurbeheer ANB. Afgelopen vrijdag presenteerde minister Wiersma twee kamerbrieven met hierin haar alternatief om te werken aan deze doelen middels de aanpak ‘Ruimte voor Landbouw en Natuur’ en de eerste contouren hoe het structurele budget voor ANB ingezet kan worden.
De basis is goed, invulling blijft onduidelijk
NAJK is blij met de gekozen logica in de aanpak Ruimte voor Landbouw en Natuur RLN. In de aanpak wordt onderscheid gemaakt tussen opgaven met generiek beleid, voor stikstof en broeikasgassen, en gebiedsspecifiek beleid voor ruimtelijke opgaven zoals waterkwaliteit, veenweide en de staat van de natuur. Deze denklijn sluit goed aan bij hetgeen waar NAJK al langer voor pleit. De gebiedsprocessen die zijn opgestart ten tijde van het NPLG waren met alle opgaven te complex, dit resulteerde in veel praten met weinig resultaat. “Deze nieuwe aanpak maakt het mogelijk om snel te schakelen en echt stappen te zetten!” aldus Merel Straathof portefeuillehouder leefomgeving.
Concretisering van de aanpak moet echter wel nog plaatsvinden. Zo worden gebiedsprocessen niet meer aangemoedigd vanuit het rijk. Wat lopende gebiedsprocessen kunnen verwachten is onduidelijk, dit baart NAJK zorgen. Ook is het nog onduidelijk hoe de gebiedsspecifieke opgaven worden aangepakt. Zolang de concretisering nog niet plaatsvindt kunnen we niet anders dan afwachten. Naast het gebrek aan concreetheid maakt NAJK zich zorgen over de haalbaarheid van het programma zolang een tijdspad voor implementatie en realisatie ontbreekt. De opgaven waar de landbouw mee te maken heeft, kennen deadlines. De Kader Richtlijn Water verplicht ons bijvoorbeeld om in 2027 te voldoen aan de voorschriften voor waterkwaliteit. Willen we met elkaar binnen drie jaar stappen zetten op dit dossier, dan is een tijdspad noodzakelijk.
Ook de inzet van 5 miljard voor met name innovatie en bedrijfsbeëindiging past in het plaatje. De voornemens zijn goed. Echter antwoorden op de vragen; hoe? wanneer? waar? en door wie? worden niet beantwoord. “De tijd begint te dringen. Hoe langer we stil staan, hoe radicaler de oplossingen die nodig zijn om op tijd te voldoen aan de Europese wetgeving”, stelt Straathof.
Agrarisch natuurbeheer, een waardig alternatief!
Agrarisch natuurbeheer kan een grote bijdrage leveren aan de biodiversiteit, waterkwaliteit en reductie van emissies. Om als jonge boer je bedrijf structureel in te richten met ANB is het noodzakelijk dat je contracten af kan sluiten voor de lange termijn en je fatsoenlijk beloond wordt voor de geleverde diensten. Zonder deze voorwaarden is een omschakeling op je bedrijf niet mogelijk. De minister is voornemens om aan deze criteria te gaan voldoen met contracten voor 20 jaar, periodieke indexering en concurrerende vergoedingen. Uit onderzoek moet blijken of dit haalbaar is. NAJK is hier heel blij mee en hoopt dat deze positieve lijn bij de voorjaarsnota, waar concretisering plaatsvindt, doorzet. Het is nog onduidelijk welke pakketten waar mogelijk zijn en welke vergoedingen hierbij horen. Ook met het nieuwe budget is niet alles overal mogelijk, er moeten keuzes worden gemaakt. Willen we met elkaar in 2026 stappen kunnen zetten, dan moet er begin 2025 duidelijkheid zijn om alles nog voor te kunnen bereiden. “De contouren zijn hoopvol, maar zonder deze duidelijkheid is het nog moeilijk in te schatten in hoeverre agrarisch natuurbeheer een echt alternatief verdienmodel wordt”, stelt Straathof.
NAJK gaat verder met haar inzet voor het concretiseren van de nieuwe aanpak. “Jonge boeren willen hun bedrijf op een duurzame manier kunnen doorontwikkelen. Pas na concretisering weten we waar we aan toe zijn en hoe we aan de opgaven kunnen werken. Willen we het voor jonge boeren mogelijk maken zich aan te passen, dan moeten er nu stappen worden gezet”, aldus Straathof.