BNDR december 2021

Is een mens een dier?

Antropomorfisme: het is niets anders dan het toekennen van menselijke eigenschappen aan niet-menselijke wezens, zoals dieren. In de geschiedenis is dit niets raars. Dit deed men bijvoorbeeld in de tijd van de Grieken. Men geloofde in goden met menselijke eigenschappen die zichzelf konden veranderen in dieren. Later zijn we ook sprookjes gaan verzinnen waarin dieren menselijke eigenschappen kregen, bijvoorbeeld ’De wolf en de drie biggetjes’ en ‘Belle en het Beest’. Het had allemaal gemeen dat in onze denkwereld dieren menselijke eigenschappen hadden en dus ook behandeld moesten worden als onze gelijken. Dat besefte iedereen zich ook maar al te goed.

Anno 2021 worden dieren zelfs gelijkgesteld aan mensen bij wet. In de vernieuwde Wet dieren staat eigenlijk indirect dat dieren aan de mens toestemming moeten geven voor de wijze waarop zij huisvesting genieten door veehouders of huisdiereigenaren. Dat kan natuurlijk niet, want een dier kan niet met ons praten. Dus dit loopt enorm spaak. Ga maar eens uitleggen aan de rechter dat je een dier beweidt, omdat je denkt dat dit beter is voor dier, bodem en knip, terwijl het dier hier geen toestemming voor heeft gegeven. Hiermee worden opnieuw menselijke eigenschappen toegekend aan dieren. Gekscherend duurt het dan ook niet lang meer voordat dieren sprookjes verzinnen met mensen erin.

De vraag is wat dit over ons zegt. We kunnen net doen alsof de oude Grieken gek waren met hun dierengoden. Echter zijn wij dan ook gek?  Want onze Kamer heeft deze wet bij meerderheid aangenomen. We zijn dus onderdeel geworden van een tijd die het verschil tussen dier en mens maar ingewikkeld vindt en dit afwentelt op de boer. Er moet weer opnieuw begrip komen tussen de mensen en de boeren, zodat iedereen inziet dat wij het beste voor hebben met onze dieren en dat er geen wet voor nodig is om daaraan te twijfelen.


Roy Meijer, NAJK-voorzitter