CDG Arable Crops | Dezelfde opbrengst, minder middelen
Waar het de vorige keer ging over ‘The food vs. feed competition’, ging het dit keer meer over de vraag: ‘hoe kunnen we de opbrengsten van gewassen continueren als we minder pesticide moeten gebruiken?’ Is dat mogelijk? En wat is daarvoor nodig? Dit was één van de discussies tijdens de akkerbouw adviesgroep voor de Europese Commissie specifiek over granen, oliehoudende zaden en eiwithoudende gewassen (CDG Arable COP).
Het is natuurlijk een complexe vraag wat al een tijd speelt, maar nu meer dan ooit van belang wordt geacht door The Farm to Fork-strategie. Deze strategie maakt deel uit van The Europeaan Green Deal dat oplossingen en mogelijkheden zoekt om Europees voedsel veilig, voedzaam en van hoge kwaliteit te blijven produceren, maar met een minimum impact op de natuur. Door de verschillende aanwezige experts van FoodDrink Europe (met o.a. Unilever, Nestlé) en COPA COGECA (met o.a. LTO) tot aan CELCAA (handelaars van grondstoffen), Europa Bio en BeeLife lijkt het dat er veel verschillen zijn, maar in het algemenen waren we het eens met de vraag aan de commissie: hoe dan?
Drie kanttekeningen die ik daarbij graag naar voren wil halen:
- Je kunt bepaalde of alle pesticide verbieden, maar deze middelen worden nu niet voor niks gebruikt. Ik ben van mening dat geen enkele boer bestrijdingsmiddelen gebruikt, omdat ze het leuk vinden, maar uit noodzaak voor een goede kwaliteit en een goede opbrengst van een gewas. Het kost tijd om andere methodes te vinden en daarbij, wie moet dit regelen? De boer die de zaadveredelaar de opdracht geeft, producenten van landbouwmechanisatie of organisaties daar weer omheen? Minder pesticide gebruiken is mogelijk, maar dan gaan de opbrengsten in eerste instantie wel naar beneden.
- Meer biologisch produceren is een optie, maar hoe willen we dat gaan doen? Stel we gaan meer importeren (de EU importeert grofweg 150 miljoen ton per jaar), hoe krijgen we dan dezelfde Europese standaard? En hoe ga je om met bijvoorbeeld de arbeidskosten/omstandigheden als je soja uit Brazilië haalt? Daarbij accepteer je de afhankelijkheid. We kunnen op dit moment nog niet de omslag maken dat elke boer biologisch wordt en de huidige hoeveelheid produceert.
- Wie gaat de kosten betalen die met deze omslag verband houdt. Is de consument bereid om voor biologische producten meer te betalen? Hoe zouden we die omslag kunnen creëren zodat het direct verband houdt met het verdienmodel van de boer.
Een vertegenwoordiger van de Europese Commissie was aanwezig om The Farm to Fork-strategie te presenteren, een update te geven, feedback op te halen en toelichting te geven op de discussie. De Europese Commissie gaf aan dat ze de problemen en vragen erkennen en daarbij benadrukken ze o.a. dat niet iedereen biologisch moet worden. Er zijn meer systemen om duurzamer te boeren.
Een ander standaard onderwerp op de agenda dat voortborduurt op het voorgaande is de marktsituatie van de gewassen waarbij we terugkijken en vooruitkijken naar de situatie. Zoals iedereen het wel eens was: na een zeer droge en hete zomer van 2019 konden we wel wat water gebruiken maar de regenval deze winter was weer te extreem. De milde wintertemperaturen en overvloedige regenval hebben echter een gunstig effect gehad op de productie van wintertarwe in Europa dit seizoen. Toch is er ook hier een keerzijde. De zeer natte omstandigheden in Europa kunnen de komende aanplantingen van tarwe deze lente weer vertragen. En wat de lente niet kan zaaien, kan de zomer niet rijpen en de herfst niet oogsten. We zullen eraan moeten wennen. Want veranderingen in temperatuur en neerslag, evenals andere weersextremen, zullen de komende jaren nog veel invloed gaan hebben op de gewasopbrengsten en de productiviteit.
Zoals verwacht zijn er nog veel vragen en nog geen concrete antwoorden omtrent hoe we verder moeten met o.a. de invulling van the Farm to Fork-strategie en wat voor concrete impact dat gaat hebben op de Europese en op de Nederlandse landbouw. Door mee te geven waar wij (jonge) boeren tegen aanlopen, kan de Commissie de opmerkingen en ideeën gebruiken voor een betere implantatie en realisatie van het beleid. In de lente komt de Europese Commissie met een meer inhoudelijke invulling op deze strategie.
Het voordeel dat Nederland heeft, is dat we vooroplopen met kennis en ontwikkelingen en op dit moment aan de (meeste) eisen kan worden voldaan waar andere Europese landen nog (meer) moeite mee hebben. Echter, hoe produceren we genoeg op een duurzame manier? Hoe creëren we een eerlijke prijs? En hoe passen we nieuwe ontwikkelingen toe om de hoge doelstellingen te halen? Dit zijn reële vragen waar nog geen direct antwoord op kan worden gegeven. Het is abstract en makkelijker gezegd dan gedaan, maar persoonlijk denk ik dat door wetenschap te combineren met praktijkervaringen, we moeten komen tot een toekomstbestendige landbouw. Waarbij tijd, geld en het proces zo moeten worden ingericht dat het haalbaar en begrijpelijk is.
Een aantal NAJK leden nemen namens NAJK deel aan cdg’s, dit zijn de adviesgroepen van de Europese Commissie. Zij vertellen graag over hun ervaringen en over de onderwerpen die hier worden besproken.