Veehouders houden van hun vee. Zij zijn veehouder, omdat zij een passie hebben om met dieren te werken. Van deze dieren komen niet alleen allerlei voedzame producten, zoals vlees en eieren. Ook zitten er dierlijke producten in verscheidene andere waardevolle producten, zoals leer en zelfs medicijnen. Het houden van dieren neemt een grote verantwoordelijkheid met zich mee. Naast dat dieren in de veehouderij gehouden worden ten dienste van de mens, zijn het ook levende wezens met gevoel.
Veehouders staan dag en nacht klaar voor de verzorging van hun dieren, want een veehouder heeft baat bij gezonde dieren. Zij hebben daarom het dierenwelzijn en de kwaliteit van het leven van dieren altijd hoog in het vaandel staan. Wij voldoen, door de inzet van onze veehouders, in Nederland aan de hoogste dierenwelzijnsnormen ter wereld.
De maatschappelijke belangstelling voor dierenwelzijn is groot. Het thema is vaak onderdeel van een gesprek bij mensen thuis, in de media en tijdens bijeenkomsten. Ook ontstonden de afgelopen decennia allerlei organisaties die zich inzetten voor het welzijn van dieren en zich afzetten tegen het gebruik van dieren en dierlijke producten. Dat zorgt voor een toenemende spanning in de maatschappij. Het effect hiervan is dat veehouders zich niet meer gewaardeerd voelen, hun passie soms zelfs verliezen en er geen eventuele verbeteringen plaatsvinden. Jonge boeren vinden het belangrijk om hier het gesprek over aan te gaan met anderen om zo meer wederzijds begrip te krijgen voor elkaars visie op dierenwelzijn.
Jonge boeren vinden dierenwelzijn belangrijk. Zij staan open voor verdere verbetering hiervan. Echter, verdere verbetering van dierenwelzijn moet wel wetenschappelijk worden onderzocht. Door hier onderzoek naar te blijven doen kan de sector zich verder ontwikkelen.
Ontwikkelingen op het gebied van verbetering van dierenwelzijn moeten volgens NAJK wel in een breed perspectief worden bekeken. Verdere verbeteringen kunnen namelijk impact hebben op andere gebieden, zoals milieu, veiligheid, praktische uitvoerbaarheid en economische haalbaarheid. Volgens NAJK is een stimulerend beleid dat geen negatieve effecten met zich meebrengt op het gebied van vergunningen, de juiste weg om eventuele dierenwelzijnverbeteringen mogelijk te maken.
“Jonge boeren dragen zorg voor hun dieren, maar zij kunnen dit niet alleen. NAJK ziet dierenwelzijn als een gedeelde verantwoordelijkheid waarin veehouders, consumenten, ketenpartijen en overheid een belangrijke rol hebben.”
Visie NAJK
Hieronder zet NAJK de belangrijkste standpunten op het gebied van dierenwelzijn in de intensieve veehouderij namens de jonge boeren op een rij:
- Er moet een praktisch stimulerend beleid worden gevoerd omtrent dierenwelzijn.
Dierenwelzijn is belangrijk. Dierenwelzijnbeleid zou moeten stimuleren en ondersteunen. Dit beleid moet wel gestoeld zijn op wetenschappelijk onderzoek en, op Europees niveau, eerlijke concurrentie bieden.
- Beoordeel verbetering van dierenwelzijn in breed perspectief.
Positieve ontwikkelingen op het gebied van dierenwelzijn kunnen soms een negatieve impact hebben op een ander gebied. Daarnaast vindt NAJK dat dierenwelzijnverbeteringen niet moet leiden tot problemen bij een vergunningsaanvraag.
- Technische ontwikkelingen moeten worden gestimuleerd.
Uit (wetenschappelijk) onderzoek en praktijkervaring komen regelmatig nieuwe inzichten. Deze inzichten moeten vertaald worden naar de praktijk. Om innovatie te bevorderen moeten technische ontwikkelingen gestimuleerd worden.
- Dieren in de EU moeten altijd volgens Europese regels worden getransporteerd.
NAJK pleit voor een Europese richtlijn die voor alle landen gelijk is. Ook voedsel dat geïmporteerd wordt moet, naast dieren, aan de Europese regels voldoen. Hierbij moeten alle aspecten meegenomen worden, zoals milieueisen, dierenwelzijnseisen en certificeringen.
- Kosten voor hogere standaard dierenwelzijn doorberekenen aan de consument.
De marges in de veehouderij zijn klein. Het is daarom niet altijd haalbaar om aanpassingen te doen als die te veel extra kosten met zich meebrengen. De afnemers van de veehouderij zijn mede verantwoordelijk om meer te betalen als zij behoefte hebben aan een hoger standaard dierenwelzijn of bij wettelijke verplichting. Dit zou moeten gelden voor zowel de Nederlandse markt als de export.
- Eerlijke verdeling in de keten.
Op dit moment is er een ongelijke machtsverhouding in de keten ten nadele van boeren en tuinders. Er moet weer een eerlijke verdeling komen in de keten. Boeren en tuinders moeten hogere prijzen ontvangen van afnemers die bovenwettelijke eisen stellen.
- Goede psychische gezondheid van de boer voorkomt verminderde dierzorg.
Ook veehouders kunnen last hebben van psychische problemen, zoals stress, depressie, eenzaamheid of een burn-out. Vaak liggen problemen met betrekking tot het bedrijf, de financiële situatie of problemen in de privé-sfeer hieraan ten grondslag. Dit kan aanleiding zijn tot verminderde zorg voor de dieren of zelfs tot verwaarlozing. Daarom is het van belang om oog te hebben voor de psychische gezondheid van veehouders.