Van traditie naar ambitie
Ook mijn jaar staat volledig in het teken van het agrarisch gezinsbedrijf. Toen bekend werd dat de Verenigde Naties dit onderwerp kozen wist ik: daar wil ik mee aan de slag. Nederland is bij uitstek het land van de agrarische gezinsbedrijven. Nederland is op agrarisch gebied ook koploper. Voor jonge boeren en tuinders is de samenhang tussen die twee gegevens van groot belang. Jonge boeren en tuinders staan immers aan het begin van de ontwikkeling van hun eigen bedrijf. Zal dat een gezinsbedrijf zijn? Of doet de jonge boer er, met het oog op de toekomst, misschien verstandiger aan om de traditie los te laten? Ik ben het afgelopen jaar op zoek gegaan naar de antwoorden. Het was een interessante reis waarin ik veel verschillende visies op de toekomst van het agrarisch gezinsbedrijf ben tegengekomen.
Ik sprak met de wetenschappers. Zij spraken over de wijze waarop de rol van het gezin in het bedrijf is veranderd. De wetenschappers schetsten hoe het boerenbedrijf door de jaren heen een andere positie kreeg: binnen het gezin, in de samenleving en op de markt van vraag en aanbod. Zij twijfelen of het huidige gezinsbedrijf, bestaande uit een bedrijf met één gezin, op één locatie, nog lang zal kunnen blijven bestaan.
Ik sprak met de agrarisch ondernemers. Deze ondernemers bleven steeds benadrukken dat het gezinsbedrijf meer is dan alleen het bedrijfsmodel. Boeren en tuinders wezen mij op de waarde van het gezinsbedrijf als het fundament van hun familiegeschiedenis. Zij spraken met mij over hoe sterk hun bedrijf geworteld is in hun omgeving en hoe bedrijf en omgeving zich in samenhang hebben ontwikkeld.
Ik sprak met de bankiers. Zij rekenden mij het toekomstperspectief van het gezinsbedrijf voor. Spraken over kostprijs, schaalvergroting, onze positie op de wereldmarkt en het vasthouden van de koploperspositie die de Nederlandse land- en tuinbouw nu heeft.
Ik sprak met de agrarisch adviseurs. De adviseurs gaven mij inzicht in de rol die gezinsleden in het bedrijf vervullen. De waarde van hun inzet en geduld. Zij lieten zien dat het ‘bedrijfsmodel’ van het gezinsbedrijf alleen kan bestaan bij een samenwerking die zo nauw en onbaatzuchtig is, dat je dat alleen in een gezin zal vinden.
Al deze gesprekken lieten mij inzien: er zal iets gaan veranderen. Het agrarisch gezinsbedrijf zoals wij dat nu kennen biedt geen perspectief. Jonge ondernemers staan voor een nieuwe realiteit. Tijd voor de volgende vraag dus: wat dan wel? Hoe combineren wij de ‘zachte’ en ongrijpbare waarden van het gezinsbedrijf met de harde werkelijkheid van het ondernemerschap? De agrarisch ondernemers van de toekomst, de jonge boeren en tuinders, zullen daar nu al een oplossing voor moeten bedenken.
De afgelopen maanden vormden een opmaat voor het moment waarop alles rondom dit bijzondere jaar samenkomt. Het blijkt noodzakelijk om de kennis die we de afgelopen tijd hebben opgedaan en de discussies die we hebben gevoerd om te zetten in nieuwe perspectieven. Op 20 november zetten we de volgende stap. We organiseren, speciaal voor jonge boeren en tuinders uit Nederland, een groot symposium in Utrecht. We blikken samen terug op de belangrijke functie die het gezinsbedrijf generaties lang op het agrarische bedrijf bekleedde, maar we kijken ook vooruit: hoe toekomstbestendig is de huidige vorm van het gezinsbedrijf? En vervolgens: wat gaan we daar mee doen?
Inge van Schie
dagelijks bestuur NAJK, portefeuille internationaal