De akkerbouwsector verenigd
Nadat de productschappen na een besluit van de Tweede Kamer afgeschaft zijn, zijn in alle sectoren initiatieven opgestart om een doorstart te maken naar een goede vervanger van de schappen. Bij sommige sectoren is het een producentenorganisatie geworden waar individuele agrariërs lid van kunnen worden. In de akkerbouw is het een brancheorganisatie (BO) geworden.
Dit is gedaan omdat een producentenorganisatie vanwege de diversiteit aan akkerbouwgewassen niet mogelijk bleek te zijn. Door middel van een brancheorganisatie bleek het mogelijk om alle sectororganisaties te verenigen die actief zijn in de akkerbouwkolom.
De brancheorganisatie is opgericht door dragende organisaties LTO, NAV en NAJK. Ook de overkoepelende organisaties die te maken hebben met de handel, verwerking en uitgangsmaterialen zijn in de BO vertegenwoordigd. Onder de brancheorganisatie vallen drie sectorspecifieke brancheorganisaties. De BO Granen, de BO Suiker en de BO Aardappelen en overige gewassen. Dit is gedaan om een zogenaamde Algemeen Verbindend Verklaring (AVV) uit te kunnen vaardigen. De BO is namelijk opgericht om collectieve vraagstukken en problemen aan te pakken die gewasoverstijgend zijn: oftewel zaken die een groot sectorbelang, maar ook publiek belang dienen.
De dragende organisaties hechten grote waarde aan het feit dat collectieve vraagstukken, waar onderzoek en innovatie voor nodig zijn, bekostigd worden door alle belanghebbenden. Jonge akkerbouwers zullen hier zeker ook van gaan profiteren. Daarom is het zo belangrijk dat de minister van Economische Zaken een erkenning heeft gegeven aan deze drie sectorbrancheorganisaties.
De BO heeft nu de mogelijkheid om, via zo’n AVV, alle geregistreerde akkerbouwers in Nederland financieel aan te slaan. Dus ook de niet-aangeslotenen van belangenorganisaties. Zo willen we voorkomen dat free riders profiteren van andermans inspanningen. Uiteraard is de financiële bijdrage naar rato van het bouwplan als het om specifiek gewasonderzoek gaat. Maar ook PR-activiteiten, zoals de Week van de Akkerbouw, worden op deze manier gefinancierd. Ik denk zelf dat free riders door het werk van belangenbehartigers al genoegd beloond worden. Dat de nieuwe brancheorganisatie het mogelijk maakt om collectieve heffingen voor het collectieve belang van de akkerbouwsector op te leggen, is dan ook een goede zaak.
Doeko van ’t Westeinde,
Dagelijks bestuur NAJK, portefeuille akkerbouw