Jonge boeren en tuinders nemen stelling in discussie omtrent gewasbescherming
De afgelopen twee maanden heeft binnen de gelederen van het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK) het discussiestuk ‘Gewasbescherming’ centraal gestaan. Uit deze discussie kwam onder andere naar voren dat de jonge boeren en tuinders gewasbeschermingsmiddelen noodzakelijk vinden voor behoud van voedselzekerheid. De jonge agrarische ondernemers zijn dan ook geen voorstander van een verbod op middelen, in ieder geval niet binnen nu en tien jaar.
In de discussies omtrent dit onderwerp is ook gesproken over communicatie en maatschappelijk draagvlak. De jonge boeren en tuinders zien een belangrijke taak weggelegd voor sectororganisaties in het creëren van maatschappelijk draagvlak voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. De jongeren leggen de verantwoordelijkheid voor communicatie over dit onderwerp echter niet alleen bij deze sectororganisaties.
“Onze achterban vraagt van ons een actieve rol in het vergroten van maatschappelijk draagvlak,” zegt Doeko van ’t Westeinde, dagelijks bestuurder bij NAJK met de portefeuille akkerbouw. “Communicatie over het onderwerp zien we als een gezamenlijk taak. Wij kunnen bijdragen aan de dialoog tussen agrarische ondernemers en consumenten. We gaan deze opdracht de komende tijd oppakken.”
Niet alleen communicatie over en maatschappelijk draagvlak voor het huidige gebruik zijn belangrijk. Jonge boeren en tuinders willen innovaties en nieuwe technieken gebruiken om hun middelengebruik te optimaliseren. “Voor een goed gebruik van gewasbeschermingsmiddelen zien de jonge boeren en tuinders veel in de mogelijkheden die smart farming hen biedt, zoals variabele dosering op perceelniveau of het beter monitoren van gewasschadedrempels. Investeringen vanuit de Jonge Landbouwersregeling zouden hiervoor bijvoorbeeld goed ingezet kunnen worden. Door verantwoorde omgang met middelen en het toepassen van slimme technieken werken agrarisch ondernemers aan het behalen van doelen ten aanzien van de waterkwaliteit”, aldus van ’t Westeinde.