‘En de bodem, hij produceert voort?’
Een goede bodem is essentieel voor het behoud van het toekomstperspectief van de landbouw. Dit was uitgangspunt voor het symposium ‘De dubbele bodem van de Nederlandse landbouwgrond’, gehouden op 11 maart 2015 op Kasteel Groeneveld in Baarn. Het symposium werd georganiseerd door het ministerie van Economische Zaken (EZ) en het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK) en had 75 deelnemers.
“Wat moeten we en kunnen we doen voor het behoud en versterking van een goede bodemconditie?”. Deze vraag heeft extra betekenis nu de FAO 2015 heeft uitgeroepen tot het Jaar van de Bodem. Voor het symposium waren vertegenwoordigers van belangenorganisaties en financiële instellingen, projectontwikkelaars, (jonge) boeren, ministeries en provincies uitgenodigd. Kees Oomen, voorheen directeur Landbouw bij het ministerie van EZ, leidde de bijeenkomst.
Albert Vermuë, directeur van de Unie van Waterschappen, benadrukte de relatie tussen een goede bodem en goed waterbeheer. Een goede, vruchtbare (landbouw)bodem kan water vasthouden (droogte, bergingsfunctie) en leidt tot minder uitspoeling van nutriënten naar het oppervlaktewater. Waterschappen doen hier gezamenlijk onderzoek naar. Het Deltaprogramma Zoet Water en het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer bieden concrete uitvoeringsmogelijkheden.
Peter Sloot, directeur Aequator Groen & Ruimte, bepleitte verdere bewustwording door middel van een bodemconditiescore. De bodem staat onder toenemende druk door veranderingen in klimaat, teeltsystemen en veranderende pacht. Er is groeiend bewustzijn bij agrariërs dat er iets gedaan moet worden. Goede bodems zijn belangrijk voor een duurzame voedselproductie en kunnen opbrengstverbeteringen tot 30% mogelijk maken. Overheden zouden een grotere rol kunnen spelen in het belang van een blijvend goede bodem.
Arjan Ausma van Rabobank Nederland en Bert Hoeve van het Kadaster hebben tijdens het symposium het actieprogramma ‘Grondmobiliteit’ aangeboden aan Koen Bolscher van NAJK. Dit actieprogramma is ontstaan uit een brede consultatie van belanghebbenden op 2 juli 2014. De aanbevelingen uit het actieprogramma zijn voortgekomen uit de constatering dat op veel gronden, met name op de kort verpachte gronden, de bodemvruchtbaarheid drastisch daalt. Ook neemt het aantal gronden waarbij de bodemvruchtbaarheid te wensen over laat toe.
Bert Hoeve, directeur Ruimte & Advies van het Kadaster, liet zien dat een derde van de landbouwgrond in Nederland in eigendom is bij 65-plussers. Voor bedrijfsovername en bedrijfsontwikkeling door jonge boeren is het noodzakelijk om deze groep te stimuleren om sneller de grond over te dragen. De grondprijs gaat ondanks de crises omhoog. De omvang van verhandelde grond is de afgelopen jaren sterk gedaald, maar klimt inmiddels weer.
Arjan Ausma, sectormanager akkerbouw bij Rabobank Nederland, ging in op de internationale aspecten van voedselproductiviteit, landbouwarealen en veranderingen in de vraag naar voedsel. Hij benadrukte dat juist de stijging van de grondprijzen in Nederland niet meer in verhouding staat tot de opbrengsten van grond. Dit brengt risico’s met zich mee voor de bodemkwaliteit. Ook hij bepleit langere termijnen van gebruik.
De breed gedragen conclusies van het symposium zijn:
– Er is nader onderzoek gewenst naar het hele complex van grondeigendom, pacht, grondgebruik en bodemvruchtbaarheid.
– Een toekomstgericht bodembeleid biedt voldoende kwalitatieve goede gronden die toegankelijk zijn voor jonge boeren.
– Goede bodemverzorging leidt in principe tot hogere opbrengsten maar niet de opbrengst moet centraal staan, maar het behoud van de bodem zelf.
– Met een zorgvuldige landbewerking, gewaswisseling, bemesting en waterbeheer valt nog veel te bereiken in het verbeteren van de bodemvruchtbaarheid.
– Goed bodembeheer leidt aantoonbaar tot minder piekafvoeren en tot een betere vochthuishouding ten behoeve van met name drogere perioden.
– Bodembeheer moet inhouden dat ook onze kleinkinderen gezond voedsel kunnen verbouwen.