NAJK blij met focus op toekomstperspectief (jonge) boer en tuinder, maar mist concrete uitwerking
NAJK heeft gisteren kennis genomen van het nieuwe regeerakkoord van het kabinet, bestaande uit bewindspersonen uit de partijen: PVV, VVD, NSC en BBB. In dit regeerakkoord wordt de nadruk gelegd op perspectief voor de blijver en het vergroten van het aantal succesvolle bedrijfsopvolgingen. Dit alles moet plaatsvinden binnen de gestelde duurzaamheidsdoelen en dat vraagt volgens NAJK nog wel om een concrete uitwerking. “Het regeerakkoord geeft weinig tot geen concrete uitwerking, maar er ligt een basis om er wat van te maken. NAJK wil hier graag aan meewerken.”, stelt Roy Meijer voorzitter NAJK.
Generatievernieuwing centraal thema
Het kabinet wil gaan voor een sterkere generatievernieuwing op agrarische bedrijven door onder andere een samenhangend pakket te ontwikkelen voor het vergroten van het aantal succesvolle bedrijfsopvolgingen binnen en buiten de familie. In het GLB wordt gewerkt aan de nieuwe interventie ‘Samewerken aan generatievernieuwing’ waarin gewerkt wordt aan vernieuwde concepten die landbouwgrond toegankelijker maakt voor jonge landbouwers. Daarnaast zal samen met NAJK het kenniscentrum bedrijfsovername worden vormgegeven. “Onze sector vergrijst als een malle. Deze voornemens zijn meer dan broodnodig voor een toekomstbestendig agrofoodcluster. NAJK staat klaar om dit verder uit te werken met het kabinet.”, stelt Meijer.
Functie en meerwaarde
Het kabinet maakt een aantal duidelijke keuzes. NAJK licht hier een paar keuzes toe. Om te beginnen geeft het kabinet het Nederlandse agrocomplex een duidelijke functie en meerwaarde. Onze sector heeft een belangrijke rol voor de voedselzekerheidsopgaven op zowel, mondiaal, Europees als nationaal niveau. Volgens het regeerakkoord vervult onze sector dit door hoogproductief te zijn en efficiënt. Daarnaast heeft de Nederlandse land- en tuinbouw enorm veel kennis die verspreid kan worden op zowel Europees als mondiaal niveau met het oog op het binnenhalen van kennis van andere toonaangevende landen met een agrarisch profiel. “Het kabinet laat zien waarom de land- en tuinbouw er toe doet. Dat is belangrijk, omdat onze sector hierdoor sterker komt te staan in afwegingen over bijvoorbeeld welke sector welke milieugebruiksruimte krijgt om in te produceren.”, aldus Meijer.
Doelsturing, emissiebeleid en gewasbeschermingsmiddelen
Een andere keuze is de keuze voor doelsturing op het gebied van stikstof- en broeikasgasemissies waardoor je als boer zelf mag bepalen hoe je de doelen haalt, mits je ze maar haalt. Op deze manier wil het kabinet zoveel mogelijk van middelvoorschriften af. “Doelsturing is een vurige wens van NAJK. Zij die voldoen moeten extra ondernemersruimte krijgen en zij die niet voldoen moeten worden aangepakt. Alleen zo krijg je een beweging op gang.”, stelt Meijer.
Tevens kiest dit kabinet een overgang van stikstofdepositiebeleid naar stikstofemissiebeleid. NAJK is daar al heel lang voorstander van met als reden dat boeren kunnen sturen op hun emissie, maar veel slechter op depositie. Recente onderzoeken en artikelen laten zien dat de relatie tussen individuele emissie van een veehouder en de veroorzaakte depositie hierdoor zeer zwak is. Daarnaast ziet NAJK veel meer heil in het verlagen van de stikstofdeken, dan het verlagen van depositie. Stikstofemissie verdwijnt in de stikstofdeken die op haar beurt weer depositie veroorzaakt. “Willen we minder depositie, dan moet de stikstofdeken zakken middels lagere stikstofemissie. Juist hierop kunnen veehouders sturen, mits de juiste stimuleringsmaatregelen getroffen worden. Het kabinet geeft hier duidelijk aanknopingspunten voor, maar de concrete uitwerking mist.”, aldus Meijer.
Daarnaast kiest het kabinet bijvoorbeeld ook om bij besluitvorming over de Europese goedkeuring en de nationale toelating van gewasbeschermingsmiddelen onafhankelijke wetenschappelijke adviezen van daartoe aangewezen en bevoegde instanties te respecteren. “NAJK vindt dit een heel belangrijk punt. We moeten rationeel gaan kijken naar gewasbeschermingsmiddelen en al het beleid hieromtrent.”, stelt Meijer.
Agrarisch natuurbeheer en Brussel
Het kabinet wil jaarlijks vanaf 2026 structureel 500 miljoen euro beschikbaar stellen voor langjarig en marktconform betaald agrarisch natuurbeheer. Op deze manier hoopt het kabinet boeren te vergoeden die een bijdrage leveren aan de gebiedsspecifieke opgaven zoals in de veenweidegebieden, gebieden rondom
kwetsbare Natura 2000-gebieden, brede beekdalen en grondwaterbeschermingsgebieden. NAJK is hier blij mee, maar vraagt zich wel af of deze gelden genoeg zijn voor voldoende agrarisch natuurbeheer door boeren die ervoor zorgt dat de duurzaamheidsdoelen gehaald kunnen worden. Immers, deze doelen heeft het kabinet niet aangepast.
Daarnaast ziet het kabinet het belang van Brussel wanneer het gaat om ofwel nationaal beleid ofwel internationaal beleid. NAJK is hier blij mee. “Nu zaak om dat gezamenlijk vorm te geven en een passende strategie te maken die past bij de lange termijn belangen van Nederland en Europa.”, aldus Meijer.
Uitvoeringsorganisaties sterken maken of ontwikkelen productschap 2.0
NAJK is erg blij dat dit kabinet wil onderzoeken hoe de uitvoering dichterbij de ondernemer versterkt kan worden. Dit wil het kabinet doen door meer mogelijkheden te bieden voor brancheorganisaties, zoals de Branche Organisatie Akkerbouw, om collectieve afspraken te maken. Tevens wil het kabinet onderzoeken of een hernieuwde vorm van de in 2014 afgeschafte productschappen benodigd is. NAJK is hiervan groot voorstander en is er daarom erg blij mee. “We missen een uitvoeringsorganisatie met politiek mandaat waarin boeren, bedrijfsleven en overheden snel met elkaar kunnen schakelen om collectief beleid te ontwikkelen over bijvoorbeeld verduurzaming of mestvraagstukken. Meer ruimte voor brancheorganisaties of een hernieuwd productschap 2.0 zijn hiervoor mooie oplossingsrichtingen.”, stelt Meijer
Kanttekeningen: legalisering PAS-melders en interimmers, waterkwaliteit, agrarisch natuurbeheer en concreetheid van plannen
NAJK mist een duidelijke uitwerking als het gaat om het legaliseren van PAS-melders en interimmers. De laatste categorie komt zelfs niet eens in het regeerakkoord voor. Het kabinet wil wel legaliseren, maar heeft daarvoor geen duidelijke aanpak omschreven. De aanpak die het vorige kabinet hiervoor had ontwikkeld, het Nationaal Plan Landelijk Gebied, is door dit kabinet afgeschoten en bestaat daarom niet meer. “Veel leden van ons blijven nog steeds in onzekerheid zitten over de vraag of ze wel of geen natuurbeschermingswetvergunning krijgen. Enkel opschrijven dat het moet, maar niet met welke aanpak geeft hen weinig tot geen houvast.”, vindt Meijer.
Ook mist NAJK bij doelsturing de handvatten om dit toe te passen bij het dossier waterkwaliteit en mestbeleid, de belangrijkste dossiers van de komende jaren. Dit vindt NAJK een cruciale misser. Daarnaast lijkt het erop dat niet enkel boeren aanspraak kunnen maken op de structurele investering van 500 miljoen in agrarisch natuurbeheer, maar ook andere beheerders. Het huidige budget is door het verdwijnen van het transitiefonds al zeer beperkt in relatie tot de gestelde duurzaamheidsdoelen. NAJK is dan ook van mening dat boeren de gelden voor agrarisch natuurbeheer dienen te krijgen en niemand anders.
Bovenal mist NAJK de concreetheid in de uitwerking in dit regeerakkoord. Enkel ambities of intenties opschrijven is niet voldoende. Ze moeten uitgewerkt worden. “Pas dan is het duidelijk voor jonge boeren en tuinders waar ze aan toe zijn. Dat geeft rust en ruimte voor keuzes voor de lange termijn.”, stelt Meijer.
Neem de jonge generatie serieus!
Jonge boeren en tuinders willen bouwen aan hun toekomst en dus ook aan toekomstig beleid. Zij willen graag de schouders eronder zetten, maar dan moeten ze in de uitwerking ruimte krijgen om mee te denken en serieus genomen worden. NAJK is een constructieve vereniging die wil samenwerken met iedereen die de bestaanszekerheid van jonge boeren en tuinders wil verbeteren. “Wij steken daarom onze hand uit naar dit kabinet om samen te werken aan een mooie toekomst voor jonge boeren en tuinders. Het is aan hen om onze hand aan te pakken en dan gaan we ervoor!”, aldus Meijer.