NAJK wil aan de slag na mestbrief Minister Wiersma
Vandaag is er een kamerbrief uitgekomen waarin minister Wiersma maatregelen aankondigt om het probleem van de mestmarkt in Nederland op te lossen. Het probleem dat is ontstaan naar aanleiding van de derogatiebeschikking en het bijbehorende addendum. NAJK voorziet een grote impact van de voorgestelde maatregelen in de mestbrief, maar ziet aanknopingspunten om een generieke korting te voorkomen en een koude sanering zoveel mogelijk te beperken.
Disbalans in de mestmarkt is desastreus voor jonge veehouders
Balans in de mestmarkt ontstaat als mestproductie, mestverwerking en mestplaatsingsruimte in evenwicht zijn. Door het wegvallen van de derogatie, het aanwijzen van de NV-gebieden en de bufferstroken is de plaatsingsruimte drastisch afgenomen. Hierdoor is er een acute crisis ontstaan op de mestmarkt met als gevolg dat jonge veehouders hoge kosten voor mestafzet voor hun kiezen krijgen. “Door deze opstapeling van tegenslagen komen overnames van melkveebedrijven en bedrijfsvoeringen van jonge melkveehouders in gevaar. Gezien de vergrijzing van onze sector kan dat niet de bedoeling zijn”, aldus portefeuillehouder melkveehouderij, Ruben Klein Teeselink.
Grote ambities, maar is het genoeg?
Het doel van de aanpak is het bieden van verlichting op de mestmarkt door mestplaatsingsruimte en de mestproductie meer met elkaar in balans te brengen, om ervoor te zorgen dat de mestafzetkosten gaan dalen en de mestafvoer voor bedrijven makkelijker wordt. Daarnaast worden de exportmogelijkheden verder bekeken. In lijn met het Hoofdlijnenakkoord is de aanpak gericht op het verlichten van de mestmarkt door het vergroten van de plaatsingsruimte voor dierlijke mest. De inzet is namelijk een structurele oplossing vanaf 2025. De aanpak is een vervolg op de aanpak van het vorige kabinet, het zal zorgen voor verlichting, maar zeker niet voor een volledige oplossing op de korte termijn. Veehouders zitten hierdoor in 2025 alsnog zwaar onder druk wat leidt tot een verder dramatisch verloop van de huidige keiharde koude sanering.
Mestcrisisplan sectorpartijen
Eind april is het mestcrisisplan naar buiten gebracht door NAJK samen met LTO, Natuurweide en de NZO (de zuivelverwerkers). “Het is goed om te zien dat alle benoemde maatregelen uit het mestcrisisplan zijn meegenomen in de mestbrief. We gaan hierover graag verder in gesprek met minister Wiersma”, zegt Klein Teeselink. “Dat de benoemde maatregelen een grote impact hebben staat vast. Om een generieke korting te voorkomen en een koude sanering zoveel mogelijk te beperken moeten er keuzes worden gemaakt en acties worden ondernomen.”
Maatregelen korte termijn
De minister kondigt in de kamerbrief aan dat er meerdere maatregelen worden doorgevoerd voor de korte termijn. Dit zijn onder andere derogatie vrije zones verkleinen van 250 naar 100 meter. Het bevorderen van exportmogelijkheden voor dierlijke meststoffen. Het stimuleren van mestverwerking door middel van subsidieregelingen en ook het aanpassen van mestverwerkingspercentages. Een opmerkelijke maatregel uit de mestbrief is de correctiefactor voor gasvormige verliezen uit dierlijke mest. Hierdoor zullen stikstofexcretieforfaits een hogere correctiefactor krijgen per 1 januari 2025, de stikstofcorrectiefactor zal gewijzigd van 8,5% naar 10,1%. Ten slotte zal de graslandsubsidie worden verhoogd waarmee boeren directe compensatie krijgen voor de hoge mestafzetkosten wanneer zij zich houden aan voorheen geldende derogatieregels. Dit hangt wel af van een wijziging van de Minimis regeling waarbij het maximum van €20.000 naar €37.000 wordt verplaatst.
Structurele maatregelen nationaal
Verlaging mestproductie
Om de mestproductie te verlagen stelt de minister twee concrete maatregelen voor: Een nieuwe brede beëindigingsregeling in aanvulling op huidige regelingen en afroming op fosfaat- & dierrechten.. NAJK pleit voor een vervroegde brede beëindigingsregeling om meer ruimte te maken voor jonge boeren. ‘’Een stopper kan ruimte maken voor een blijver. Dit kan jonge boeren in alle sectoren enorm helpen, aldus portefeuillehouder pluimvee, varkens en kalverhouderij Wendy Kicken’’. De afroming op fosfaat- & dierrechten gaat zeker impact hebben op de veehouderij sectoren. Voor de melkveehouderij zal er een afroming gaan gelden van 30% bij overdacht van fosfaatrechten. Dit gaat impact hebben op de handel, en zorgt er met name voor dat jonge boeren minder mogelijkheden hebben tot bedrijfsontwikkeling door middel van uitbreiding. Voor de pluimvee- en varkenshouderij worden twee verschillende percentages gehanteerd. De varkenshouderij krijgt te maken met een afroming van 25 % op de dierrechten. De pluimveehouderij krijgt te maken met een afroming van 15 %. Op deze manier komt de handel van de dierrechten onder druk te staan. Zeker bij de varkens en pluimveehouderij worden veel rechten verhandeld en is deze afroming absoluut niet wenselijk. Jonge boeren worden hard getroffen, omdat zij financieel minder draagkracht hebben. NAJK is dan ook sceptisch over het niet naar rato verdelen van de mestproductie plafonds. De mestproblematiek dienen we samen op te lossen, waarbij het naar rato verdelen van de opgave een belangrijk onderdeel is. ‘’We pleiten dan ook om jaarlijks te herijken of afroming bij de verschillende sectoren omlaag kan’’, geeft portefeuillehouder pluimvee, varkens en kalverhouderij Wendy Kicken aan.
Voerspoor
Het voerspoor zal ook deel uitmaken van de maatregelen om de stikstofexcretie te verlagen op landelijk niveau. Dit door middel van verlaging van stikstof in rundveedrijfmest door een lager aandeel ruw eiwit in het rantsoen te hebben op landelijk niveau.
Graslandnorm
Vanuit het addendum van het 7e Actieprogramma Nitraatrichtlijn is de afspraak gemaakt om als melkveehouderij in 2032 grondgebonden te zijn. De minister neemt hierin een eerste stap door in beeld te brengen wat de effecten kunnen zijn van het invoeren van een grondgebondenheid. Dit zal getoetst worden aan de hand van economische gevolgen, ruimtelijke dimensie en emissies.
Structurele maatregelen Europees
NAJK roept de minister op om op alle ambtelijke en bestuurlijke niveaus in Brussel te blijven zoeken naar structurele oplossingen vanuit Brussel voor de Nederlandse problemen. Hierin moet gekeken worden naar de toelating van RENURE, mogelijkheden binnen de huidige en toekomstige nitraatrichtlijn en de mogelijkheden binnen de de-minimisverordening. De Nederlandse situatie is uniek en kwetsbaar, daar moet dan ook op die manier naar gehandeld worden! NAJK is hierin bereid om een bijdrage in te leveren samen met de Minister.
NAJK roept op om samen aan de slag te gaan.
NAJK staat klaar om samen met andere sector partijen en de minister aan de slag te gaan om het mestprobleem aan te pakken.’’ We moeten nu doorpakken om een koude sanering en generieke korting te voorkomen’’, geeft Klein Teeselink aan.