Datacenters, een gouden zet of straks een blok aan ons been?
Net als de jonge boer heeft de rest van de wereld te maken met digitalisering. Digitalisering transformeert wereldwijd economieën en maatschappijen in een razendsnel tempo. Het fundament voor deze digitale economie zijn datacenters. Een datacenter is een industrieel, hoogbeveiligd pand, gebouwd met één doel: zorgen dat computerservers met digitale applicaties altijd blijven draaien, 365 dagen per jaar, 24 uur per dag. Het ministerie heeft een routekaart 2030 voor de groei van datacenters opgesteld. Nederland kan straks tot wel 3x zoveel datacenters als we nu kennen rijker zijn, of toch armer…
Dankzij de centrale ligging en het gunstige investeringsklimaat is Nederland voor grote buitenlandse techbedrijven een ideale springplank naar de rest van Europa. Recente aanvragen voor uitbreiding (Eemshaven) en nieuwbouw (Zeewolde) van hyperscale datacenters onderstrepen de ambitieuze plannen van ons land. Het inrichten van industriegronden levert gemeenten een leuk zakcentje op, maar deze ‘gouden’ medaille heeft ook een keerzijde. Datacenters blijken enorme energieslurpers en omdat deze sector nog relatief jong is, weten we ook niet zo goed welke effecten het op het milieu heeft.
Twee keer zoveel huishoudens als Zeewolde heeft: zoveel stroom heeft het geplande datacenter daar nodig. 5 procent van de in totaal 1.400.000 MWh zou het datacenter kunnen opwekken op zijn eigen locatie van 166 hectare. De rest moet duurzaam uit de omgeving komen. Ik hoop maar dat kernenergie als duurzaam wordt gezien, want op deze manier wordt het er niet makkelijker op om de nieuwe klimaatdoelen van 2050 te halen.
Al deze energie gebruikt een datacenter onder andere voor het koelen van zijn computerservers. Als de temperatuur boven de 29,4 graden Celsius ligt of de luchtvochtigheid lager is dan 20%, worden deze servers met water gekoeld. Wanneer we te maken hebben met hete zomers, zoals de afgelopen drie jaar, is er eigenlijk helemaal geen plaats voor een grote extra afnemer van zoet water. Wie krijgt er straks voorrang tot het water bij extreme schaarste? Wint het datacenter het alleen van de veehouder die zijn grasland wil beregenen of ook van de akkerbouwer met zijn hoog salderende gewassen?
Een deel van het water dat gebruikt wordt, verdampt. Het overgrote deel van het bewerkte water wordt geloosd. Er heerst veel onduidelijkheid wat dit water voor gevolgen kan hebben op het omliggende milieu. Naast dat het water een stuk warmer is bij lozing dan toen het onttrokken werd, is het ook bewerkt met chemicaliën. Hoewel er bij de waterlozingen volgens de normen wordt gewerkt, gaat de toekomst uitwijzen of het geen nadelige effecten heeft voor het halen van de Kaderrichtlijn water.
Maar goed, in 1988 was Nederland het tweede land ter wereld dat werd aangesloten op het internet. Sindsdien is Nederland altijd een voorloper gebleven op het gebied van de digitale infrastructuur. Moeten wij in deze kwestie ons typisch Nederlands karakter behouden door ambitieus te blijven en hier wellicht rijkdom en macht mee te creëren? Of kijken we toch met een schuin oog naar onze maatschappelijke opgaven en voorkomen we dat het een blok aan ons been gaat worden? Zeg jij het maar!
Harold Overmars
Binnen het dagelijks bestuur van NAJK is Harold Overmars verantwoordelijk voor de portefeuille leefomgeving. Hij combineert deze functie met het werk als melkveehouder in het Overijsselse Broekland.