Kabinet neemt eerste stap richting realiseren landbouwambities
De agrosector speelt een belangrijke rol bij het behalen van klimaatdoelen. Al vele jaren produceert de sector hernieuwbare energie en reduceert zij broeikasgasemissies – met 19% sinds 1990i. Boeren- en tuindersverenigingen LTO Nederland, NAJK en Glastuinbouw Nederland zijn vorig jaar dan ook positief en met vertrouwen de klimaatonderhandelingen ingegaan.
Het kabinet neemt nu een eerste stap om de ambitieuze doelen van de klimaattafel landbouw en landgebruik te realiseren. De agropartijen waarderen de zoektocht naar additionele financiële middelen vanuit het ministerie van LNV. Minister Schouten verdient hiervoor een compliment. Het is echter de vraag of er structureel genoeg financiële middelen worden vrijgemaakt. Bovendien is het belangrijk dat er snel duidelijkheid komt over de noodzakelijke aanpassingen van beleid, met name ruimte in regelgeving en bestendig kabinetsbeleid tot 2030.
De vertegenwoordigers van de primaire sector zien het kabinetsvoorstel als een handreiking met aanknopingspunten voor nadere uitwerking. Wel benadrukken de verenigingen dat het voorstel met de eigen achterban moet worden besproken om het draagvlak onder boeren en tuinders te peilen.
Agrarische ambities
In het ontwerp klimaatakkoord omarmde de klimaattafel landbouw en landgebruik, waar ook het ministerie van LNV aan deelnam, de door het kabinet gevraagde reductie van 3,5 Mton CO2-eq bovenop al geplande reducties. De sector zag bovendien mogelijkheden voor een extra reductie tot 6 Mton CO2-eq. in totaal. Daaraan zijn wel randvoorwaarden verbonden omtrent regelgeving, financiering en de samenwerking met andere klimaattafels. Bovendien zijn de geschetste ambities mede afhankelijk van ander beleid, zoals het nog vorm te geven beleid Gewasbescherming 2030 en het advies van de Commissie Grondgebondenheid.
Sinds de presentatie van het ontwerp klimaatakkoord zijn de betrokken agropartijen in gesprek gegaan met hun achterban en hebben de planbureaus hun doorrekeningen gepresenteerd. Daaruit bleek dat een realistische en sluitende bedrijfseconomische onderbouwing voor boeren en tuinders een voorwaarde is voor de haalbaarheid van de ambities. De bewegingsruimte van veel ondernemers is beperkt. Ook als het doel ambitieus is moeten de stappen behapbaar zijn.
Invulling randvoorwaarden
Het kabinet heeft nu zelf een aantal extra maatregelen voorgesteld. De invulling van de randvoorwaarden, financiële onderbouwing en passende regelgeving moet verder worden uitgewerkt.
De agropartijen constateren dat de door het kabinet beschikbaar gestelde 970 miljoen euro tot 2030 een eerste stap is. De geschatte investeringen voor het klimaatakkoord zijn voor de agrosector circa 11 miljard euro, waarvan momenteel zo’n 3,5 miljard euro nog niet wordt gedekt door subsidies of de markt. Er is veel afhankelijk van de wijze waarop de middelen kunnen worden besteed en of bestaande regelingen (bijvoorbeeld SDE++) kunnen worden aangewend. Dit zal mede bepalend zijn om de beoogde reductie te kunnen realiseren.
De klimaattafel heeft in het ontwerpakkoord verschillende suggesties gedaan waarmee wet- en regelgeving in lijn kan worden gebracht met de doelen. De agrosector is afhankelijk van de overheid bij het waarmaken van welke ambitie dan ook. Het kabinetsvoorstel biedt hier nog niet voldoende
helderheid over. Dat geldt ook voor de samenwerking met andere sectortafels. Beide zijn van groot belang om de ambities van de sector te borgen.
Vragen over veenweidegebied
Bodemdaling en CO2-uitstoot in het cultuurhistorisch karakteristieke landschap van veenweidegebieden is complexe problematiek met grote regionale verschillen. Om tot oplossingen te komen is gebiedsgerichte aanpak, met het bedrijfsperspectief van de boer als uitgangspunt, noodzakelijk. Het kabinet onderschrijft dit.
In het ontwerpakkoord was opgeschreven dat er de komende twee à drie jaar zou worden onderzocht welke maatregelen voor elk gebied het meest effectief zijn. Het kabinet wil echter met onmiddellijke ingang maatregelen nemen; zonder te weten of dat in elk gebied tot de beoogde reductie leidt.
Ook leven er nog de nodige vragen over de voorgestelde vrijwillige stoppersregeling. Een top-down uitkoopregeling waarmee een aantal boeren kunnen stoppen, zou tegen de gebiedsprocessen kunnen indruisen. Daar komt bij dat lokaal ook voor de blijvende boeren perspectief moet blijven en een zorgvuldig gebiedsproces gewenst is om ook voor hen ontwikkelruimte te behouden.
De agropartijen benadrukken dat er van gedwongen krimp van de veestapel geen sprake kan zijn.
Gemeenschappelijk Landbouwbeleid overtekend?
Er is nog veel onduidelijk over het GLB na 2021, zowel op Europees niveau als met betrekking tot de nationale invulling. Vast lijkt te staan dat er meer wordt verwacht voor een lager budget. Het is voorbarig dat het kabinet er vanuit gaat dat boeren en tuinders de kosten voor klimaatmaatregelen kunnen afdekken met toekomstige GLB-gelden. Het gaat immers om bestaande (en krimpende) middelen die in eerste instantie bedoeld zijn om de economische positie van de boer en tuinder te versterken, die bovendien enkele malen overtekend lijken te zijn. Het kabinet wil immers ook andere transities vanuit het GLB financieren.
Gezamenlijke verantwoordelijkheid
De Nederlandse land- en tuinbouwsector wil bijdragen aan de klimaatdoelen en neemt zijn verantwoordelijkheid, zoals in het ontwerp klimaatakkoord omschreven. Het huidige verdienvermogen van boeren en tuinders is niet toereikend om de gewenste transitie te realiseren. Beter beleid en aanvullende middelen zijn noodzakelijk om voldoende te kunnen investeren in klimaatmaatregelen.
Gesprek met achterban
De klimaatmaatregelen moeten haalbaar en betaalbaar zijn voor de 54.000 Nederlandse boeren en tuinders, hun ketens en de consument. De ledenorganisaties zullen hun achterban consulteren om de resultaten van de klimaatonderhandelingen te bespreken en het draagvlak te peilen.
De uitkomsten van de bespreking met de achterban zullen uiteindelijk bepalend zijn voor de vraag of partijen dit kabinetsvoorstel onderschrijven.
Noot voor de redactie, niet voor publicatie: