De onmogelijkheid van het duurzaamheidswensen-lijstje
Weidegang, ammoniak, methaan, Co2, percentage eiwit van eigenland, biodiversiteit, daling weidevogels, zomaar een aantal duurzaamheidsthema’s die spelen in de melkveesector. Als portefeuillehouder melkveehouderij van NAJK is het voor mij vooral belangrijk dat deze thema’s niet op zo’n manier worden uitgewerkt dat de melkveehouder van de toekomst zich niet meer kan ontwikkelen. En per thema lijkt dat ook niet direct het geval echter de combinatie van thema’s is hetgeen waar ik me zorgen over maak.
Als boer sta je (zoals in het plaatje) midden in de kringloop, er zijn binnen deze kringloop allerlei knoppen waar je aan kunt draaien. Maar het één staat nooit los van het ander, dat is nu ook mooie van ons vak; het is een spel waar je nooit uitgespeeld mee raakt! Neem nou bijvoorbeeld je bemesting. De bemesting heeft invloed op het rantsoen, dus op het (kracht)voer wat aangekocht wordt, op je bouwplan qua planning maar ook qua gewassen, en daarmee ook de manier van bemesten en het aantal keer van bemesten. Qua duurzaamheid heeft het zo ongeveer invloed op bijna alle bovengenoemde duurzaamheidsthema’s, sommige worden positief beïnvloed andere negatief. Je moet dus als boer opzoek naar een optimum.
Tijdens mijn studie in Wageningen heb ik geleerd dat het succes van het zoeken naar dat optimum bij de boer ligt, en dat er verschillende boeren zijn en dus verschillende optimums. Als we kijken naar het voorbeeld van bemesting, de ene boer heeft heel veel liefde voor weidegang en gaat voor stripgrazen en heeft hierdoor veel groetrappen en zal dus steeds kleine hoeveelheden moeten bemesten. Achter het draad beweiden is misschien wel de manier om het meeste melk uit het gras te halen en dit bespaard krachtvoer en heeft een positieve invloed op de hoeveelheid eiwit van eigenland. Het mozaïek aan hoog en laag gras kan een positieve uitwerking hebben op bijvoorbeeld weidevogels. De ander heeft een minder grote huiskavel waarbij achter het draad weiden geen optie is. Deze boer houdt het simpel en werkt met standweiden en bijvoeren op stal, waardoor er grotere percelen in één keer kunnen worden bemest. Dit werkt efficiënter, bespaart op die manier kosten en is minder arbeidsintensief qua weidegang management. Dit voorbeeld is misschien een beetje kort door de bocht, ik wil alleen maar aangeven dat de verschillen tussen boeren, verschillende type bedrijven oplevert en dat hiermee verschillende duurzaamheidsdoelen worden gediend. So far, voorzie ik geen problemen, die verschillende jonge boeren zijn er wel en we willen ook best wat met duurzaamheid als dit bij de bedrijfsvoering in te passen is.
Het gaat mis als de overheid midden in het kringloopplaatje gaat staan en aan de knoppen gaat draaien en deze vast zet. Hiermee zet je namelijk ook heel veel andere knoppen vast. Bemesting is hier ook een mooi voorbeeld waarbij de overheid heeft aangekondigd dat dure apparatuur op bemesters verplicht gaat worden. Dit zorgt ervoor dat je als boer sneller voor de loonwerker kiest, en die laat je niet komen voor een klein stukje (met name als het om sleepslagen gaat). Hiermee wordt achter het draad weiden ook lastiger en dus ook weidegang. Terwijl weidegang de maximale grasopbrengst haalt, je daarmee het meeste krachtvoer bespaart en voordelen heeft voor weidevogels. Als er vervolgens ook weer afspraken door de overheid worden gemaakt over het percentage eiwit van eigenland en weidevogels, wordt het steeds lastiger om alles te combineren. Het gaat fout als de overheid allerlei duurzaamheidswensen in doelen vastlegt die los van elkaar best reëel zijn maar gecombineerd technisch onmogelijk uitvoerbaar zijn.
________________________________________________________________________________
Marije Klever
Binnen het dagelijks bestuur van NAJK is Marije Klever (31) verantwoordelijk voor de portefeuille melkveehouderij. Marije combineert deze functie met het werk op haar melkveehouderij in De Meern.
___________________________________________________________________________________