NAJK spreekt in Tweede Kamer over zesde Actieprogramma Nitraatrichtlijn
Op dinsdag 16 januari 2018 vind het gesprek over het zesde Actieprogramma Nitraatrichtlijn plaats in de Tweede Kamer. Iedereen kan meekijken via deze link. Dit gesprek wordt gehouden om inzicht te verwerven wat de gevolgen en resultaten zijn van het voorgestelde zesde actieprogramma nitraatrichtlijn. Tijdens dit rondetafelgesprek spreken Tweede Kamerleden met partijen en organisaties die betrokken zijn bij het actieprogramma. NAJK heeft in de ontwerpfase van het zesde Actieprogramma Nitraatrichtlijn meerdere malen input geleverd aan het ministerie van LNV. Een gedeelte van deze is terug te vinden in het concept actieprogramma, daar is NAJK erg tevreden over. Namens NAJK is Bart van der Hoog, dagelijks bestuurder en portefeuillehouder melkveehouderij, bij het rondetafelgesprek aanwezig. Hij licht de ervaringen van de jonge melkveehouders en akkerbouwers toe:
Voor ons als jonge boeren staat voorop dat wij graag de slag willen maken van generiekbeleid naar bedrijfsspecifiek. Door meer bedrijfsspecifiek te sturen kunnen we als sector de volgende stap maken naar minder verliezen en schoner water.
Rijenbemesting maïs
Wij maken ons ernstig zorgen over de verplichte rijenbemesting vanaf 2021 op maïsland. De maatregel ‘rekent’ weliswaar erg gunstig volgens de huidige rekenmethodiek, maar wij hebben grote twijfels of de maatregel ook in de praktijk milieueffect heeft. Met name bodemverdichting zal toenemen wanneer er met dergelijk zwaar materiaal op maïsland wordt bemest. Ook maken wij ons zorgen over de extra kosten die deze maatregel met zich meebrengt. In de praktijk zal een teler zelf niet investeren in dergelijke techniek. Alles zal worden uitbesteed wat een hogere kostprijs oplevert en capaciteitsproblemen in het voorjaar. Wij doen daarom enkele aanbevelingen:
- deze maatregel alleen invoeren in gebieden waar nitraatuitspoeling nog aantoonbaar te hoog is;
- vrijstelling voor percelen kleiner dan 5 hectare, omdat met zwaar materiaal op kleine percelen te veel bodemverdichting zal gaan plaatsvinden.
Verplichte grasonderzaai of vanggewas voor 1 oktober
NAJK is niet tegen grasonderzaai en het telen van volwaardige groenbemesters. De praktijk laat zien dat het telen van een goede groenbemester aantoonbaar milieuwinst oplevert. We constateren wel dat maïstelers zeer beperkt ervaring hebben met grasonderzaai. Het uitbreiden van de kennis en inzetten op innovatie in het volgende Actieprogramma Nitraatrichtlijn is daarom van het grootste belang. Daarnaast moeten we constateren dat het weer, mede door klimaatverandering, steeds extremere uitschieters laat zien. Het zal ongetwijfeld voorkomen dat de omstandigheden het niet toelaten om op tijd de groenbemester te zaaien. In dergelijke gevallen moet de overheid coulant zijn wanneer een teler, om zijn bodem te sparen, later aan zijn verplichting voldoet.
Bedrijfsspecifieke benadering
NAJK vindt het belangrijk dat er alvorens definitieve maatregelen rondom bedrijfsspecifieke maatregelen komen, via pilots geëxperimenteerd kan worden. Voor de akkerbouw zou dit betekenen dat vakmanschap beloond moet worden. Gelet op de grondsoort en de daadwerkelijke opbrengst zou op perceelsniveau een op maat bemesting mogelijk moeten zijn. Bodemvruchtbaarheid en het op peil houden van het organische stofgehalte mag hierbij door regelgeving niet in de weg gestaan worden. De uitgaande en ingaande mineralenstromen moeten hierbij in beeld zijn. Hiervoor zou een systematiek ontwikkeld moeten worden om dit op een betrouwbare manier te kunnen registreren. Een dergelijk systeem zou voor de gehele grondgebonden landbouw moeten gelden.
BEP-BES pilots
NAJK is blij met de huidige BEP- en BES-pilots. De agrarische sector haalt veel nieuwe kennis uit deze innovatieve pilots. Daarnaast kunnen melkveebedrijven stappen zetten naar evenwichtsbemesting en het vervangen van kunstmest voor dierlijke mest. Deelnemers zijn enthousiast en ook milieutechnisch worden er mooie stappen gezet. Wij vinden het jammer dat er in het 6e Actieprogramma Nitraatrichtlijn weinig ambitie uitstraalt naar een bredere toepassing van deze succesvolle pilots. Graag hadden wij gezien dat met name de BES-pilot fors wordt uitgebreid van drie naar ook 400 deelnemers. Op deze manier kunnen meer melkveehouders ervaring opdoen door te werken met bedrijfsspecifieke normen en dus kunstmest vervangen voor dierlijke mest.
Verankering sectorplafonds meststoffenwet
In het actieprogramma wordt ook besproken de sectorale fosfaatplafonds onder te brengen in de meststoffenwet. NAJK is tegen deze maatregel omdat het geen enkel milieudoel dient. Daarnaast is het in de toekomst niet meer mogelijk om de plafonds aan te passen wanneer we bijvoorbeeld fosfaatexport mogen verrekenen met het nationale fosfaatplafond. Het aanvaarden van deze maatregel maakt dat Nederland nog afhankelijker wordt van besluitvorming vanuit Brussel. Het is wat ons betreft een historische fout waar we in de toekomst veel last van krijgen wanneer Nederland akkoord gaat met dit voostel.
Gewasderogatie
In het Actieprogramma missen we de prikkel tot het telen van gewassen als gras en tarwe, die weinig nitraatuitspoeling kennen. Wij maken u erop attent dat de sleutel tot minder nitraatuitspoeling ligt bij een passende derogatie. Bedrijven die aan de derogatie meedoen mogen 250 kg stikstof per hectare toedienen. Dit mag zowel op gras als op mais. Gras is een stikstofbehoeftiger gewas dan mais. Het voorstel is om per gewas een derogatie in te voeren. De totale bemestingsruimte blijft gelijk, maar in de praktijk zal gras dan meer bemest mogen worden en maïs minder. Dit idee hebben wij ook aan het ministerie voorgesteld. Wij hebben nog steeds het vertrouwen dat het ministerie zich zal inspannen voor een gewasderogatie.
Tot slot vinden wij het belangrijk dat er draagvlak blijft onder het actieprogramma. Dit betekent dat agrariërs vertrouwen moeten hebben in de te nemen maatregelen. Het betekent ook dat zij niet onnodig hard aan de bak moeten ten opzichte van andere partijen die naar het oppervlaktewater lozen. Alle betrokken partijen moeten gezamenlijk de handschoen oppakken om aan schoner oppervlaktewater te werken.