Met stomheid geslagen
Ik heb er geen woorden voor. Terwijl ik de berichtgeving over het waarschijnlijk intrekken van de RUB-lijst (Regeling Uitzondering Bestrijdingsmiddelen) lees, ben ik met stomheid geslagen.
Overal om mij heen zie ik organisaties en individuele personen die streven naar een duurzamere en groenere sector. De inzet beperken van gewasbeschermingsmiddelen van chemische aard staat al centraal bij kweker, handelaar en fabrikant van dergelijke middelen. We werken hier met zijn allen hard aan. De inzet van dergelijke middelen wordt reeds beperkter in ontwikkeling en het aantal toelatingen. Er blijven weinig riemen over om mee te roeien. Veelal middelen van natuurlijke komaf zoals de zeewier preparaten, knoflook extracten etc. Deze middelen zijn vaak bedacht en getoetst in de praktijk door de kleinere mkb-bedrijven. Deze bedrijven hebben onvoldoende macht en kapitaal om een dure toelatingsprocedure te bekostigen waardoor de RUB voor veel goeds zorgde. Zo wordt met succes knoflook-extract gebruikt om schadelijke nematoden te verjagen in vollegronds teelten en kunnen bepaalde zouten gespoten worden als luis bestrijders.
Waar geïntegreerde gewasbescherming onder glas inmiddels gewoon-goed begint te worden, staat dit proces voor de buitenteelt nog in de kinderschoenen. Juist dan zijn middelen geregistreerd op de RUB-lijst van essentieel in het huidige rassenassortiment!
Persoonlijk vind ook ik dat middelen die momenteel op de RUB-lijst staan voldoende getest en geregistreerd moeten worden op belasting van mens en milieu. Echter zijn deze procedures bijzonder kostbaar en daardoor vrijwel uitsluitend voor de multinationals toegankelijk. Met een trage ontwikkeling van nieuwe middelen tot gevolg. Dat er weloverwogen stappen worden gezet vind ik enorm belangrijk, maar wacht dan met het beperken van mogelijkheden om in Nederland te kunnen blijven telen!
Nu hoveniers geen glyfosaat meer mogen toepassen op verhardingen en in de praktijk veelal azijn gebruikt wordt om menig oprit vrij te houden van onkruid, ben ik erg benieuwd hoe een gemiddelde woonwijk er over twee jaar uitziet.
Kunnen we dit besluit dan omschrijven als een echt ‘van Dammetje?’
Binnen het dagelijks bestuur van NAJK is Jan Paauw verantwoordelijk voor de portefeuille tuinbouw. Dit combineert hij met zijn baan bij de buitendienst van GMN, een adviserings- en verkoopbedrijf aan telers.