Jong en oud hebben elkaar nodig
Een gemengde groep jongere en oudere boeren en tuinders verzamelden zich op 18 april 2017 in het LLTB Landbouwhuis te Roermond voor de start van het nieuwe, landelijke Agripoolnetwerk van LTO en NAJK. Klaas Johan Osinga van LTO Team Internationaal schreef een artikel hierover.
De ontwikkeling van de landbouw vraagt samenwerking tussen jong en oud. De situatie in landbouworganisaties en –coöperaties verschilt daarbij niet zo gek veel van die in het gezin. Ouderen, met al hun ervaring, moeten durven open te staan voor kritiek, en jongeren moeten hun visie ontwikkelen en tonen. Zij moeten namelijk er namelijk nog een halve eeuw mee door.
Op 18 april was de start van het nieuwe, landelijke Agripoolnetwerk van LTO en NAJK. Agripoolers zijn deskundigen op een bepaald terrein die voor Agriterra voor korte tijd op pad gaan naar een project of organisatie voor advies, training of evaluatie. Leden van NAJK, ZLTO, LLTB en LTO Noord worden door Agriterra gerekruteerd. Agriterra is actief in 15 landen in Zuid-Amerika, Afrika en Azië. De organisatie is in 1998 opgericht door de LTO’s, NAJK, Zij Actief, Vrouwen van Nu en de Nederlandse Coöperatieve Raad (NCR).
Na het welkom door LLTB-bestuurder Jan Veltmans leidde vruchtboomkweker Han Fleuren de bijeenkomst. Het thema “verjonging en vernieuwing” in de landbouw werd ingeleid door Bertine Schieven aan de hand van een studie door haar collega Nicole Sloot. Zij en Ilse Verhoijsen (Limburgs Agrarisch Jongeren Contact) waren op dat moment namens Agriterra op pad in Nepal. Het jaar 2017 is voor Agriterra het ‘Year of the Youth’.
De jonge melkveehouders Marije Klaver en Roy Meijer, beide Agripooler, presenteerden hun visie op de positie van jonge boeren in coöperaties. Marije gaf aan dat het werk in jongerenraden van coöperaties (De Samenwerking, FrieslandCampina) haar veel heeft opgeleverd: “Je bent vaak al op de hoogte voordat iets in het nieuws komt”. De coöperatie heeft jongeren nodig voor ‘versnelling van verandering’. Roy noemde als voordeel een financiering die makkelijker rond kwam want: “Jij hebt wat van de wereld gezien”.
In de tweede helft van het programma werd in kleine groepjes nagedacht over praktijksituaties die Agripoolers tegenkomen. Dit leverde levendige discussie op over achterliggende factoren zoals de lokale cultuur en het imago van landbouw. “Waarom doet men wat men doet?”, is een vraag die de Agripooler zich vaak moet stellen. Respecteer hiërarchie, luister goed en geef voorbeelden, waren enkele van de tips. Er rolde een lijst uit van ‘do’s’ en ‘don’ts’, zoals:
– Respecteer de relatie
– Pak de informele momenten
– Zet je westerse bril af
– Stel je open voor kritiek en verandering
Marianne Koebrugge gaf het voorbeeld van een generatiekloof in Zimbabwe. Om de dorpsoudste te winnen voor een bepaalde idee, werd hij uitgenodigd in Nederland. Daarna werden de jongeren uitgenodigd. Uiteindelijk kreeg het project steun van de dorpsoudste. Dat lukte door respect te tonen voor de lokale cultuur. Maar ook door de tijd te nemen. “Wij als Nederlanders willen meestal te snel”.
De positie van coöperaties in de land- en tuinbouw is niet voor vanzelfsprekend, zo bleek tijdens de discussies. Ook niet in Nederland. Niet iedereen gelooft in het coöperatieve model. Dit kan een terugkerend thema worden voor het nieuwe Agripoolnetwerk.
De reacties op deze eerste netwerkbijeenkomst waren overwegend positief. Vóór, tijdens en na de bijeenkomst was er veel ruimte voor informeel contact tussen de Agripoolers. Dit is een doelstelling van het netwerk: Agripoolers leren elkaar kennen, wisselen informatie uit en leren van elkaar. Een andere doelstelling is om het draagvlak binnen LTO en NAJK voor het werk van Agriterra te behouden en versterken. Daarnaast kan het netwerk gaan dienen als platform voor vragen en discussies over internationale samenwerking en de positie daarin van boeren en tuinders wereldwijd. De volgende netwerkbijeenkomst wordt gepland voor het najaar van 2017.
Klaas Johan Osinga