Wet dieraantallen oplossing voor volksgezondheid!?
Begin juli verscheen het zogenaamde VGO-rapport. In het rapport stonden de resultaten centraal van het onderzoek naar de effecten van veehouderijen op de gezondheid van omwonenden. Uit he onderzoek bleek dat onder andere fijnstof en ammoniak de volksgezondheid aantasten. Naar aanleiding van het onderzoek willen staatssecretarissen van Dam (Economische Zaken) en Dijksma (Infrastructuur en Milieu) onderzoeken of het wetsvoorstel dieraantallen uit 2014 juridisch mogelijk is. Dit wetsvoorstel houdt in dat provincies en gemeenten de bevoegdheid krijgen om het aantal landbouwhuisdieren op een veehouderijlocatie te kunnen reguleren om gezondheidsproblemen bij omwonenden te voorkomen. De vraag is of je de kern van het probleem hierdoor oplost als het gaat om volksgezondheid.
Met betrekking tot de huidige wet- en regelgeving zijn er normen met betrekking tot ammoniak, geur en fijnstof waaraan bedrijven moeten voldoen. Normen zowel landelijk, provinciaal al dan niet gemeentelijk. Er is een lijst met prioritaire bedrijven. Dit zijn bedrijven die voor overlast zorgen doordat er meer uitstoot is van fijnstof dan vergund was en waar maatregelen genomen moeten worden om de uitstoot te verlagen. Daarnaast werken ook al de verschillende sectoren aan oplossingen om de uitstoot nog verder te verminderen. Bijvoorbeeld de varkenssector heeft in het Actieplan Vitale Varkenshouderij al aangegeven afspraken te willen maken met de provincies over een toekomstbestendige productiestructuur. Ook zijn er al diverse technische oplossingen waarmee de uitstoot van geur, fijnstof en ammoniak nog meer verlaagd kunnen worden, zoals luchtwassers.
Door de wet dieraantallen kan in bepaalde gebieden de ontwikkeling van bedrijven op slot gezet worden. Door het op slot zetten van gebieden wordt innovatie en vernieuwing rondom vermindering van uitstoot en verbetering dierenwelzijn geremd. Het is naar mijn inzicht daarom ook beter om bedrijfsspecifieke maatregelen te nemen zodat bedrijven zich nog kunnen ontwikkelen, ook al gaat het soms meerdere bedrijven in een gebied aan. Hiermee wordt onzekerheid bij ondernemers en kostprijsverhogende maatregelen voor bedrijven die niet bijdragen aan een verhoogde uitstoot in een gebied voorkomen. Het is beter bedrijven te stimuleren om door te ontwikkelen zodat er een toekomstbestendige veehouderij wordt opgebouwd.
Het stimuleren van innovatieve stalsystemen en technieken om uitstoot te beperken is de belangrijke sleutel om bedrijfsspecifiek te kunnen sturen en de volksgezondheid te waarborgen. Samen met onderzoekers, de overheid, het bedrijfsleven en de veehouderijen moeten we hierover in gesprek en gezamenlijk zoeken naar oplossingen. Dus geen wet dieraantallen, maar bedrijfsspecifiek sturen met als doel een positieve bijdrage aan het bedrijf, de sector en de volksgezondheid. Dit om een goede toekomst voor onze jonge boeren te waarborgen!