Casper Mentink
“Bij ons op het bedrijf bespuiten we de maïs en af en toe het grasland, wanneer er te veel onkruid in staat. Daarnaast passen wij teeltwisseling toe. We wisselen land met onze buurman die akkerbouwer is. Op die manier houden we de bodemvruchtbaarheid goed, wat een positieve werking heeft op de plantgezondheid. Het is aan de sector om te laten zien dat gewasbescherming ook in de toekomst nodig is. Zonder gewasbescherming kunnen we niet het volledige rendement van ons land halen, waardoor de voedselprijzen stijgen en we voedsel moeten importeren vanuit het buitenland. Voedsel dat waarschijnlijk minder duurzaam geproduceerd is dan onze Nederlandse producten.”
Jan Aart Straver
“Tijdens het teeltseizoen hebben wij dagelijks te maken met gewasbescherming. Om kwalitatief hoogwaardige producten te leveren is een gezond gewas essentieel. Een keer in de week komt een teeltspecialist langs om ons advies te geven over de gewasbescherming. Ik verwacht dat de regels omtrent gewasbeschermingsmiddelen strenger worden. Hier moeten we als sector mee leren omgaan. Een mooie vorm hiervan vind ik geïntegreerde gewasbescherming. Daarbij worden eerst biologische manieren toegepast, wanneer deze niet werken kan er ingegrepen worden met chemische bestrijding. Op dit moment is het probleem dat dit voor gangbare telers niet betaald wordt, waardoor zij liever preventief handelen. Wij zouden in bepaalde teelten best over willen gaan op mechanische onkruidbestrijding, maar dit kost ons veel tijd en het is duurder.”
René Bal
“Op ons fruitteeltbedrijf maken we op verschillende manieren gebruik van gewasbescherming. Naast chemische gewasbescherming om schimmels, bacteriën en insecten te reduceren, wordt er zoveel mogelijk gestreefd naar een biologisch evenwicht. Door middelen strategisch in te zetten worden natuurlijke vijanden gespaard. In de toekomst zal er steeds meer een tendens ontstaan naar biologische preparaten. Er zullen meer schimmels worden ontwikkeld die andere schimmels bestrijden, waardoor de ziektedruk afneemt en de weerbaarheid van de plant toeneemt. De discussie over emissie speelt momenteel sterk in de fruitteelt, aangezien er met dwarsstroomspuiten wordt gewerkt. Ik vind het belangrijk dat de sector bewust omgaat met het toepassen van gewasbeschermingsmiddelen.”
Rick Bregman
“Ons motto om de plantgezondheid te optimaliseren is: voorkomen is beter dan genezen. We proberen alles zo schoon mogelijk te houden en regelmatig het onkruid te verwijderen. In de toekomst zal de gewasbescherming zich veel meer gaan richten op het voorkomen in plaats van het bestrijden van ziektes en plagen. Dit zou kunnen door middelen in te zetten die de planten sterker maken. Daarnaast verwacht ik dat het toepassen van biologische bestrijding gaat toenemen, zoals de inzet van natuurlijke vijanden tegen parasieten. De discussie omtrent gewasbescherming laait maatschappelijk op. De consument heeft wat dat betreft de macht in handen. Verschillende tuincentra en supermarktketens gaan daarin mee. Als tuinder kan ik daar niet omheen. Ik zal erin mee moeten gaan om te kunnen blijven leveren. De overstap naar duurzamere methodes vind ik een goede zaak.”
Leo Sturm
“Wij hebben een gangbaar akkerbouwbedrijf, in alle gewassen worden gewasbeschermingsmiddelen gebruikt. Hiermee bestrijden wij onkruiden en ziektes. Om de plantgezondheid te optimaliseren zorgen we voor goede groeiomstandigheden. Dat begint bij de bodem. Wanneer de bodem in een goede conditie is, is de plant weerbaarder tegen ziekten. Het gebruik van chemische middelen zal de komende jaren verder afnemen. Als sector zullen we nog meer dan we nu al doen, moeten uitleggen met welke reden wij gewasbeschermingsmiddelen inzetten. Gewasbescherming is in de akkerbouw een grote kostenpost. Een teler zal dus nooit zomaar zijn gewassen spuiten, maar alleen als dit echt nodig is.”